Blad 14 Verslag van de raadsvergadering van 11 februari 2002 fen, over het groen in die omgeving. Hij heeft het nu reeds ge noemd en wij nemen dat punt mee in de verdere gesprekken, zoals we die gaan voeren, ook met de eigenaren en de projectontwikkelaar. Mevrouw Inberg van de D66-fractie stelt dat wij iets niet tijdig kenbaar hebben gemaakt aan de raad. Er klopt natuurlijk niets van wat mevrouw Inberg zegt. In de commissie heeft juist het college een compliment gekregen voor de buitengewone zorgvuldigheid die in acht genomen is bij dit traject. Want formeel kun je je zelfs de vraag stellen of dit college deze tussenstap had moeten laten plaatsvinden. Gezien de voordiscussie en de gevoeligheden in de raad, leek het het college gepast om de raad melding te maken van de stap die wij nu vanavond voorstellen. Het college heeft de raad heel zorgvuldig, misschien meer dan dat, geïnformeerd en op de hoogte gehouden. Mevrouw Inberg: Ik had begrepen dat die termijn voor indiening van bezwaar al verlopen was, maar als dat nog niet zo is, dan ben ik blij dat u mij daar vanavond op wijst, dan zou ik u willen verzoe ken om toch alsnog dat bezwaar in te dienen. Ik denk dat u ook een goede kans maakt, want ik vind dat u er wat licht over heen gaat dat het een monument is wat afgewezen zou zijn voor het monumen tenselectie project. Het is niet een unaniem advies geweest inder tijd om het gebouw daar niet op te plaatsen. Ik denk dat het wat dat betreft, ook op de adviezen van Hüs en Hiem, toch zeker nog wel een aantal kansjes had gemaakt. Ik had liever gezien dat u daarvoor gevochten had. Het wordt mij een beetje angstig te moede als u zegt: ja maar wij moeten nu wel snel zijn, want wij moeten daar huizen bouwen. Het was toch helemaal niet strijdig geweest, gezien ook de vraag van de markt, om juist in dat oude gedeelte en juist in aanpalende gedeelten daarvan, appartementen te plaatsen, dan had u nog vol daan aan uw voorwaarde van bouwen. Ik begrijp uit uw woorden nu dat u voornemens bent om daar toch echt allemaal nieuwbouw neer te zetten. Dat vind ik erg jammer en ook niet overeenkomstig uw eer dere standpunten. De heer Brok (weth.): Dat is niet waar, er komt een overeenkomst met de eigenaren en de bouwer en daarin zal een goede balans ge vonden worden tussen wat blijft staan en wat gesloopt moet worden, ook om het project financieel haalbaar te houden. De raad heeft zich eerder uitgelaten over eigenlijk alles handhaven. Dat is in ieder geval niet te bereiken, maar we zoeken naar een goede ba lans. Ik heb ook in de commissie gezegd, dat ik er alle vertrouwen in heb dat die goede balans ook gevonden gaat worden. En voor de rest blijft het zo dat de commissie, en vanavond doet de raad dat bij monde van een aantal van de leden van de raad opnieuw, net doet alsof dat pand en de grond van de gemeente Leeuwarden is, dat is natuurlijk absoluut niet het geval. Dat pand is niet van ons, dan moet u vanavond het voorstel doen om gelden beschikbaar te stellen om het pand te verwerven, dan zijn we baas in eigen buik. Dat zijn we op dit moment dus niet. Blad 15 Verslag van de raadsvergadering van 11 februari 2002 Wat het college wel kan doen, dat heeft het college eerder toege zegd en kan dat vanavond opnieuw bevestigen, is dat wij met de ontwikkelaar en de eigenaar een goede balans gaan zoeken over wat daar allemaal mogelijk is, met respect voor wat daar in het verle den neergezet is, zijnde wel een object wat niet een monumentale en beschermde status heeft. (Mevrouw Inberg: Dat is nou juist het punt, juist omdat het niet ons eigen pand is, omdat wij dus qua zeggenschap daar vrij weinig aan toe kunnen voegen, daarom had u juist bezwaar moeten maken, want dat was uw enige punt geweest om daar nog inbreng over te hebben De Voorzitter: Aan de orde is de stemming. Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w., met de aantekening dat de leden van de D66- fractie geacht willen worden te hebben tegengestemd. Punt 19 (bijlage nr. 22) De Voorzitter: Aan de orde is Windmolenbeleid gemeente Leeuwarden. De heer Plaisier: Wij stemmen graag in met het voorgestelde be leid, we hebben echter één opmerking. We vinden het jammer dat de locatie Wytgaard op voorhand geschrapt is. Er lag een voorstel om een mogelijk cluster op de locatie New ton te onderzoeken en aan de hand van het resultaat daarvan te kijken naar de locatie Wytgaard. Om Wytgaard op voorhand zomaar weg te doen, dat vinden wij eigenlijk een beetje te kort door de bocht De hear De Jong: Foarsitter, foar wat it wynmolebelied oanbelanget hiene wy yn it ferline as ütgongspunt, gjin wynmolens yn it büten- gebiet en allinnich pleatsing op yndustryterreinen as de oerlêst minimaal is, mei in maksimale mesthichte fan 40 meter. Ik tink bygelyks oan it NewtongebietNo't de provinsje in nij belied fêststeld hat, is de oanpassing fan it gemeentlik belied ek need- saaklikYn "Windstreek", it beliedsstik fan de provinsje, wurdt praat oer opskalingsklusters en in ferheging fan de maksimale mesthichte oant 50—60 meter en dan ha we it noch net oer de wjuk ken dy't der noch oan moatte. It idee fan opskalingsklusters is aardich betocht, mar sil der wol ta liede dat der per saldo mear wynmolens yn üs provinsje pleatst wurde kinne. En dêr binne wy gjin foarstanner fan. Nei üs betinken binne der al fierstente folie. Ek in ferheging fan de mesthichte, mei wjukken ha je hichtes as bygelyks de Bonifatiustsjerke, binne foar üs ünakseptabelJe kinne je der hast gjin foarstelling fan meitsje, sa heech as dat is. Ik tink dat de measten it pas yn de gaten ha as de earste der stiet. En dan is it te let. De enoarme fersteuring fan it lanskip, it ütsicht, de lüdsoerlêst, it feit dat je in hiele söne om sa'n müne hinne op slot sette moatte fan-

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 2002 | | pagina 8