Blad 24
Verslag van de raadsvergadering van 11 maart 2002
noodzakelijk om de toename, een autonome toename, van het
autoverkeer te kunnen opvangen.
Als de heer Roekiman zegt, maar die verdubbeling vindt voor een
klein stukje ook plaats op de Julianalaan en dat betekent dus een
verbreding van het asfalt en daar hebben een aantal mensen last
van, dan ontken ik dat niet, dat is zo. Maar tegelijkertijd moet u
zich ook realiseren dat wanneer we alleen op de Oostergoweg de
verdubbeling laten plaatsvinden en daar de strook gaan verlengen
en niet op de Julianalaan, vervolgens dus al net autoverkeer vast
gaat zitten op dat kruispunt. Dat biedt dus geen oplossing die wij
voorstaan. Dan zou je er niet aan moeten beginnen. Dus het één kan
niet zonder het ander.
Mevrouw Van Ulzen verwijst nog naar de subsidie. Ik weet niet
precies waar zij aan refereert, maar het is wel zo dat wij voor de
bekostiging van deze maatregelen voor een belangrijk deel zijn
aangewezen op subsidie. Voor een deel komt het uit het stadsconve-
nant, voor een deel uit het Fonds Stadsregio Leeuwarden. Die is
wei gekoppeld aan dit jaar. Dus de kans is groot dat wanneer we
zeggen, we willen wachten op de bespreking van het GVVP, dat is
halverwege dit jaar, juni of voor of vlak na de zomervakantie, dar.
is uitvoering van de maatregel dit jaar uitgesloten en daarmee
komt dus ook de subsidie voor de uitvoering van de maatregel in
gevaar. Ik weet niet, dat heb ik in die korte tijd niet uit kunnen
zoeken, of die subsidie op enig moment weer in een ander tijdvak
ingezet kan worden. Maar voor dit jaar zijn we het dan in ieder
geval kwijt en kan de maatregel niet meer worden uitgevoerd. Gelet
op de noodzaak daarvan zou ik u dat graag willen ontraden.
Stoplichten, daar heeft mevrouw van Ulzen ook nog naar verwezen.
Kijken of dat nodig is, en als dat nodig is, dan ook zo snel
mogelijk plaatsen. Ik verwijs naar de toezegging, die ik zojuist
heb gedaan, dat wij in overleg gaan met de bewoners aan de
Julianalaan om te kijken hoe die oversteekbaarheid zo veilig
mogelijk gemaakt kan worden.
Huis-aan-huis is inderdaad een bekend punt, daar gaat het niet
alleen om deze kwestie, de communicatie over de verdubbeling van
de linksaffer, het speelt op meerder terreinen. Ik wil u namens
het college toezeggen dat we daarmee aan de slag zullen gaan om
inderdaad te kijken hoe dat probleem opgelost kan worden. De meest
simpele is de mensen, die verantwoordelijk zijn voor de bezorging
van de huis-aan-huiste houden aan de afspraak, want we betalen
daar als gemeente voor. Als er problemen zijn met die bezorging
moet je kijken waar ze zitten en hoe ze dan opgelost gaan worden.
De vraag van de uitdrukoverall had u aan de burgemeester gesteld.
De heer Plaisier gaat uiteindelijk ook akkoord, zij het met wat
pijn in het hart.
De CDA-fractie, de heer De Vries, verwijst ook nog een keer naar
de commissievergadering. Hij verwijst ook naar de brief van het
actiecomité, ben ik op in gegaan.
Blad 25
Verslag van de raadsvergadering van 11 maart 2002
De SP-fractie heeft inderdaad een voorbehoud gemaakt in de
commissie, wat onder andere te maken had met die geluidsnorm. Daar
wordt overigens in de raadsbrief ook over gesproken, de laatste
metingen gaan er vanuit dat dat in de toekomst gepaard gaat met de
verhoging van de geluidsnormen van 1 decibel en dan valt het
binnen de Wet van de geluidsnorm.
Over de doorstroming. De heer Boorsma vraagt, als we dit hier gaan
aanpakken krijgen we dan niet elders opstoppingen. Dat hebben wij
in het kader van het GVVP, maar ook los daarvan, wei vaker gezegd,
als je de doorstroming en de bereikbaarheid van Leeuwarden zou
willen verbeteren dan moet je in ieder geval meestal ook beginnen
met het aanpakken van de kruispunten. Dus ook als het gaat om
aanpassingen op de rondweg, op de invalswegen of waar dan ook, zul
je altijd moeten kijken in hoeverre er knelpunten zitten bij de
kruispunten. Dit is in ieder geval een heel groot knelpunt, dat we
zo snel mogelijk willen oplossen.
Waarom niet een behandeling bij het GVVP? Daar ben ik op ingegaan.
Daarmee heb ik ook de opmerkingen van de D66-fractie beantwoord en
volgens mij ook van de NLP-fractie en ChristenUnie-fractie.
Mevrouw Inberg: Er wordt door verschillende partijen gegrepen naar
het argument dat er in 1999 al een knelpuntenanalyse was en dat op
grond daarvan we nu dit voorstel zouden moeten accepteren. Het was
inderdaad een analyse van knelpunten en de nadere analyse van wat
de oplossingen ons te bieden hadden. Daaraan moeten wij natuurlijk
ons ja of nee toetsen. Wij constateren dan toch dat de analyse
leert dat op de Julianalaan de afwenteling komt van de overlast en
dat het knelpunt iets verderop komt te liggen. Wij zouden wat dat
betreft toch graag ook stemming willen hebben over uitstel van
behandeling van dit knelpunt, toch in relatie met het Gemeentelijk
Verkeer en Vervoerplan. Want je ontkomt er niet aan, dit knelpunt
komt nu iets verder te liggen, wil je het echt oplossen, dan zou
je of moeten zeggen we laten het zo en we nemen genoegen met dat
het verkeer daar iets langzamer doorstroomt of je gaat naar de
verdubbeling van die rondweg toe. Dat is natuurlijk een hele
principiële discussie en die zal bij de behandeling van het
Gemeentelijk Verkeer en VervoerPlan moeten plaatsvinden.
De Voorzitter: U komt er nu mee aan, maar ik denk dat net
verstandiger zou zijn geweest dat u of van tevoren, voordat we dit
punt gingen behandelen had gevraagd om uitstel. Dan had ik dat in
stemming kunnen brengen. We hebben nu met elkaar al daarover
gediscussieerd, dus wat ik mij kan voorstellen is dat straks bij
de stemming u zegt dat u zich van stemming onthoudt. Dat bekent
ook dat misschien anderen zich daarbij aansluiten en dat betekent
dus dat het op een ander moment kan terugkomen. Maar om nu te
zeggen, uitstel nadat we er al bijna in twee instanties over
gesproken nebben, vind ik een wat onlogische. Ik vind dus dat u
dat van tevoren had moeten zeggen, voordat de behandeling begon.
Dat heb ik niet gemerkt en dat vind ik toch een niet efficiënte