Blad 26 Verslag van de raadsvergadering van 24 juni 2002 doorsnijdt een stadsplein. Dat soort stedenbouwkundige oplos singen zijn niet goed. Maar ik wil eerst terug naar vorige plannen voor het Oidehoof- sterkerkhof, het plan Stadsrand. Aanleiding, uitgangspunt was een facelift, een mooie stedenbouwkundige vormgeving van het Oldehoofsterkerkhofwant hoe het er bij lag aan de rand van de Binnenstad dat stond ons niet aan. De consequentie van die keuze was dat auto's onder de grond moesten. Het was dus niet eerst parkeren en dan een stedenbouwkundige invulling. Daar is ontzettend veel over vergaderd, er is inspraak geweest, er zijn prijsvragen geweest, er is een stadsdebat geweest, er zijn tentoonstellingen geweest, pagina's in Huis aan Huis, een televisiedebat. Daar is niks van overgebleven. Op die manier - ik gebruik die woorden niet graag - neem je de burgers echt niet serieus. Hier hebben heel veel mensen aan meegedaan. Dat was de inrichting van het plein. Daarnaast koos de meerderheid van de raad voor een pleinvormend gebouw aan de rand van het Heer Ivostraatje, onder bedrijfsbe- stemming, boven woningen en het zou individuele bouw worden. We zijn er met de raadscommissie voor op excursie geweest naar Delft waar Fons Verheijen ons plannen van heeft laten zien. Vervolgens, het Heer Ivostraatje zou een binnenstadsstraatje worden, een intiem straatje met een mooie route naar de Prin sentuin, naar de Groeneweg. Wat blijft hiervan over? Voor de herinrichting van het plein is een vierkantemeterprijs vastge steld van f 200,- per vierkantemeter. Over de invulling, de vormgeving wordt natuurlijk direct gezegd, dat komt later, maar het heeft een hele voorgeschiedenis, lezen we nu niks. Het plein wordt ook op een kleiner oppervlak heringerichtEen 'pleinafsluitend gebouw' wordt niet uitgesloten, maar de stedenbouwkundige noodzaak, want het zou een wand van een straatje worden, is niet meer aanwezig en in de plannen zoals die er nu liggen zou die naar mijn gevoel ook veel te ver op het plein komen. Maar het belangrijkste van alles, het Heer Ivostraatje zou een intieme verbinding worden. Maar al die intimiteit verdwijnt. Als je de nota leest - en de opstellers doen toch dit voorstelt zijn ze zelf eigenlijk heel kritisch. Er moeten drie banen komen, de maat staat er nie_ precies bij, maar ik heb het uitgerekend, ik denk dat het zo'n achttien meter wordt. Dan moeten in dat straatje 8 a 10 auto's kunnen staan. Dat is, als u het zich voorstelt als u wandelt van het Bestuurscentrum naar het Stadskantoor, ongeveer de hele lengte van het straatje, misschien kan dat niet eens, maar daarom komt er ook een extra baan bij. Vervolgens rijden er dan in de piekuren 1400 auto's door. U moet zich voorstellen dat dat een stankgoot wordt. Als u nog lang van het Bestuurscentrum naar het Stadskantoor moet lopen, dan vrees ik ernstig voor uw gezondheid als u daar in de piekuren langs moet. Maar wat natuurlijk het ergste is, dat wat ik zo straks zei over net Wilhelminaplein wat een straat zou worden, nu een autobaantje wordt. Wat het Oldehoofsterkerkhof dat nu al zo afgesloten van de rest van het centrum ligt, Blad 27 Verslag van de raadsvergadering van 24 juni 2002 helemaal van de Binnenstad afsnijdt, waardoor je ook nog hele moeilijke toestanden voor voetgangers en wandelen enz. krijgt, terwijl juist het uitgangspunt was dat dat een hele andere kant uit zou gaan. Dan een enkele opmerking, hoewel in dit kader ook van groot belang, over de financiën. Het model Stadsrand blijkt te duur te zijn. Het model Stadsrand voorzag in een oplossing, binnen rijden van de garage aan de Groeneweg. Pas later, want wij hebben de stukken heel kort geleden gekregen, is mij duidelijk geworden dat de oplossing aan de Groeneweg zo'n f 5 a 7 miljoen meer zou kosten, maar dat dat vooral bepaald wordt omdat er dan aan twee kanten ingereden zou worden, terwijl het model Stads rand uitging van het rijden aan één kant en gebruik maken van een nog aan te leggen rotonde op de Westerplantage. Op zich geen ideale oplossing, maar wel een oplossing die het mogelijk maakt om aan de Groeneweg binnen te komen. Een ander punt bij de financiën - en dat is echt kritisch - wij willen kennelijk parkeerplaatsen, maar de bezettingsgraad van onze parkeergarages is niet voldoende. Het blijkt dat de Bastiongarage, die eerder is gerealiseerd. Het Oldehoofster kerkhof zou eerst, maar door planning is dit gebeurd. Bij de Bastiongarage blijkt dat de bezettingsgraad veel te laag is om een gunstige exploitatie te krijgen. Een nog lagere bezettings graad wordt geprogrammiseerd voor het OldehoofsterkerkhofDan rijst natuurlijk de vraag of er wel zoveel behoefte aan par keerplaatsen is. In andere plaatsen worden ze ook gebouwd, maar niet met zulke aanloopverliezen. Deze kanttekeningen maken dat wij op deze manier dit voorstel niet zien zitten. Ik wil ook nog een opmerking kwijt, dit voorstel is maar heel kort in de discussie geweest, maar ik ben nog bij geen voorstel door zoveel burgers en ook door winke liers in de buurt aangeschoten met de stellingname van dit op deze manier niet moet. Wat dan wel? De PvdA-fractie pleit voor uitstel en verdere planvorming. Voorlopig zeggen wijhoud het parkeren op niveau, 250 plaatsen up het Oldehoofsterkerkhofonderzoek (want dat is ook een opvallend element, de druk van het parkeren zit eigenlijk aan de zuidoost kant van de stad) of er ruim 100 plaatsen extra op de Klanderijgarage geplaatst kunnen worden, probeer door maatregelen de bezettingsgraad van de Bastiongarage te verhogen en zoek, want het probleem ligt met name in de piekuren, naar alternatieven in de piekuren. Dat kunnen kleinschalige oplos singen zijn, zoals het parkeerterreintje van ons Bestuurscen trum op zaterdag of het parkeerterrein Doelestraat (daar wil ik nu niet verder op ingaan) en met die alternatieven kijk dan, want er speelt nog meer in dit gebied, PB, Rijksarchief, Gemeentearchief, FLMF zijn bezig met een fusie, de Letterhoeke gaat daar ook een rol spelen, dat moet daar ook een ontsluiting krijgen. De vraag is of deze splitsing met een verkeersinstal-

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 2002 | | pagina 14