Blad 8
Verslag van de raadsvergadering van 16 september 2002
vooral op de financiële stand van zaken, het overleg met de
wijk, de communicatie en gedachte vervolgstappen.
Mijn eerste vraag betreft de financiële stand van zaken.
Hoe groot is de tegenvaller?
Nu is het best wel denkbaar dat het college straks opmerkt
dat de exacte cijfers er nog niet zijn, maar als dat zo is,
dan willen wij graag weten wanneer die beschikbaar zijn en
zullen wij er in het presidium op aandringen dat er zo
spoedig mogelijk een commissiebehandeling zal plaatsvinden.
Rond de financiën van dit project hebben wij op zich duide
lijk kritiek, ook al eerder in de commissie verwoord. Er
wordt niet gewerkt met een goedgekeurd projectplan als be
doeld in het rapport van de Commissie De Haan.
Vraag 2 is dus: wanneer gaat dit wel gebeuren?
De vraag die dan gerechtvaardigd is, is deze. Heeft men dan
niets geleerd van al die situaties die het rapport De Haan
noodzakelijk maakten? De inkt van de risico-inventarisatie
is toch al droog, zou je denken.
Verder is daar de situatie dat het college in de vorige pe
riode bij monde van wethouder Bilker, constaterende dat er
financieel gezien nog een tekort was, steeds wees op Den
Haag en zo probeerde het vertrouwen te wekken dat alles wel
goed zou komen. Ik moet vaststellen dat het college in deze
dus tekort geschoten is.
Dan de communicatie. Dit zou na stevig aandringen van de
raad een belangrijk item zijn, waar het college alle aan
dacht aan zou besteden, zo werd ons verzekerd. Maar weer
ging dat volkomen verkeerd. Het college kwam deze woorden
niet na. Wethouder Sluiter is de afgelopen week wat dit be
treft wel op een betere manier bezig geweest en er kwam een
gezamenlijke verklaring met het bewonerscomité, maar dat
wordt toch overschaduwd door de nalatigheid van voordien.
Als Commissie Stadsontwikkeling zijn wij laatst naar de
stadsvernieuwing in Hoogvliet geweest. Wij zagen daar hoe
de overheid en bewoners voortvarend de zaken aanpakten.
Daar moeten we hier in Leeuwarden echt van leren en het
lijkt er op dat, getuige het handelen van de afgelopen
week, dit besef bij het college ook begint door te dringen.
Deze situatie vormt nu de zoveelste strop.
Wij willen het college vragen om een overzicht te geven van
de majeure tegenvallers in de huidige en de afgelopen col
legeperiode
Dat is vraag 3.
Het college stelt straks bij de begroting voor de lasten
van de burgers behoorlijk te verzwaren en wijst dan voorna
melijk naar tegenvallende rijksinkomsten. Ik denk dat men
er dan ook recht op heeft te weten hoeveel blunders als de
ze en andere bijdragen aan de noodzaak tot lastenverzwa
ring
Ten vierde. Verder zouden wij willen weten hoeveel tijd er
gezeten heeft tussen het collegebesluitom een gemeentema-
keiaar voor dit project aan te stellen, en het werkelijk
operationeel zijn van de gemeentemakelaar. Ons vermoeden is
Blad 9
Verslag van de raadsvergadering van 16 september 2002
dat daartussenin letterlijk veel kostbare tijd verloren is
gegaan
Onze vijfde vraag. De wethouder vertelde ook dat de pro
jectleider op een zijspoor is gezet. Wanneer is dat gebeurd
en om welke reden?
Verder stellen wij vast dat de aansturing door het college
van dit project beslist niet goed is geweest. Het college
weet dat de raad veel waarde hecht aan goede communicatie
en er is al vanaf het begin aangedrongen op een goed soci
aal plan, dat zou nu bijna klaar zijn, maar dat is toch
duidelijk veel te laat, gezien het belang daarvan voor het
goed verloop van dit project.
De heer Sluiter (weth.): Ik denk dat het goed is om in het
kader van deze interpellatie aan de hand van de eerste drie
vragen van de interpellant te antwoorden. Dan kom ik ook
nog op een aantal nevenvragen die mijnheer Stoker nu stelt,
die niet in dit stuk zijn opgenomen.
De raad heeft op 2 juli 2001 ingestemd met het financieel
kader stedelijke vernieuwing 2000-2004, een en ander op ba
sis van de kadernota stedelijke vernieuwing uit 1999. Als
totale dekkingsruimte voor de stedelijke vernieuwing werd
aangegeven 32,99 miljoen. In dat kader werd als richting
aangegeven dat voor Achter de Hoven/Vegelin werd uitgegaan
van een maximaal tekort van 11,25 miljoen. Vastgesteld
werd dat de uiteindelijke kredietaanvraag aan de raad zal
plaatsvinden aan de hand van de exploitatiebegroting per
deelgebied. Dat wil zeggen, de kadernota van juli 2001 is
richtinggevend, maar het betreft geen formele kredietver
schaffing en formeel is er dus sprake van een tekort ten
opzichte van de raming in de kadernota.
In dat financieel kader werd opgemerkt dat "de dekking van
uit alle gebieden en partijen nog niet kon worden vastge
steld en ook als dit wel het geval is gerekend zou moeten
worden met verdere tekorten"Dat betekent dus dat het fi
nancieel kaderplan al rekening hield met een aantal onze
kerheden. Aan het rijk is overigens aan het begin van het
hele traject al meegedeeld dat er te weinig middelen voor
de stedelijke vernieuwing werden geleverd, omdat er in het
geval van Leeuwarden te gemakkelijk werd uitgegaan van de
financiële compensatiemogelijkheden van Vinex-locatie en
nieuwe uitleg die, zoals wij allemaal weten, in Fryslan
nogal wat minder inverdieneffecten opleveren dan elders, om
aan de verliezen van de stedelijke vernieuwing het hoofd te
bieden. Dat actie naar Den Haag in deze geen succes heeft
gehad, kan het college moeilijk verweten worden.
De stedelijke vernieuwing is een gecompliceerde aangelegen
heid, zeker waar het Achter de Hoven/Vegelin betreft. Daar
bij is er gekozen voor een strategie die snel succes leek
te kunnen hebben, de minlijke verwerving, als het om de
aankoop van panden ging. Je kunt nu zeggen dat er in het