Blad 54
Verslag van de raadsvergadering van 8 april 2002
diging aanvoeren dat er nog geen jurisprudentie was en dat
het moeilijk is diverse grondrechten te wegen. Daar is die
commissie ook voor. Natuurlijk kunt je zeggen, ik ben het
niet eens met de commissie, maar indien ieder persoon, be
drijf of organisatie, dan wel gemeente zelf gaat bepalen
wanneer er sprake is discriminatie zal er natuurlijk naar
dit oordeel nooit sprake zijn van discriminatie, ieder zal
het zo uitleggen als het haar welgevallig is. En juist met
het oog daarop is die onafhankelijke commissie in leven ge
roepen. Wil Leeuwarden met enig gezag kunnen blijven optre
den tegen vormen van discriminatie in woord en daad, dan
kan zijzelf uiteraard niet doorgaan met discrimineren. Im
mers, indien de gemeente een organisatie op discriminatie
zal aanspreken, zal die gelijk antwoorden: u discrimineert
zelf. Het argument van deze gemeente dat zij zelf wil uit
maken wanneer er sprake is van discriminatie, zou uitslui
tend hoongelach teweeg brengen.
Velen van ons hebben gesproken over de blijdschap dat de
NNP, de Nieuwe Nationale Partij, niet in deze raad heeft
plaatsgenomen, omdat zij discriminatie voorstaat. Wij moe
ten onszelf ook de spiegel kunnen voor houden. De ene dis
criminatie is niet erger of minder erg dan de andere of we
het daar nu zelf mee eens zijn of niet.
De Nieuwe Leeuwarder Partij wil integer blijven, vrij van
iedere vorm van discriminatie. En als een onafhankelijk or
gaan vaststelt dat wij tegen onze wil toch blijkbaar dis
criminatie hebben begaan, dan moeten we daarop terugkomen
en moeten wij de uitspraak respecteren. Dat is de reden
waarom wij thans wel voornemens zijn het voorstel van de
heer Stoker te steunen.
Mevrouw Inberg: Indertijd hebben wij samen met de Nieuwe
Leeuwarder Partij een motie ingediend om mevrouw Eringa te
herbenoemen. Ik had ook de motie van de heer Stoker willen
steunen namens de D66-fractie, alleen de motie die hij op
dit moment voorleest gaat veel verder dan de motie die hij
in eerste instantie heeft voorgelegd en dan komen wij in
gewetensconflict. Het is namelijk niet de bedoeling van de
D66-fractie om bij het nieuw aannemen van trouwambtenaren
mensen aan te nemen die niet paren van hetzelfde geslacht
Willen huwen. Wij waren indertijd voor herbenoeming van me
vrouw Eringa, omdat het een overgangsbeleid was en wi^ von
den dat niet terecht dat zij op dat moment ontslagen werd.
Maar wanneer de heer Stoker nu toevoegt dat ook in komend
beleid mensen aangenomen moeten worden die bezwaren hebben
om paren van hetzelfde geslacht te huwen, dat lijkt ons te
gen het beleid dat de gemeente Leeuwarden zelf heeft opge
steld en die heeft toch wel de keuzevrijheid om te zeggen:
wij willen wel ambtenaren die beide paren huwen. Vandaar
dat ik toch even een toevoeging geef op het wel of niet on
dersteunen van de motie.
Blad 55
Verslag van de raadsvergadering van 8 april 2002
Mevrouw Dolstra: Wij vonden toen ook al als fractie Dolstra
dat het eigenlijk al onterecht was dat mevrouw Eringa haar
functie werd stop gezet en wel om de volgende reden. In de
wet was de ruimte gegeven dat zij aan kon blijven, bij de
uitvoering van die wet werd gezegd dat de gemeente dat kan
invullen naar zijn eigen behoren. Het is niet uit religieu
ze overwegingen dat ik toen gezegd heb dat zij beslist aan
moest blijven, maar wij vinden het toch een vorm van onge
lijkheid, dat gaf de heer Jacobse ook al aan, dat zij op
deze grond niet verder aan het werk kon. Wij zien het ei
genlijk zo ongeveer als een arts in het ziekenhuis, die
verplicht wordt euthanasie uit te voeren. Dit lijkt mij
zo'n beetje hetzelfde dilemma waar je dan voor komt staan.
In feite, als je wet zo toepast, zou dat in feite precies
hetzelfde moeten wezen. Wij leven hier in een complexe
maatschappij, ik heb het toen ook gezegd, er worden zoveel
wetten gemaakt en geef dan die ruimte. Als het zo was dat
de homo's niet zouden kunnen trouwen, dan zou je inderdaad
die wet op die manier door moeten voeren. Maar als die
ruimte er is, als er genoeg andere ambtenaren over zijn,
die dat wel willen, dan moet er een ruimte zijn, ook al zal
het percentagegewijs wezen qua ambtenaren, die met gewe
tensbezwaren geen homohuwelijken willen voltrekken.
Daarom steunen we de motie van de heer Stoker in zijn ge
heel, omdat wij eigenlijk vinden dat het hele beleid er op
toegericht moet zijn dat mensen met gewetensbezwaren ook
als buitengewoon ambtnaar of als ambtenaar gewoon aan de
slag kunnen. Want het is inderdaad gewoon discriminatie als
dat niet kan en dan schieten wij door op het andere vlak en
dat moet ook niet.
De hear Posthumus: Wy sille de moasje stypje. Foar üs as
FNP-fraksje is it wol in relatyf nije matearje. Wy komme no
krekt yn de gemeenteried, de oaren sieten der fansels al
foar 6 maart. Dat wol lykswols net sizze dat wy der net oer
neitocht hawweWy fine diskriminaasje net te tolerearjen,
net op grün fan geslacht, ras, nasjonaliteittaal of wat
dan ek, mar ek net op grün fan godtsjinst. Mar fjirder wat
üs oangiet binne prinsipes wol hiel wichtich en dy moatte
wy safolle mooglik respektearjeYn dit gefal wie it ek
mooglik dat oare amtners dy rol op har namen. Der hie yn
prinsipe in praktyske oplossing mooglik west. Dêrom sille
wy dus de moasje stypje.
Mevrouw HsdtsmêiDe CDA—fractie betreurt het dat de meer
derheid van het college van de gemeente Leeuwarden de uit
spraak van de commissie Gelijke Behandeling naast zich
heeft neergelegd. Er is volgens deze commissie geen objec
tieve rechtvaardiging. De gemeente heeft 7 ambtenaren van
de Burgerlijke Stand die geen gewetensbezwaren hebben,
waardoor gewaarborgd is dat homohuwelijken zonder problemen
voltrokken kunnen worden. De gemeente voert onder andere