Blad 50
Verslag van de raadsvergadering van 8 april 2002
van ambtenaren van de Burgerlijke Stand, die vanwe
ge hun godsdienstige overtuiging principiële bezwa
ren hebben tegen het voltrekken van huwelijken tus
sen personen van hetzelfde geslacht, het hebben van
gewetensbezwaren tegen het voltrekken van huwelij
ken tussen personen van hetzelfde geslacht, niet
als weigeringgrond mag worden gebruikt voor benoe
ming cq. herbenoeming in de functie van buitenge
woon ambtenaar van de Burgerlijke Stand, met in
achtneming van het uitgangspunt dat voldoende amb
tenaren van de Burgerlijke Stand beschikbaar zijn
voor het voltrekken van alle huwelijken;
2. het college van Burgemeester en Wethouders op te
dragen deze beleidswijziging met betrekking tot het
benoemingsbeleid inzake buitengewone ambtenaren van
de Burgerlijke Stand uit te voeren en nadere rege
len op te stellen met betrekking tot het inrooste
ren van ambtenaren van de Burgerlijke Stand;
3. de benoeming van mevrouw Eringa-Boomgaard met te
rugwerkende kracht te verlengen van 1 januari 2001
tot 1 januari 2005 of langer;
4 deze motie ter kennis te brengen aan de staatsse
cretaris van Justitie met het verzoek de uitspraak
van haar ambtsvoorganger, dat gemeenten indien zij
dat willen, ruimhartiger beleid kunnen voeren,
alsnog in formele wetgeving te verankeren;
5. een afschrift van deze motie toe te zenden aan de
Tweede Kamer der Staten Generaal in haar functie
van medewetgever;
en gaat over tot de orde van de dag.'
Deze motie is mede ondertekend door mevrouw Haitsma namens
de CDA-fractie, door de heer Stoelinga namens de Leefbaar
Leeuwarden-fractie en door de heer Jacobse namens de frac
tie van de Nieuwe Leeuwarder Partij
De Voorzxtter: Bij een interpellatie is het zo dat eerst de
interpellant het woord krijgt, dan krijgt de wethouder het
woord, dan kan de interpellant, als hij dat wil, nog een
keer reageren. Maar de motie is al ingediend, dus ik denk
dat dat niet nodig is, en dan als het zinvol is en nodig is
kan er door de andere leden van de raad nog het woord ge
voerd worden.
De heer Krol (weth.)Voorzitter, namens het college wil ik
als volgt reageren.
De gemeenteraad van deze gemeente heeft in juni vorig jaar
het besluit genomen omtrent de verlenging van een contract
var. een buitengewone ambtenaar Burgerlijke Stand, een BABS
wei genoemd, ik noem net ook wel trouwambtenaar. Dat be
sluit hield in ontbinding van net contract per 1 september
2001. De motivering luidde - en ik doe het heel kort door
Blad 51
Verslag van de raadsvergadering van 8 april 2002
de bocht, omdat ik vind dat we de discussie van vorig jaar
niet integraal over hoeven te doen - dat elke trouwambte
naar elk huwelijk, dus ook het huwelijk tussen twee mensen
van hetzelfde geslacht, zou moeten kunnen sluiten. Er is
toen een uitgebreide argumentatie en juridische onderbou
wing gegeven, die u terug kunt vinden in de notulen van die
bewuste raadsvergadering. Nogmaals het is niet de bedoeling
van ons om dat over te doen.
Tegen dat besluit is beroep aangetekend door betrokken
trouwambtenaar, zowel bij de commissie van de beroeps- en
bezwaarschriften voor personeelsaangelegenheden, als ook
bij de commissie Gelijke Behandeling.
Na de uitspraak van die twee commissies heeft het college
zich daar opnieuw, rekening houdend met het eerder ingeno
men standpunt, over beraden en handhaaft haar principiële
stellingname, mede gebaseerd op de raadsuitspraak van juni
jl., namelijk, en ik herhaal dat nog maar een keer, dat el
ke trouwambtenaar elk huwelijk moet kunnen uitvoeren.
Daar komt bij dat het college vindt dat een BABS, een
trouwambtenaar, geen gewone ambtenaar is en dat daaromtrent
dus rechtspositioneel andere regels gelden. Vandaar dus ook
de niet ontvankelijkheidverklaring van de commissie Be
roeps- en Bezwaarschriften. U hebt dat kunnen lezen.
Met betrekking tot het advies van de commissie Gelijke Be
handeling kan ik u zeggen dat het college dat niet heeft
opgevolgd vanwege het feit dat de wet, welke het huwelijk
regelt, geen bezwaren daar tegen op grond van gewetensbe
zwaar expliciet regelt. Bovendien kiest het college ervoor
om deze stellingname juridisch getoetst te krijgen om ver
volgens die uitspraak, zoals dat hoort, ook te kunnen res
pecteren. Wat dat betreft vervult Leeuwarden een voortrek
kersrol, omdat meerdere gemeenten hetzelfde standpunt hul
digen, los van wat staats secretaris Kalsbeek daarvan
vindt, wat overigens lijkt op een eerder ingenomen stand
punt van staatssecretaris Cohen, dat toen, vorig jaar juni,
ook onderdeel geweest is van de beraadslagingen van deze
raad
Tot slot.
Ik zelf heb een minderheidsstandpunt ingenomen, de motive
ring daarvan luidt: gegeven de uitspraak van de raad van
afgelopen juni jl., gegeven de uitspraken van vernoemde
commissies, ben ik van mening dat het contract verlengd had
moeten worden tot 1 januari 2005.
Als laatste de volgende opmerking. Er is regelmatig contact
geweest, en dat zeg ik richting de heer Stoker, tussen de
portefeuillehouder, portefeuillehouders, dat betekent dat
ikzelf, maar ook mijn voorganger, regelmatig contact hebben
gehad met betrokkene, veelvuldig zelfs, en niet alleen over
procedurele zaken, maar ook inhoudelijk. Dus het niet heb
ben van contact kan ik absoluut niet plaatsen.