Blad 16 Verslag van de raadsvergadering van 13 mei 2002 De heer Brok (weth.): Als het presidium besluit om dat een keer te agenderen voor een commissie, dan kan ik mij alleen maar een heel enthousiast college voorstellen, omdat wij ook de afgelopen periode in het monistische systeem ver schillende keren met u die discussie over die punten, die u nu ook bedoeld, hebben willen voeren, ook die terugkoppe ling hebben willen doen laten plaatsvinden in de commissie. Het gaat over heel veel geld, het gaat over grote belangen en het college wil graag op enig moment, ook u zegt dat dit verstandig is, graag die discussie nog eens voeren met de raad op een aantal punten, zoals die genoemd worden in deze brief De heer Ten Hoeve: Ik wil een zijdelingse opmerking maken. Het gaat hier om de aankoop van de Ottema Kingma Stichting voor een bedrag van 12 miljoen. Wat ik altijd wat bijzon der heb gevonden is dat de Ottema Kingma Stichting in zijn statuten heeft staan dat het een grote taak heeft voor de heemschutgedachte in Leeuwarden en dat daar formeel nauwe lijks iets van terechtkomt. Dit bedrag van 12 miljoen, dat natuurlijk veel meer is dan in de boeken staat, geven wij nu terecht in het kader van onderhandelingen. Het zou aan de andere kant heel aantrekkelijk zijn, nu er zo'n groot bedrag naar die stichting gaat, dat ook die oorspron kelijke doelstelling van notaris Ottema naar Leeuwarden toe, met dat geld - er is nog veel meer - ook weer vorm krij gt De heer Brok (weth.)De heemschutgedachte is in de statu ten opgenomen, maar de stichting heeft meerdere doelen. Ik kan u wel vertellen dat de stichting relatief vaak buiten gewoon belangrijke aankopen doet, ook voor musea in deze stad. Onlangs heeft men nog de hele aardewerkcollectie van Koninklijke Tigchelaar in Makkum aangekocht, die zich nu in onze stad bevindt. Dat is niet één op één bekostigd van het geld dat men hiervoor krijgt, maar die stichting doet wel buitengewoon boeiende dingen op het terrein van cultuur, ook voor onze stad. In die zin denk ik ook dat men met het geld, dat men hiervoor krijgt, buitengewoon aardige dingen zal gaan doen in de toekomst. Ik zal de suggestie, want zo zie ik het toch een beetje, met betrekking tot heemschut nog eens overbrengen naar het stichtingsbestuur. (De heer Ten Hoeve: Mijn suggestie gaat eigenlijk verder. Het gaat om heel veel geld en er is bij de Ottema Kingma Stichting nog meer geld. Ik zou ontzettend graag willen dat de doelstellingen, statuten en huishoudelijke reglementen (ik heb ze u gegeven) eens tegen het licht worden gehouden, naast ook de benoemingstoestandenwant neel duidelijk wordt daaruit dat er een grote taak ligt naar Leeuwarden. (De Voorzitter: Even voor alle duidelijkheid, datgene wat de heer Ten Hoeve zei was inderdaad op het randje van de Blad 17 Verslag van de raadsvergadering van 13 mei 2002 orde, omdat ik zo liberaal ben af en toe heb ik het toege staan, maar het kan dus niet.) (De heer Van Mourik: Een laatste opmerking. Het college is bevoegd en neemt die bevoegdheid ook, maar nu is de beslis sing genomen en wordt deze aan ons voorgelegd, dat gebeurt voor een deel met een aanvullende brief, waarin eigenlijk wordt gezegd: 'als we dit niet doen, dan kunnen wij de in tentieovereenkomst niet sluiten'zo lees ik de brief. Het blijkt dat die intentieovereenkomst al gesloten is. In een volgende fase als consultatie van de raad noodzakelijk wordt geacht door het collegeheb ik liever dat het in een eerder stadium gebeurt en dat wij dan ook zelf een reële afweging kunnen maken tussen het laten vervallen van de ju ridische procedure aan de ene kant en het betalen van een hogere prijs aan de andere kant.) Dat wil ik wel toezeggen, want ik denk dat dat juist is. Maar hier is vooral van toepassing het volgende. Het colle ge heeft u in het oude systeem zorgvuldig geformuleerd, middels ook de brief van elf kantjes en de discussie in be slotenheid. Nu zou het college formeel niet meer hoeven te informeren, met alles wat daarbij hoort. Het college kiest daar toch voor, omdat wij nog op een moment zitten van: moet je het wel of moet je het niet doen. Daarom deze brief. Maar ik had ook liever gehad dat deze brief eerder naar de commissie was gezonden. U ziet ook dat die brief eerder geschreven is, maar hij is te laat bij de raad te rechtgekomen. Dat had anders gemoeten, inclusief de toevoe ging die u bij dat punt maakt, voorzitter. De Voorzitter: Aan de orde is de stemming. Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten overeenkomstig het voorstel van het college. Punt 16 (bijlage nr. 76). De Voorzitter: Aan de orde is Evaluatie declaratieregeling minima Leeuwarden 1999-2001, De heer Florign: De PvdA-fractie stemt in met de evaluatie declaratieregeling minima. De invoering van de declaratie regeling heeft geleid tot een hogere maatschappelijke par ticipatie bij de doelgroep. Vooral het vouchersysteem was erg succesvol. Wij zijn blij met de verhoging van de ver goeding met 15: en de jaarlijkse aanpassing op basis van de CBS-index en de inflatiecorrectie. Het lijkt ons echter op dit moment nog niet verstandig om de vergoeding te verhogen naar 100,-. Wij vinden net verstandig te wachten op de uitkomst van de zogenoemde lang-iaag regeling. Het wets voorstel is inmiddels door de ministerraad aangenomen en ligt voor advies bij de Raad van State. Wi^ weten ook niet

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 2002 | | pagina 9