Blad 29 Blad 30 Verslag van de raadsvergadering van 10 maart 2003 Verslag van de raadsvergadering van 10 maart 2003 De spreiding van de beslismomenten pleit er dan ook voor eerst een financieel kader te hebben, want hoe denkt de wethouder de spreiding van het financiële gedeelte dan te waarborgen? De WD is absoluut voor een Kenniscampus en een Hbo-centrum die Leeuwarden in studieland op de kaart zet, banen genereert en Leeuwarden economisch sterker maakt, maar wij hebben ook onze verantwoordelijkheden naar de burger. Een recente publicatie belooft ons een enorme toename van studenten, arbeidsplaatsen en daarmee economische groei. Dit heeft ons toch wel verbaasd. Kan de wethouder, mede gezien onze financiële bezorgdheid, de inhoud van deze publicatie toelich ten? Voor de tweede termijn hebben wij dan ook eventueel een motie liggen om, als de financiële onderbouwing niet gewaarborgd wordt, deze dan in te dienen. De heer Van der Wal (PAL/GL)Na het betoog van de heer Kiestra kan ik het redelijk kort houden. Wij kunnen ons aansluiten bij zijn uitspraak, ook mijn fractie is voor de Kenniscampus, maar ook wij hebben zorgen over de realisering en de financiële kant ervan. Met name ook omdat in de oriëntatiefase een van de doelstellingen is dat er een ruimtelijk plan wordt vastgesteld voor de Kenniscampus. Ik lees op bladzijde 2 van de raadsbrief dat dat separaat door burge meester en wethouders is vastgelegd. Nu spreken wij meestal over vastgesteld, maar het is voltooid verleden tijd. Dus ik neem aan dat er ergens zo'n plan door B&W is vastgelegd. In de notitie staat: het gemeentelijk aandeel in het project behelst met name de aspecten van ruimtelijke ordening enz. Vervolgens dat het college al in mei 2001 heeft vastgesteld dat er een ruimtelijk plan in mei 2002 voor het gebied Rengerspark zou moeten zijn. Wij zijn nu bijna een jaar verder en dat ruimtelijk plan heeft de raad nog niet bereikt. Dat hoort allemaal in die oriënteringsfase thuis en in de definitiefase moet dat ruimtelijk plan, waar de gemeentelijke invloed verre weg het grootste is, uitmonden in deelplannen. In die deelplan- nen kunnen wij pas bekijken in hoeverre een plan sober is en wat de financiële consequenties daarvan zijn. De heer Kiestra is daar ook al op ingegaan. In de commissie hebben wij al gezegd dat wij te weinig informa tie hebben om nu over te gaan op een van de belangrijkste aspecten waar de gemeente mee te maken heeft, het ruimtelijk aspect, want daar wordt in de aanvankelijke raadsbrief niets over gesteld. Dat masterplan of ruimtelijke plan, ik neem aan dat dat hetzelfde is die termen lopen wat door elkaar, is een kaderstellend plan voor de raad, om houvast te hebben naar die deelnotitiesnoodzakelijk, want de plannen daarvan gaan pas echt geld kosten, geld waar op z'n minst zorgen over zijn of dat wel op tijd beschikbaar komt. Vlak voor het weekend is er een notitie gekomen van wethouder Krol over die ruimtelijke aspecten. Daar stelt hij dat het ruimtelijk plan nog niet is vastgesteld door B&W en dat in de definitiefase het masterplan nader wordt uitgewerkt. Dat wil ik best geloven, maar voordat je een masterplan uitwerkt, zal het toch eerst moeten worden vastgesteld door de gemeenteraad. Op bladzijde 3 staat een soort procedure en daar concludeer ik uit dat het bestemmingsplan Rengersparkgebied en praktisch tegelijk met het masterplan wordt vastgesteld en dat sommige deelplannen, bijvoorbeeld deelplein kennisplein, al in juni 2003 de raad bereikt, zonder dat wij dus het totaalplan hebben kunnen vaststellen. Ten minste dat concludeer ik hieruit. Dat vind ik toch een eigenaardige gang van zaken, die ons voor voldongen feiten kan gaan stellen. Eén voldongen feit meldt u al in de raadsbrief/notitie dat vooruitlopend op het masterplan de CHN al bouwt en daarbij ook met een toegang gericht op het kennisplein, wat nog nooit in de raad noch in de commissie is vastgesteld. Daar liggen toch mijn problemen om van die oriëntatiefase naar de definitiefase te kunnen. Ik wil graag antwoord van het college of wij op dit moment dit verantwoord kunnen doen zonder over een half jaar of een jaar voor voldongen feiten te worden gesteld. Mevrouw Crijns: Wij hebben ook in de commissie uitvoerig met de wethouder hierover gediscussieerd, dat moesten wij later ook terug lezen in de Leeuwarder Courant. In het kort kwam het er op neer dat wij vinden dat de Kennis - campus een concentratie behelst van onderwijsgebouwen in het Rengersparkgebied met als belangrijkste argument om op die manier de samenwerking tussen hogescholen onderling en de samenwerking tussen hogescholen en het bedrijfsleven te verge makkelijken. Wij hebben in de commissie aangegeven dat wij vinden dat de discussie over de Kenniscampus vooral gaat over een gebouw, althans het vele geld dat hogescholen en overheid dreigen uit te geven wordt besteed aan een gebouw. In de commissie hebben wij aangegeven dat wij deze invulling van een Kenniscampus teleurstellend vinden, hogescholen en bedrijfsle ven werken al enige tijd samen. Daarnaast ontstaat er niet meer samenwerking tussen de hogescholen onderling wanneer deze dichter bij elkaar gaan zitten. Je werkt in de praktijk samen omdat beide partijen menen dat dat voor hen meerwaarde heeft. En het maakt tegenwoordig met de e-mail en alles niet meer uit waar je zit. Wanneer je iemand zoekt en je wilt die samenwer king, dan weet je hem gewoon te vinden. In de Leeuwarder Courant hebben wij uitvoerig kunnen lezen, zoals ik al zei, dat u ons standpunt op dat punt niet deelt. Wij hebben voor deze raadsvergadering echter nog een ander argument. Nu is nog meer dan de helft van de NHL aan de Tessel- schadestraat gevestigd, op loopafstand van het station en Blad 27 Verslag van de raadsvergadering van 10 maart 2003 Blad 28 Verslag van de raadsvergadering van 10 maart 2003 bracht, daar een oordeel over moet vormen. De burgemeester zal hier nog even op ingaan. De heer Van Olffen verwijst naar het ondernemersrisico dat zich hier voordoet. Dat is natuurlijk zo, maar iedereen snapt wel dat dit een wat bijzondere situatie is. Het zal ook de bedoe ling zijn dat op een gegeven moment in het multifunctioneel centrum in de Vrijheidswijk een plaats zal moeten zijn voor een supermarkt, alleen daar speelt het tijdpad een rol in en dat is wellicht zeer nadelig voor de exploitanten van de supermarkt, maar daar kan de gemeente niet zo verschrikkelijk veel aan doen. Maar nogmaals dat overleg is en blijft gaande, ook met deze ondernemers. De Voorzitter: Even reagerend op de opmerking van de heer Van Mourik. Ik denk dat hij gelijk heeft, maar het is goed om daar nog even met elkaar over te praten in het kader van het presi dium hoe wij met dit soort zaken omgaan. Mevrouw Inberg: Er komt weinig bijval uit de raad, dus wij kunnen aannemen dat iedereen verder de ongegrond verklaring steunt. Maar wij zijn tegen. De Voorzitter: Aan de orde is de stemming. Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten overeenkomstig het voorstel van het college, met de aantekening dat de D66-fractie geacht wil worden tegen het voorstel te hebben gestemd. Punt 15 (bijlage nr. 41). Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten overeenkomstig het voorstel van het college. Punt 16 gaat naar vergadering van 26 maart. Punt 17 (bijlage nr. 37). Van oriëntatie naar definitie van de Kenniscampus De heer Kiestra (WD) In de MOP is evenals in de Stadsvisie opgenomen dat Leeuwarden een belangrijke positie op het econo misch kennisterrein moet vasthouden. Dit geschiedt door de bundeling van diverse scholen waarvan de CHN en de NHL een groot deel uitmaken in het kenniscampusmodelIn het voorstel wordt dan ook meerdere malen aangegeven dat de Kenniscampus er voor Leeuwarden moet komen. Dit alles in het belang van het Noorden De WD onderschrijft dit belang, Leeuwarden moet een van de belangrijkste Hbo-studentensteden van Nederland zijn en blij ven, echter wel tegen een verantwoordelijke prijs. Vanavond wordt de raad gevraagd akkoord te gaan met de financi ële verantwoording van de oriëntatiefase en de kostenopzet van het projectplan definitiefase. Maar hoe komt het dan met de financiële opbouwing van de uitvoering van de Kenniscampus? De definitieve inrichting en bouwplannen moeten nog worden uitge werkt, geldstromen verkeren nog in uitvoeringsfase en de verwachting van rijksbijdragen is veel te optimistisch inge schat Een voorbeeld ten aanzien van de rijksuitgaven Er wordt gesproken over bundeling van faciliteiten. Onderwijs inhoudelijk is er gekeken welke initiatieven het kenniscampus- concept moeten versterken. Deze initiatieven worden gezien als vernieuwend en komen daarmee in aanmerking voor Kompasgelden De Kompasgelden zijn hiervoor lang niet toereikend, terwijl de Kompasgelden ook de tekorten op de verbouw en de nieuwbouw voor een belangrijk deel moeten opvangen. Verder moeten de tekorten opgevangen worden door versobering, optimalisatie, fasering en het betrekken van derden. Nu nog onzekere factoren. Fasering is namelijk bijna altijd kostenverhogend en dus niet aan te raden. Het slagen van een PPS-constructie met derden blijkt uit dit stuk een must te zijn. De verplaatsing van de manege is finan cieel onduidelijk. De wethouder geeft in de nagezonden informatie te kennen dat de raad alle nog uit te werken plannen krijgt voorgelegd en heeft daarbij een planning aangegeven. Toch blijven er voor de WD- fractie een aantal vragen over naar de wethouder toe. De opgelopen vertraging wordt toegedicht aan de onzekere positie waarin de partijen verkeren ten aanzien van de defini tieve uitwerking en de financiële dekking. Dit is dubbelzinnig. De WD-fractie vraagt de wethouder nog een keer, net zoals wij in de commissievergadering ook gedaan hebben, om een financiële onderbouwing gebaseerd op haalbaarheid, voordat verder wordt gegaan met de uitwerking van de plannen. Hierbij dan gekeken naar de maximale bijdrage van de gemeente, exclusief eventuele subsidies De provincie en het rijk moeten het grootste deel financieren, de gemeente draag 7 miljoen bij, een indicatie, ten behoeve van onder andere de cityring, het openbaar vervoer, het kennis plein en het ruimtelijke plan. Diverse onderdelen worden nu al gerealiseerd, zeker opgestart in voorbereiding. Kan de wethouder aangeven hoe hard de toezeggingen van die andere gelden zijn? In de planning die nu afgegeven is worden verschillende beslis momenten aangegeven, over de manege wordt bijvoorbeeld in juni al beslist, het kennisplein pas later. Wie is financieel verantwoordelijk voor de verplaatsing van de manege? Volgens mij de gemeente

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 2003 | | pagina 8