Blad 34 Verslag van de raadsvergadering van 6 oktober 2003 Punt 21 Wijzigen van de concernbegroting voor het dienstjaar 2003. Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten overeenkomstig de voorstellen van het college. De Voorzitter schorst om 21.10 de vergadering. De Voorzitter heropent om 21.30 uur de vergadering. Mevrouw Waanders (weth.): Volgens mij kan de beantwoording vrij kort zijn. Temeer omdat ik niet van plan ben weer heel uitvoerig in te gaan op opmerkingen die zijn gemaakt over nut en noodzaak van die garage. Dat punt is eerder aan de orde geweest en toen hebben we het gehad over het verlies van maaiveld-parkeerplaatsen; over het uitgangspunt in het kadernota parkeerbeleid gemeente Leeuwarden om tot aan 2 010 zo'n 800 parkeerplaatsen te realiseren; over de autonome groei van het autoverkeer en hoe we dat bedienen en over uitspraken die in documenten vervat liggen over een ver keersluwe binnenstad, maar met een bereikbare binnenring en waaraan goede parkeervoorzieningen gerealiseerd zijn. Last but not least, het collegeprogramma, waar als één van de opgaven staat het Oldehoofsterkerkhof om daaronder een kel der te realiseren, zodat het plein opnieuw ingericht kan worden. Daaraan toegevoegd de opdracht vanuit de meerder heid van de raad aan het college om te komen met het voor stel voor het realiseren van een garage onder het Oldehoof- sterkerkhof, daar heeft het college zich graag aan gehouden en dat voorstel ligt nu ter beoordeling voor. Het college is heel verheugd met alle instemmende reacties en het ziet er inderdaad nu naar uit dat de aftrap gegeven kan worden voor het realiseren van een parkeergarage en om op termijn er ook voor te zorgen dat het plein een goede inrichting krijgt. Ik zal bij de verschillende fractie langs gaan. Misschien is het wel even goed om op te merken dat als het gaat om een parkeergarage aan de Tweebaksmarkteen verwijzing naar de nieuwbouw van het provincie, dat die garage die daar komt, dat wordt ook toegejuicht door het college, omdat dat geheel in overeenstemming is met de nieuwe uitgaanspunten van het parkeerbeleid, namelijk dat ieder complex in zijn eigen parkeerbehoefte voorziet. Dat is de provincie ook voornemens te doen en dat lijkt mij een hele goede zaak. Op het moment dat de provincie overweegt om eventueel extra plaatsen te bouwen zal de gemeente ook in overleg gaan met de provincie, die afspraak die ligt er ook. De provincie is ook te kennen gegeven dat daar waar het gaat om de binnen stadsbezoekers, daar nou typisch de parkeergarages voor be doeld zijn, die de gemeente bouwt. Dat zijn publieksvoor zieningen voor bezoekers aan de binnenstad. Als het bij Blad 35 Verslag van de raadsvergadering van 6 oktober 2003 voorbeeld gaat om, in overleg met anderen particuliere werkgevers, in de nabijheid van het provinciehuis te komen tot een wat grotere garage om ook andere werkgevers in de gelegenheid te stellen het parkeerprobleem op te lossen, dan is daar natuurlijk van de kant van de gemeente niets mis mee. Alleen wanneer we gaan mikken op dezelfde doel groep, dan gaan we elkaar een probleem bezorgen en dat kan niet de bedoeling zijn. Dat weten we van elkaar en daarover spreken we ook met elkaar, dat het die kant in elk geval niet uit moet. Maar in eerste instantie gaat het om het bouwen voor de parkeerbehoefte van de mensen die op het provinciehuis werken en dat lijkt me een hele goede zaak. De heer Posthumus (FNP) verwijst naar de Kleine Kerkstraat, de ondernemers die tegen zouden zijn. Voor een deel is dat het geval, maar ik weet dat het in de Kleine Kerkstraat verdeeld ligt. Dus niet iedereen is daar tegen. Er zijn ook ondernemers die voorstander zijn van het realiseren van de parkeerkelder FNP zegt ook: we komen jarenlang te zitten met een bouwput. Dat is niet de bedoeling. In de commissie is daar iets over gezegd, in de informatie die is toegestuurd is ook ingegaan op die planning en op een gefaseerde uitvoering. Hoe die fasering er precies zal uit komen te zien, dat maakt voor een deel ook deel uit van de aanbesteding. Ook daarvoor kunnen goede plannen gemaakt worden. Het zal in ieder geval niet zo zijn dat gedurende drie jaar alles daar open ligt, dat al die parkeerplaatsen niet aan de orde zijn en dat het verkeer daar niet langs kan. Dat hoeft ook niet. Er zal sprake zijn van een gefaseerde aanpak. Op een wat later tijdstip kunnen wij u daar meer over melden. Dat de bezettingsgraad te laag zou zijn, uitgaande van de informatie die u gekregen heeft, is ook niet juist. Honderd procent bezetting, daarvan is in geen enkele garage sprake. Ook is het volstrekt normaal om rekening te houden met aan loopverliezen. Als je kijkt naar de exploitatie, de ver wachtingen van deze garage, waarbij we een zekere voorzich tigheid in acht hebben genomen, dan geeft dat een heel re gulier beeld van hoe deze garage te exploiteren valt. Ik kan u zeggen, als de gemeente zou overwegen om het beheer en exploitatie van deze garage en ook de Zaailand- en Hoek- sterendgarage, over te geven aan een particulier bedrijf, dan weet ik dat daar zeer enthousiast op gereageerd zou worden. De gemeente is wat dat betreft veel afhoudender. Maar het zegt bijvoorbeeld wel iets over de winsten die ook met dit type garage op termijn behaald worden. Dat kost enige tijd, maar dat is inherent aan het type voorziening. Het zal ook duidelijk zijn dat het college de motie, die is ingediend door de FNP-fractie, af zal wijzen, namelijk geen

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 2003 | | pagina 18