Blad 16 Verslag van de raadsvergadering van 11 maart 2002 dat de provincie verantwoord omgaat met deze steun, zodat er geen tweede SCI-situatie ontstaat, maar daar gaan wij hier niet over. Deze poging tot doorstart van de Veemarkt is dus belangrijk voor Leeuwarden, en ik zou daarbij willen opmerken, al was het alleen al omdat Groningen er geen meer heeft. De heer Brok (weth.)Of dat nou reden voor ons moet zijn om hem vooral in de lucht te houden, dat weet ik niet. Wat wel natuurlijk gespeeld heeft in die hele discussie en ook de nasleep van de MKZ, is dat er op enig moment nog door een aantal gemeenten heel duidelijk gesteld werd van ook bij ons moet de Veemarkt blijven en dat vervolgens weer naar een aantal weken bleek dat daar niet aan vast gehouden kon worden, gezien de actuele stand van dat moment. Even voor u beeldvorming, Leeuwarden heeft de enige Veemarkt waar geen directe bijdrage is van de overheid om die Veemarkt in stand te houden op dit moment. Dat moet de heer Feenstra met name erg aanspreken, het college in ieder geval wel. Wij vinden ook dat wij absoluut niet terug moeten naar een constructie, waarbij de overheid direct participeert bij het in stand houden van zo'n veemarkt. In die zin is het ook zo dat alle constructies, die op dit moment nog bestudeerd worden, want dat is op dit moment de actuele stand van zaken, de insteek zijn van de gemeente Leeuwarden om in ieder geval een constructie voor te staan waarbij de gemeente niet zelf actor is. Wel in de zin van het beschikbaar stellen van geld, maar niet bij het zitting nemen in besturen of stichtingen om tussen de stichtingen de Veehandel Noord-Nederland en het FEC te komen zitten. Dat is insteek. Mocht het college daar niet aan vast kunnen houden, heb ik ook in de commissie gezegd, dan kom ik op dat punt ook terug in de commissie om daarover met u te discussiëren. Hetzelfde geldt over het bedrag, het bedrag dat nu in zijn totaliteit gevraagd wordt is nodig om die voorzieningen te treffen om in de toekomst die veemarkt ook mogelijk te laten zijn in de gemeente. Mochten wij daaroverheen komen, kom ik terug naar commissie en raad om daar met u over te discussiëren. Vooralsnog ziet het er naar uit dat alles gerealiseerd kan worden voor het bedrag, zoals ook in de raadsbrief genoemd is, maar van dag tot dag komt er bij ons weer nieuwe informatie binnen van het RVV, van het departement, van de provincie, waardoor in de onderbouwing van het één en het ander niet alles meer klopt, zoals nu in de raadsbrief staat. Ik heb u dat ook in de commissie gezegd. Mochten daar nog grote verandering ook in komen, zal ik ook op dat punt opnieuw de discussie met u aangaan. Waarom dan toch vandaag dit voorstel? Omdat wij op hele korte termijn ook feitelijk over moeten gaan tot het beschikbaar stellen van geld om die voorzieningen aan te kunnen brengen, omdat anders het RVV zegt dat die veemarkt moet sluiten. Het departement heeft ook weer niet direct grip op de RVV, die is daar toch enigszins autonoom in. We moeten niet laten gebeuren dat nu, nadat die kalverenmarkt is opengegaan en de schapenmarkt is opengegaan en de markt voor het slachtvee is opengegaan, het toch weer de stop uit getrokken wordt, want als we het nu het moment verliezen dan is Blad 17 Verslag van de raadsvergadering van 11 maart 2002 het echt afgelopen met die veemarkt. Op zich blijft natuurlijk de hele toekomst van de veemarkt een punt van zorg, ook voor het college, want er hoeft natuurlijk maar een nieuwe epidemie uit te breken en we zijn weer waar we vandaan kwamen. Daar moeten we maar niet teveel aan denken, al was het alleen maar voor de boerenstad in onze provincie en voor de agrarische sector in zijn algemeen heid. Naast dit spoor willen wij ook heel graag inzetten met het departement en wij zullen daar na de komende Tweede Kamer verkiezingen ook contact over op gaan nemen met de dan zittende regering, over de toekomst van de veemarkt als zodanig. Ook de nieuwe manier van handelen per computer, zou Leeuwarden daar leidend in kunnen worden in de toekomst. Op dit moment is het alleen maar het sluiten van de bestaande veemarkten. Er zijn er nog maar 2 open in het land. We willen ook opheffen de regio, zoals we die nu kennen, waardoor Leeuwarden ook meer prominent dan nu al het geval is, zich kan manifesteren als het gaat om de veehandel, maar daarvoor is toch echt ook een nieuwe Minister van Landbouw nodig. Ik zeg dat bewust zo, want het departement - mevrouw Inberg, ik wil u heel graag uitnodigen om met het college een kopje thee te gaan drinken bij de huidige Minister van Landbouw - de huidige Minister van Landbouw stelt wel heel duidelijk, er hoeft wat hem betreft niet een veemarkt dicht, maar in de praktijk wordt het de veehandel wel ongelofelijk moeilijk gemaakt om die veehandel en de veemarkten open te houden. Dat baart ons, samen met de gedeputeerde van agrarische zaken, grote zorgen Terug naar een aantal punten, zoals die naar voren zijn gebracht. In ieder geval stel ik vast dat er grote en brede steun is voor dit voorstel en daar is het college heel erg blij mee, want daarmee kunnen wij naar de provincie, maar ook naar alle veehandelaren en boeren in de provincie, duidelijk maken dat die markt, die al 770 jaar in onze gemeente plaats heeft, ook wat ons betreft toekomst kan krijgen met geld van de gemeente erbij. Wij dragen bij als ook blijkt dat de handel zelf een substantiële bijdrage levert. Dat ziet u ook in het voorstel dat in de commissie is geweest. De handel is daartoe bereid gebleken. Er is ook sprake van een groot bedrag van de provincie, die samen met de handel en de gemeente zorgt dat één en ander vorm gegeven kan gaan worden. Niemand is daar tot nu toe ook op terug gekomen. Ais ik kijk naar die lening, kan die constructie nog enigszins wijzigen, maar daar heb ik zojuist al wat meer over gezegd. We proberen het zo te doen dat mocht er tussentijds toch iets misgaan, delen van het bedrag, dat u nu beschikbaar stelt, ook over kunnen blijven. Of dat lukt, dat durf ik niet toe te zeggen, maar we proberen dat wel De heer Zwart zegt terecht: ik heb het idee dat de directie van het FEC niet staat te trappelen. Ik weet niet hoe de directie van het FEC op dit moment in deze discussie staat, maar we hebben wel met elkaar een afspraak gemaakt en daarvan heb ik ook namens het college gezegd, afspraak is afspraak en daar houd ik u aan. Het

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 2002 | | pagina 9