E
■HMMNHMMMMMMHI
Blad 4
Verslag van de raadsvergadering van 14 maart 2002
allemaal dat wij daarin onze weg nog moeten vinden en dat
wij dat allemaal in het komende jaar nog moeten uitvinden.
Het dualisme geeft naar mijn overtuiging een betere manier
van werken aan en geeft de positie van enerzijds het colle
ge en anderzijds de raad op een veel duidelijke manier aan
wat hun taken zijn in dat bestel. Maar het is niet zo, en
sommige mensen denken dat, dat het vanzelfsprekend de bur
ger daarbij helderder wordt het dat die meer betrokken
wordt. Daar zul je meer voor moeten doen.
Wij hebben gelezen en wij zullen dat ook trachten uit te
voeren, dat bijvoorbeeld in de komende periode het nodig is
dat de raad zelf haar beleidskaders zal stellen voor het
nieuwe beleid en dat daarmee vanzelfsprekend op dat ogen
blik de rol van de burger meer in beeld komt, want datgene
wat de burger wil, moet vertaald worden in beleidskaders
door de raad en dat zal dus de onderlegger zijn van datgene
wat het college moet uitvoeren.
Ik moet u zeggen dat ik vind dat het een veel te eenvoudige
manier van voorstellen is, want ik ga ervan uit dat ook al
hebt u gesprekken met burgers - en die zult u hebben, daar
kom ik zo direct nog op terug - dat dat niet betekent dat
de burgers u een kaderstelling zullen aanbieden, zelfs ele
menten van een kaderstelling zal dus nog heel lastig zijn.
U zult dus met het dualisme op een andere manier moeten
werken, nogmaals ik denk dat het helderder en inzichtelij
ker kan worden voor de buitenwereld en voor de burgers dus
ook. Maar het betekent niet vanzelfsprekend dat u daarmee
uw rol als volksvertegenwoordiger goed uitgezet en goed
uitgevoerd hebt al.
Maar hoe moeten wij het dan doen? Ik heb daar natuurlijk
niet een pasklare oplossing voor, alleen ik denk wel dat er
een aantal zaken zijn die wij in gedachten moeten houden.
Als wij met elkaar zeggen: je moet meer naar de burger
luisteren, dan kan niemand daar tegen zijn. Maar als dat
betekent dat dat alleen maar passief luisteren is, dan is
dat niet datgene waar de burger veel mee opschiet of waar
de maatschappij veel mee opschiet. Ik denk dat het uiterst
noodzakelijk is, en dat wij dat nu met name gedaan hebben,
dat er een dialoog met burgers aangegaan wordt, een dialoog
in de zin van een gesprek, de burger heeft een standpunt, u
hebt een standpunt en u gaat met elkaar in gesprek.
Samen praten, luisteren maar ook staan voor wat je vindt.
Want het is niet zo dat het altijd vanzelfsprekend is dat
datgene wat de burger wil dat dat de laatste waarheid is.
Dat geldt natuurlijk ook voor raadsleden. Maar juist de
noodzaak om met elkaar te praten, om elkaar te begrijpen,
om met elkaar op een meer intellectuele manier van gedach
ten te wisselen, dat is iets wat wij misschien te weinig
gedaan hebben en daar zullen wij in de komende periode veel
aandacht aan moeten besteden.
Er is nog een punt dat belangrijk zal zijn om in gedachten
te houden bij de gesprekken met de burgers. U zult meer dan
Blad 5
Verslag van de raadsvergadering van 14 maart 2002
voorheen aangesproken worden op uw eigen rol. In het verle
den - u zult dat zelf nooit gedaan hebben - was het moge
lijk om te zeggen dat u dat ook niet van mening was, maar
dat het college dat wilde. Dat kan dus niet meer. U bent
verantwoordelijk, u bent aanspreekbaar en u kunt zich ach
ter niemand meer verschuilen.
Er zijn in de analysen ten aanzien van de ontwikkelingen,
die zich afgespeeld hebben bij de verkiezingen en waar wij
nog steeds allerlei golven van navoelen denderen, ook woor
den gewijd aan de rol van de media. Ik denk dat het goed is
dat wij ons realiseren dat als wij het hebben over het meer
betrekken van de burger, dat het natuurlijk ook belangrijk
is dat zowel de media als wij politici of pseudo-politici
of hoe je net ook wilt noemen, volksvertegenwoordigers,
vooral ook na willen denken over de kwaliteit. Hoe ga je om
met de media, hoe gaat de media met ons om en wees daar ook
kritisch in. Twee voorbeelden.
Met alle respect en erkentelijkheid voor het feit dat Mer-
curius, de lokale omroep, de lijsttrekkers heeft uitgeno
digd voor een lijsttrekkersdebat, dacht ik toch naderhand
dat je zo'n lijsttrekkersdebat met tien lijsttrekkers op
een rij natuurlijk nooit tot een succes kunt maken. Dat be
tekent dat zowel de radio, Mercurius, het op een andere ma
nier had moeten organiseren, maar dat ook de lijsttrekkers
ifï kwestie hadden moeten zeggen: is dit nu wel de juiste
manier, geeft dit nou een helder beeld naar de kiezer? Dan
had je misschien tot een ander voorstel kunnen komen.
Ik vind ook, als we even naar de landelijke politiek toe
gaan, dat een lijsttrekkersdebat op landelijk niveau 's
nachts om twaalf uur, terwijl alle heren uitgeteld zijn,
behalve één, natuurlijk ook een verkeerde voorstelling van
zaken geeft, 's Nacht om twaalf uur moet je natuurlijk niet
een intellectueel lijsttrekkersdebat gaan voeren.
Kortom, wij zullen die kwaliteitscriteria veel meer op ons
handelen moeten toepassen, op al ons handelen, dus ook op
ae relatie met de buitenwereld.
Er verandert dus veel door net dualisme. Er is één ding dat
niet verandert en dat moet u zich goed realiseren, de raad
blijft het hoofd van de gemeente, u blijft het hoofd van de
gemeente en dat is dus heel bepalend ook in de periode in
relatie tot de discussies met het college.
Er zullen nog veel zaken uitgewerkt moeten worden. Wij gaan
daarvoor een raadsconferentie beleggen, daar bent u harte
lijk voor uitgenodigd. Wij moeten nog nadenken over de Re
kenkamerfunctie, over het commissiestelsel, over de frac
tieondersteuning. Er zijn een heleboel dingen die wij nog
r.iet goed uitgedacht hebben, daar hebben wij nog een heel
~aar de tijd voor.
Ik wens u allemaal een uitermate prettige periode toe. Ik
hoop dat u hier heel plezierig met elkaar werkt. Ik wens
ons allemaal veel stabiliteit toe. Ik hoop dat wij alle-