Blad 18
Verslag van de raadsvergadering van 11 maart 2002
FEC bevindt zich natuurlijk wel in een transformatieproces, waar
we ons als college ook voor de 100% achter hebben geplaatst, ook
met die WTC-ontwikkelingen en dergelijke. Of in de toekomst de
Veemarkt op eenzelfde manier een plaats moet krijgen in het
huidige gebouwencomplex, zoals we dat kennen, dat is nog maar de
vraag, maar daar gaan we ook al met het departement in de
provincie over discussiëren na de zomervakantie. Tot nu toe is het
FEC in ieder geval bereid gebleken om met een nieuwe constructie
het mogelijk te maken dat de Veemarkt daar zijn plaats kan
krijgen. Dat is dan voorlopig voldoende en we moeten eerst maar
eens die andere barrières overwinnen.
Voorzitter, ik mag ook niet te lang praten heb ik begrepen van u,
dus ik denk dat ik hiermee ook voldoende recht heb gedaan aan de
vragenstellers en het hierbij kan laten.
De heer Zwart: Het merendeel van de vragen is beantwoord. Ik
begrijp in ieder geval van de wethouder dat die leningenconstruc
tie nog niet van tafel is. Ik hoop dat ik dat goed verstaan heb.
Ik heb hem nog niet gehoord over de bijdrage van het ministerie
van zo'n 200.000 die ook nodig is om deze benodigde aanpassingen
te financieren.
De derde vraag betrof de termen van het huurcontract. Ik kan mij
voorstellen dat de gemeente in ieder geval inzet op een behoorlijk
langdurige huur van het complex, waarmee ook de afhankelijkheid
van het FEC iets geringer kan worden.
Mevrouw Inberg: Wij nemen natuurlijk graag de uitnodiging aan om
een kopje thee te gaan drinken met de heer Brok en de heer
Brinkhorst. Ik begrijp dat de intentie blijft van wij steunen
inderdaad de Veemarkt. Ik hoop ook dat onder deze minister de MKZ-
vrije periode lang aanhoudt en dat we inderdaad wat dat betreft
kunnen zeggen: zo verkeerd heeft hij het nog niet gedaan.
De heer Brok (weth.Mevrouw Inberg daagt het college uit, maar
ik denk niet dat u mij de ruimte geeft om daar een uitvoerig
betoog bij te gaan houden, misschien moeten we dat vanavond dan
nog maar even met elkaar gaan doen. Want ik denk dat we het niet
helemaal met elkaar eens zijn.
Ik ben in ieder geval heel erg blij met uw woorden en met uw steun
en dat is het belangrijkste op dit moment.
Met betrekking tot de opmerkingen van de heer Zwart, drie keer ja.
Punt 14 (bijlage nr.41)
De Voorzitter: Aan de orde is Verdubbeling en verlenging
1inksafstrook Overijsselseweg en verlenging aanwezige busstrook
Overij sselseweg
De heer RoekimanOp zien zijn we een groot voorstander van snelle
afwikkeling of doorstroom van het verkeer. Indertijd hebben we het
gehad over de verdubbeling van de Overijsselseweg en niet over de
3iad 19
Verslag van de raadsvergadering van 11 maart 2002
JulianalaanAls we kijken naar het voorliggend voorstel heeft
mijn fractie hier moeite mee. De ritstrook is te lang, waardoor de
gevolgen voor de omwonende onevenwichtig groot zijn. Daarnaast
lopen, naar mijn informatie, een aantal bezwaarschriften. Het is
dan ook niet verstandig om hieraan voorbij te gaan.
Mijn fractie is van mening dat het voorliggende voorstel inzake de
afwikkeling van het verkeer integraal behandeld dient worden bij
het GVVP
Aan de andere kant liggen er oplossingen om het verkeer op de
Overijsselseweg gebruik te laten maken van de Algraweg en dat kan
wat ons betreft met behulp van moderne bewegwijzeringsapparatuur
daarmee kun je het goed stimuleren. Wij hebben in ieder geval
grote moeite met het voorliggend voorstel.
Wij wachten de beantwoording van het college af.
Mevrouw Van Ulzen: Het is ons in de commissie duidelijk geworden
dat hier geen relatie bestaat tot het GVVP. Dat het eigenlijk nog
gaat om een totaalpakket, een oud plan, dat nog door wethouder Den
Oudsten eigenlijk ingediend is.
Bij geruchten heb ik vernomen dat dreigt dat er subsidies verloren
gaan en dat er door herschikking ergens veel geld gevonden is. Als
dat zo is, kunt u dan vaker kijken of u meer kunt vinden, want we
kunnen het erg goed gebruiken, zoals u als geen ander weet.
In de commissie heb ik laten weten dat één en ander voor de
bewoners natuurlijk hinder zal opleveren, dat is zondermeer zo.
Wij willen ook graag dat u nauwkeuriger kijkt of er al dan niet
een stoplicht geplaatst moet worden en mocht er sprake van zijn
dat dat stoplicht verplaatst moet worden, wilt u dat dan direct
aanpakken. Geluidshinder is niet aan de orde.
Ik ga er enigszins uitgebreid op in, dat doe ik in de regel niet,
maar wij hebben de laatste tijd de PAL/GroenLinks-fractie vaak in
de commissie gemist en eveneens hun inbreng. Inmiddels heb ik
begrepen dat u op één of andere verkiezingsbijeenkomst wel bekend
gemaakt heeft het niet eens te zijn met dit voorstel. Dat geluid
hadden wij natuurlijk graag in de commissie vóór de verkiezingen
gehoord, maar dat was ons niet gegeven.
PAL/GroenLinks heeft een zetel gewonnen, daar feliciteren wij hen
van harte mee en dus is het voor hen waarschijnlijk mogelijk om in
de toekomst af en toe iemand vrij te maken een keertje langs te
sturen in de commissie en daar hun standpunt mee te delen. Wij
zouden dat erg waarderen.
(De heer Roekiman: Ik wil best wel bij de zaak blijven, maar
mevrouw Van Ulzen zegt dat wij niet bij de commissie aanwezig zijn
geweest, maar ze zegt zelf in haar redevoering dat dit een oud
plan is, daar is het nodige over gezegd. Wij waren er in de
commissievergadering toen wel bij.)
Nee, daar was u niet.
(De heer Roekiman: Sla de stukken er maar gewoon op na. Wat dat
betreft wil ik niet een lang verhaal houden, maar even zeggen dat
we best wel aanwezig geweest, wat dat betreft zijn onze standpun
ten daar duidelijk kenbaar gemaakt.)
Ik begrijp dat u in gedachten met ons meegeleefd heeft.