Blad 48
Verslag van de raadsvergadering van 10 juni 2002
mee nu hier zo adhoc besluit dat op elk moment dat je zegt
dat er nog een tekort aan direct beschikbare studentenhuis
vesting zou zijn, dat betekent dat dat een prioriteit heeft
boven de voortgang van de stedelijke vernieuwing. Dat adhoc
besluit op dit moment wil ik zo verder niet nader gekwanti
ficeerd nemen. Vorige week heeft er een onderzoek in de
krant gestaan, dat ik geloof in plaatsen als Wageningen en
er was nog een plaats waar studenten komen, waar geen ge
brek aan studentenhuisvesting was en in alle overige plaat
sen wel. Daarmee wil ik absoluut niet de problemen die we
met studentenhuisvesting hebben bagatelliseren, maar ik ga
hier nou niet zo maar los zeggen: zolang er tekort is op
die markt mag er niet gesloopt worden. Dat gaat me nu even
te snel. Dat we de zaak op elkaar afstemmen, dat we probe
ren op dat vlak te regelen wat er geregeld kan worden, dat
heb ik net ook al gezegd.
(De heer Van Olffen: Mag ik de vraag dan verbreden dat deze
redenatie voor de hele goedkopere sector geldt?)
Ja, ook al weer, maar in welke mate dan en hoeveel moeten
we dan tekortkomen, onder wat voor voorwaarden stop je dan
het stedelijke vernieuwingsproces? Ik denk dat, voordat er
dergelijke keuzes gemaakt moeten worden, je toch even iets
meer moet weten dan zo los uit de hand nu even te besluiten
dat dat altijd prioriteit heeft boven het proces van de
stedelijke vernieuwing.
Meneer Feddema, studentenhuisvesting Eikenflats en vanuit
de Eikenflats komt u tot de vaststelling dat alle initia
tieven op het gebied van studentenhuisvesting positief moe
ten worden begeleid. Dat is zo, maar dat geldt voor alle
initiatieven ten aanzien van woningbouw in het algemeen ook
waarvoor zoals u weet die taskforce bestaat. We proberen
ook op het vlak van de studentenhuisvesting alle initiatie
ven zo positief mogelijk te begeleiden. Ik hoop dat u uit
mijn woorden hebt kunnen horen tot nu toe dat we dat als
een dringende zaak ervaren.
Dat we niet alles zelf kunnen beslissen wat de corporaties
willen slopen, daar heeft u gelijk in, maar ook de corpora
ties, samen met het collage, met het gemeentebestuur, heb
ben natuurlijk wat dit betreft een verantwoordelijkheid die
uiteindelijk, als het gaat om de bediening van de woning
markt, heel dichtbij elkaar komt en daar is natuurlijk de
grootste samenwerking noodzakelijk, ook op dit vlak, als
het gaat om wanneer je keuzes maakt voor de sloop van wat.
Mevrouw Dolstra, die 25% en zij komt dan met wat er in het
zuidwestelijk gedeelte gebeurt. Inderdaad daar worden alle
sociale huurwoningen weggesloopt, daar komen allemaal hui
zen in een andere klasse terecht, daar voldoe je dus duide
lijk niet aan die norm, maar die norm kun je dus ook niet
op elke schaal maar toepassen. Dat gaat ongetwijfeld hier
trouwens meer dan goed hoor, als je naar de Vrijheidswijk
Blad 49
Verslag van de raadsvergadering van 10 juni 2002
kijkt dan wordt die norm ver overschreden, maar je kunt hem
zelfs op wijkniveau niet overal in Leeuwarden toepassen en
is het ook niet noodzakelijk dat je hem toepast. Je moet op
het totaal aan die norm beantwoorden en het is lastig cm op
een willekeurige oppervlakte van een wijk, die aangepakt
wordt in het kader van de stedelijke vernieuwing, elke norm
die nationaal vastgesteld wordt los te laten.
De heer Van de Brug heeft dan nog die twijfels over alles
aanpakken en zo vlug mogelijk. Zo lang het niet gebeurt is,
is het altijd ambitie en is er altijd reden voor twijfel.
Maar de ambitie is om het aan te pakken en zo vlug moge
lijk
De heer Dekker legt nogmaals wat hij ziet als de kern van
de zaak uit. Ik neem daar kennis van. De heer Dekker dient
daarbij een motie in. Ondanks het tekort aan betaalbare
huurwoningen worden er toch 454 woningen gesloopt en u
vraagt in uw motie dat aan te passen. Er zijn natuurlijk al
van die 454 een groot aantal woningen gesloopt. Het groot
ste deel van wat er nog staat is inmiddels leeg en ontman
teld. Dat wil zeggen dat daar vrijwel onherroepelijke pro
cessen hebben plaatsgevonden in die huizen. Dat kan niet
meer teruggedraaid worden. Wat uw doel is om alsnog de
planontwikkeling zoals die nu voorligt in het zuidwestelijk
gedeelte niet te accepteren met uw motie, niet in deze
vorm. Ik ben van mening dat u daarmee een deel van de ziel
uit het hele wijkontwikkelingsplan haalt en ik zou die mo
tie onder die argumentatie sterk af willen raden.
De heer Posthumus herhaalt zijn vraag over het tekort van
2,5 min. euro hier, overigens fors minder dan voorzien en
van tevoren reeds van dekking voorzien, of dat voor het to
taal 7 x 2,5 min. euro geldt. Dat kan ik zo niet zeggen. Ik
heb u ook gezegd, voor elk deelgebied zal een aparte grond
exploitatie worden ontwikkeld, die u exact inzicht geeft in
hoe het ermee staat en hoe groot eventuele verliezen/tekor
ten daar zijn en in totaal is het de bedoeling dat het bin
nen het raamwerk van de grondexploitatie, zoals aangegeven
is in de kadernotitie, blijft.
Mevrouw Inberg, ik ben het niet met u eens dat het noodza
kelijk is om een stuk van de rand van het huidige ontwikke
lingsgebied van zuidwest aan de rondweg vrij te houden om
het winkelcentrum zijn kansen te geven. Ik denk dat het
centrumgebied te ontwikkelen als multifunctioneel centrum
zijn kansen volop zal krijgen en dat de ligging daarvan en
een moeiteloze toegankelijkheid vanaf de rondweg, in die
zin de haalbaarheid van dat totale multifunctioneel centrum
en dan van de commerciële functies daarbinnen garandeert.
Dat is iets anders, dan waar u mij kennelijk steeds op wil
pinnen of voor elke afzonderlijke commerciële vestiging,