Blad 34 Verslag van de raadsvergadering van 11 maart 2002 dat is al een harde uitspraak. Voor die f 30,- gaat om het om een streven. En dat heeft natuurlijk altijd te maken met hoe zich de hele ontwikkeling van Leeuwarden-Zuid in die komende 25 jaar gaat ontwikkelen. Op het moment dat we te maken hebben met echt een economische enorme tegenvaller, heeft het natuurlijk ook consequenties voor de grondexploitatie en dan heeft het ook te maken met de vraag wat wil je op enig moment gaan ontwikkelen. Wat dat betreft zitten de marktpartijen, samen met de gemeente, voor hetzelfde aandeel voor hetzelfde probleem en moet je naar een oplossing proberen te zoeken. Het streven, zoals het nu is uitgesproken in die intentie-overeenkomst, is niet veranderd. Dat staat gewoon overeind. Het is wel de bedoeling om op weg naar die samenwerkingsovereenkomst dat ook verder uit te werken en dat tot hardere afspraken te maken en die moeten dan ook opgenomen worden in die samenwerkingsovereenkomst. Alhoewel je er dan wel rekening mee moet houden dat, gelet op feit dat we het hebben over een periode van 15 jaar, het de vraag is of dat per definitie een harde afspraak zal worden in de zin van dat ten alle tijde die f 30,- gerealiseerd zal moeten worden. Maar daar moet in ieder geval in de samenwerkingsovereenkomst op terug gekomen worden. Dan de heer Feenstra. Hij vraagt naar het wegvallen van ING, is daar met de andere partijen grondig over gesproken? Ja, daar mag u zeker vanuit gaan. Op het moment dat duidelijk werd dat de ING alsnog afhaakte, is uiteraard de gemeente met de andere marktpar tijen om de tafel gaan zitten. Andere marktpartijen hebben daarbij ook aangegeven dat het risicoprofiel voor hen met name groter wordt, niet zo zeer voor de gemeente, wel voor die marktpartijen. Het feit dat die marktpartijen ook hebben uitgesproken dat zij toch graag nog op zoek willen naar een vierde partner in verband met de ontwikkeling van het commercieel vastgoed, geeft al aan dat zij op zich ook niet blij waren met het wegvallen van ING. Dat gold overigens ook voor de gemeente, maar er is uitgebreid over overlegd. Maar er waren voldoende redenen om toch zo snel mogelijk door te gaan ook met het tekenen van de intentie-overeenkomst. De marktontwikkelingen zijn, laat ik het wat voorzichtig uitdrukken, in vergelijking met de afgelopen jaren op dit moment en voor de hele korte termijn toch wat minder gunstig. Anders zouden die marktpartijen het absoluut niet in het hoofd halen om toch over te gaan tot ondertekening. Dus dat vertrouwen is voldoende aanwezig. En als het gaat om het wegvallen van de ING en het opvangen van die partner, daar heeft u in de brief van kunnen lezen welke opties daarvoor zijn. De heer Zwart zegt, zou het niet logisch zijn om die kennis alsnog in te gaan vullen van de ING, omdat zij het vertrouwen hebben opgezegd. Daar moet ik er wel bij zeggen dat ING ook met name geïnteresseerd was, en daar zit ook hun specialiteit, in het ontwikkelen van het commercieel vastgoed. Dat commercieel vastgoed is met name ook op de langere termijn aan de orde. Dat gaat niet zo zeer om de eerste fase van de ontwikkeling van Leeuwarden-Zuid, maar met name ook in samenhang met de stadsas en de Werpsterhoek Blad 35 Verslag van de raadsvergadering van 11 maart 2002 Dat zit in een veel latere fase. Het wegvallen van de ING heeft voor een deel daarmee ook te maken. Maar op verschillende manieren kan die rol van de ING weer ingevuld worden. (De heer FeenstraHet ging ons niet helemaal om de ING, wat ik aanhaalde was meer de zorg of het met die andere twee partijen, dus die bouwbedrijvengoed is besproken wat nu Van der Werff eist, of via Bouwfonds.) Ja, voordat we met Bouwfonds tot afspraak zijn gekomen is er met de marktpartijen afgesproken onder welke condities, onder welke harde voorwaarden, die afspraken gemaakt konden worden. Daar is een overleg over geweest, die afspraken zijn op papier gezet en voordat de deal met Bouwfonds is gesloten en dus ook met Van der Werff, hebben alle marktpartijen zich daarmee akkoord verklaard. Exact volgens die voorwaarde is er ook onderhandeld met het Bouwfonds en zijn er afspraken gemaakt en is de deal, zoals die vervolgens is gesloten, ook gemaakt. Dus op basis van hele harde afspraken vooraf. U wijst erop dat in de intentie-overeenkomst de ING nog vaak wordt genoemd, dat klopt. Dat heeft dus puur te maken met die tijdsdruk, dat op één en diezelfde dag de onderhandelingen nog moesten worden afgesloten met die marktpartijen. Het feit dat tot aan vijf vóór twaalf, dus tot echt het moment van ondertekening, voortdurend nieuwe zaken op de tafel kwamen en het schijnt in dit soort onderhandelingen ook volstrekt gebruikelijk te zijn dat alle deelnemende partijen tot op het laatste moment toch nog proberen om weer nieuwe zaken in te brengen, dat geeft ook aan dat er ook met het veranderen van die intentie-overeenkomst gekozen is voor een juridisch sluitende oplossing. Dat is met de intentie overeenkomst, zoals die er nu ligt, absoluut het geval, maar dat heeft er ook toe geleid dat er geen tijd meer was om die hele intentie-overeenkomst nog eens zodanig aan te passen en de naam ING er elke keer uit te halen. Maar juridisch is het sluitend en dat is het voornaamste. De PAL/GroenLinks-fractieGrondpositie, de positie van het Bouwfonds daar heeft u wat vragen over gesteld. Ik ben daar op ingegaan. De reden waarom ING nou uiteindelijk heeft afgehaakt, is het college ook op ingegaan in de eerste brief die u ook heeft ontvangen, nadat de ING was afgehaakt en ook als soort vooraankon diging van de behandeling in de commissie, daar is inderdaad gesproken over een gebrek aan vertrouwen. Dat is natuurlijk niet iets wat de laatste maand zich voordeed. Het verschil met alle partijen, dus ook met ING, tot aan het laatste moment is er onderhandeld. ING heeft wel eens vaker aangegeven zich niet helemaal prettig te voelen tussen de grote jongens, waarmee ze aan tafel zaten. En het heeft natuurlijk te maken met vooral hun interesse in de ontwikkeling van commercieel vastgoed, dat pas op een veel langere termijn aan de orde zou komen. De heer Hoogeveen. Of er wel voldoende vertrouwen is om de GEM op te richten. Er is voldoende vertrouwen tussen de marktpartijen en de gemeente om die GEM op te richten. In ieder geval voldoende

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 2002 | | pagina 18