Blad 34
Verslag van de raadsvergadering van 16 september 2002
herziening van het bestemmingsplan in werking is getreden.
Dat geeft toch aan dat het college en de ambtenaren niet
geheel op één lijn zitten.
Graag willen wij duidelijk hebben wat wethouder Waanders
zegt over een briefje dat wij vonden in het boekwerk be
stemmingsplan bedrijventerrein Hemrik. Het briefje is on
dertekend door Marga en gericht aan Gerard.
Overwegende is onze conclusies dat onze fractie genoodzaakt
is om met de volgende twee moties te komen:
"De gemeenteraad van Leeuwarden,
in vergadering bijeen op 16 september 2002;
behandelend vaststelling bedrijventerrein De Hemrik;
constaterende
dat het bestemmingsplan van dien aard is dat er in
de toekomst schadeclaims geclaimd kunnen worden bij
de gemeente Leeuwarden;
- dat de toelaatbare gestelde milieugeluidsnormen
(categorie 5) van scheepswerf Welgelegen mogelijk
kan leiden tot schadeclaims, daar de woonwijk Ald-
lan in de bebouwde kom ligt en slecht 200 meter af
stand verwijderd is van deze scheepswerf terwijl de
VNG een minimale afstand van 500 meter voor-
schrij ft
- dat in het bestemmingsplan niets beschreven staat
over het mogelijk moeten plaatsen van voorzieningen
door de gemeente, zoals geluidsschermen of -wallen
met daaraan gekoppeld de negatieve financiële ge
volgen;
dat er mogelijk bouwvergunningen zijn tegengehouden
op basis van onjuiste gegevens;
besluit
het bestemmingsplan niet vast te stellen en terug
te geven aan het college;
het college de opdracht te geven om zo spoedig als
mogelijk met een goed en volledig uitgewerkt plan
te komen waarbij alle bedrijven, bedrijfswoningen
en bouwaanvragen tot op de dag van vandaag 16 sep
tember 2002 zijn meegenomen en verwerkt."
Motie 2:
"De gemeenteraad van Leeuwarden,
in vergadering bijeen op 16 september 2002;
behandelend vaststelling bedrijventerrein De Hemrik;
constaterende
dat er mogelijk bouwvergunningen zijn tegengehouden
of afgewezen op basis van onjuiste en/of verouderde
gegevens
Blad 35
Verslag van de raadsvergadering van 16 september 2002
dat in strijd met een op dat moment vigerend be
stemmingsplan mogelijk bouwvergunningen zijn afge
geven aan bedrijven;
dat er mogelijk onjuiste informatie is verstrekt
aan ondernemers en gemeenteraad;
besluit
per direct - en in overleg met het presidium - een on
afhankelijk onderzoeksbureau in te schakelen en deze
de opdracht mee te geven om te onderzoeken of de ge
meente op juiste en correcte wijze heeft gehandeld. De
bevindingen dienen zo spoedig mogelijk doch uiterlijk
voor 16 januari 2003 aan de raad te worden gerappor
teerd."
Deze moties zijn ondertekend door mijn fractiegenoot de
heer Stoelinga en mijzelf.
De heer Stoker: Met betrekking tot dit onderwerp wil ik het
hebben over twee zaken, het niet noemen van de andere zaken
betekent dat ik daarmee in kan stemmen.
Rond de bedrijfswoningen is veel informatie tot ons geko
men, er lag ook al veel, in 1999 hebben wij het er over ge
had. Er wreekt zich inderdaad ook een beetje dat heel veel
mensen, die nu in de raad zitten dat in 1999 niet hebben
meegemaakt, omdat je toch heel duidelijk kunt zien dat de
lijn die toen uitgestippeld is, op een goede wijze door het
college is verwerkt in een voorstel. Aan de andere kant is
er natuurlijk een situatie ontstaan waarvan ik zeg: je moet
niet onnodig mensen die begrijpelijk toch verwachtingen
hebben, teleurstellen en benadelen. Dat betekent voor mij
dat gezien de tekst van de motie, die de heer Posthumus zal
indienen, dat een goede mogelijkheid biedt om er toch uit
te komen. Dat is mij een lief ding waard en daarom zal ik
die motie steunen.
Voor wat betreft de windmolens, ik weet dat dat ook een
uitwerking is van het raadsbesluit. Ik heb destijds al ge
zegd het niet eens te zijn met dat besluit en ik ben graag
consequent. Dus ook hier wil ik graag de aantekening niet
in te stemmen met het plaatsen van windmolens op bedrijven
terrein De Hemrik.
Mevrouw Inberg: Voor de D66-fractie heeft steeds voorop ge
staan dat de bedrijvigheid een eerste doelstelling was van
het terrein en dat dat doorgang moest vinden. Er is een
historisch gegroeide situatie. In de loop van de tijd zijn
de milieueisen aangescherpt. Je kan niet heel zwart-wit
zeggen: zo was het en daar houden wij ons aan. Onderweg
zijn er milieuregels bijgekomen, waar wij ons aan te houden
hebben, dat is een nieuwe situatie. De politiek moet nu be
slissen wat ze wil, kan nu ook beslissen, want ze kan het
bestemmingsplan vaststellen. Op dit moment kan ze nog zeg
gen wat ze er wel of niet in wil hebben.