Blad 51
Verslag van de raadsvergadering van 21 juni 2004
Blad 52
Verslag van de raadsvergadering van 21 juni 2004
Dat is ook terecht, want we willen voor alle doelgroepen
grotere keuzevrijheid bieden. Dus wij produceren ook die
huizen. Maar enigszins met mate, want als we die pot te
groot maken blijft iedereen, die nu in al in die te grote
voorraad zit, in dezelfde pot ronddraaien, want dat is aan
lokkelijk genoeg. Het is nu juist de kunst om de mensen met
een relatief ruimer inkomen te verleiden om net een stap
verderop te zetten om daarmee aan de onderkant ruimte vrij
te maken. Daar ruimte vrij te maken voor starters, voor
mensen die het werkelijk nodig hebben, en om de mensen die
het zich kunnen veroorloven ook die wooncarrière te gunnen.
Daarom ook de nadruk die wij leggen op middenklassers, ook
in het lage segment middenklassers dus, tegemoetkomend aan
de vraag die wat dat betreft gesteld werd. Ik heb daar
voorbeelden bij. Als je nu kijkt wat er in Achter de Ho-
ven/Vegelin gebouwd wordt, huur zowel als koop, net boven
dat minimum. Het Faber Haarden terrein is een ander voor
beeld, waar wij goedkope woningen bouwen net boven dat mi
nimum. Dus die stap moeten een aantal mensen wat mij be
treft toch graag maken. Wij willen ze daartoe verleiden.
(De heer Van der Wal (PAL/GL)Met alle respect wethouder,
dit verhaal van de doorstroming - waar we het trouwens in
principe mee eens zijn hoor - maar dat horen we al tiental
len jaren. Waarom zou u nu wel lukken wat in tientallen ja
ren niet gelukt is. Daar ben ik wel heel benieuwd naar.)
Ik denk dat als we dit woonplan vergelijken met een aantal
woningmarktbeleidsplannen van de afgelopen dertig jaar, dat
dit zich onderscheidt in zijn doelgerichtheid, in de afba
kening van de segmenten, in de onderbouwing van waarom wat
in welke segmenten. Het doet daarbij daadwerkelijk een be
roep op wat daadwerkelijk binnen die doorstroming mogelijk
is. Als ik het nu net heb over de doorstroming van het lage
segment naar het midden segment, dan sluit dat aan bij wat
we doen, bij wat we als gemeente proberen te faciliteren om
die doorstroming daar mogelijk te maken. Die daar ook moge
lijk is, gezien de relatief grote groep die in dat verband
in te goedkope woningen woont. Wij hebben een middenklasse
die zit te wachten op de twee-onder-een-kappers, waar me
neer Drewel het over heeft. We proberen binnen dit woonplan
weer ruimte daarvoor te geven. Als je ziet dat een paar we
ken geleden de laatste volledig vrije kavels in Zuiderburen
Fase drie binnen een half uur eruit gingen, ik dacht dat
het er 28 stuks waren, voor fenomenale bedragen toch, dan
is daar nu een markt in het hoge segment voor. Sterker nog,
we zitten nu met een praktisch probleem dat we onvoldoende
vrije kavels hebben op dit moment om die markt te bedienen.
Dat is een knelpunt, een heel klein maar belangrijk knel
punt, wat we heel vlot op moeten gaan lossen.
Die doorstroming lukt. Als u nu zegt dat het dertig jaar
niet gelukt is en daar zit een wethouder die zegt nu dat
het wel gaat lukken. Ik kan hier toch onmogelijk zitten en
een woonplan gaan presenteren en zeggen dat de sleutel de
doorstroming is, maar ja, het zal vast wel niet gaan luk
ken, want afgelopen jaren lukte het ook al niet. Dat zult u
niet van mij verwachten.
Er is nog een vraag indirect aan de orde geweest in veel
van uw bijdragen. Dat is, waar de druk op de onderkant van
de markt vandaan komt en of daar ook regionaal iets op te
lossen is. Ik denk dat dat een goed punt is om even aan te
roeren
Voor een deel komt de druk aan de onderkant van de markt
van buiten de stad, van de omliggende gemeenten, de gemeen
ten in het stadsgewest Leeuwarden. Los van het feit dat het
voor de lagere inkomensgroepen in de stad niet gunstig is
dat die groep steeds groter zal worden, kun je de zaak ook
van een andere kant bekijken. In de regio gemeenten om ons
heen zijn de afgelopen tientallen jaren nauwelijks, een
uitzondering moet ik dan echt maken voor Tytsjerksteradiel
maar voor de andere gemeenten geldt, dat daar nauwelijks
sociale huurwoningen zijn gebouwd of helemaal niet. Wie in
één van die dorpen met een laag inkomen van huis weg wil of
een start wil maken, gaat dat in die dorpen niet lukken,
dus die zullen wel naar de stad toe moeten. Het woning
marktbehoefteonderzoek, dat net uit is gekomen en dat vorig
jaar is uitgevoerd, laat duidelijk zien dat men in die dor
pen het zeer wenselijk zou vinden als daar woonruimte voor
hen wordt gecreëerd. We zijn daarmee bezig. Er is een con
tingent woningen van 880 stuks aanvangstekortzo werd dat
genoemd. Dat werd Leeuwarden toebedeeld voor als we er met
de normale streefcijfers niet uitkwamen en te weinig con
tingenten hadden. Het is een beetje anders gelopen. Vast te
stellen is dat we die 880 woningen niet gaan opmaken. We
hebben in verband met de stadsregio gemeenten in BOS-L ver
band het besluit genomen dat die 880 woningen bij de buren
worden afgezet, maar niet zonder voorwaarden. Dat moet in
de vorm van sociale huurwoningen gebeuren en van senioren
woningen voor oudere mensen, die graag in hun dorp willen
blijven wonen. Dat zijn de voorwaarden. Het is te verwach
ten, en niet meer dan te verwachten, dat door de 800 wonin
gen, die in de komende jaren vlak om ons heen in de sociale
huursfeer gebouwd zullen worden, de druk op de onderkant
van de markt, voor zover die van buitenaf komt, minder zal
worden. Dat is niet precies te becijferen nog, want dat
proces moet nog starten. Wij kunnen geen cijfers leveren.
Daar heb ik wel naar gevraagd, maar die cijfers zijn niet
te leveren wat dat voor effecten heeft. Het kan niet anders
dan dat het op de onderkant van de markt een drukmatigende
invloed heeft.
Concluderend. Wij bouwen aan de onderkant. Anders dan om
redenen van keuzevrijheid en verscheidenheid (in de samen
stelling van de nieuwe uitleg, waarvoor die 10% productie
toename in sociale huur en 5% in goedkope koop is) is het
1
Blad 53 Blad 54
Verslag van de raadsvergadering van 21 juni 2004 Verslag van de raadsvergadering van 21 juni 2004
niet verstandig om op grote schaal nu toe te voegen aan de
onderkant van de markt. De voorraad is groter dan de doel
groep. Het draagt niet bij tot een evenwichtige opbouw van
de woningmarkt. Het is in financieel opzicht en qua locatie
onmogelijk. Het is onwenselijk omdat de doorstroming stag
neert en het is in toenemende mate onnodig gezien de af
spraken met de stadsregio gemeenten.
De moties die daarop zijn ingediend zou ik vooralsnog niet
willen aanraden, hoewel motie 1 mij niet helemaal duidelijk
is, maar daar kan mij misschien in tweede termijn nog hel
derheid over geboden worden. De eerste zin is dat in de pe
riode 2005 - 2007 het aantal woningen in de sociale huur-
segment in absolute zin niet mag afnemen. Daar concludeer
ik uit, dat we op nul uit moeten komen. Dat wil zeggen dat
er per saldo afname, die overigens loopt van 180, maar als
we met afname bij een grote productie en een gemiddelde
sloop van 120 woningen, als we uitgaan van een kleine pro
ductie: gemiddeld 400 woningen per jaar en een sloop van
precies die 313 die nu in de plannen staan, dan is dat een
saldo achteruitgang van 2 5 woningen. Dan kom je op een ni
veau van waar hebben we het nog over. Maar ik neem aan dat
bedoeld is met die eerste zin dat het gecompenseerd moet
wórden. In de tweede zin staat: dit houdt in dat noodzake
lijke sloop in dit segment volledig gecompenseerd dient te
worden. Maar dat is weer totaal alles kennelijk. Ik zie me
neer Zwart zijn hoofd schudden en meneer Zijlstra schudt
mee, dus dat is niet het geval. Dan streep ik de laatste
zin voor het gemak door. Dan weet ik hoe ik die motie moet
interpreteren en dan interpreteer ik hem als volgt: dat af
hankelijk van hoe groot dat gat zal zijn, als het 180 is,
is het onder alle argumenten die ik gedaan heb, domweg door
mij niet te beloven dat ik dat hier ga compenseren. Dat ga
ik dan ook niet doen. Dat kan helmaal niet. Als het 25 is,
dan kan het wel. Dan kunnen we er een mouw aan passen. Dat
betekent dus dat we daar praktisch een mouw aan moeten pas
sen, als het zich voor doet. Als wij er zicht op hebben hoe
groot die afname feitelijk is. In die zin kan ik met het
idee leven.
Daarmee aanhakend op de vraag hoe de raad precies die rap
portage dan krijgt. Die rapportage kunt u, per twee jaar
wordt gezegd, wat mij betreft lx per jaar krijgen, en dan
gecombineerd met de woningbouwrapportage en de woningbouw-
monitor, bij elkaar in een handzaam geheel, waarbij u alle
feitelijke gegevens van jaar tot jaar kunt nalezen en kunt
zien wat er terecht is gekomen van onze plannen.
Nu heb ik al veel genoemd. Eens kijken wat er nog over
blijft.
Minder beleid, meer uitvoering. Het Woonplan voldoet daar
niet aan. Amendement 2 van de PAL/GL-fractieIk vind het
wel allemaal erg veel. Ik zeg daarnet al, eigenlijk geef ik
al heel veel aan van wat u kunt krijgen. Ik kan hier niet
aangeven, om eens wat te noemen, onder I, om welke aantal
len woningen het gaat, binnen welke bandbreedte. Dat kunnen
wij aangeven in onze doelstellingen, die staan hier genoemd
in de notities die u hebt gekregen, en we kunnen nu precies
aangeven wat het is geworden. Dus dat kan geleverd worden.
Welk stad- en regiodeel kan achteraf precies worden aange
geven. In welk segment van de woningmarkt wordt hier al
aangegeven. Dat wordt allemaal duidelijk. In welk jaar wat
precies zal gebeuren, dat gaat altijd mis. Ik denk dat daar
geen exacte beloftes over te doen zijn. Door wie het gerea
liseerd kan worden. Soms wel, soms niet. We weten nu bij
voorbeeld nog niet wie nou precies de uitvoerder zal zijn
van de sociale woningbouw in de Zuidlanden. Dat moet nog
even bekeken worden.
Ik heb een beetje moeite met deze strak geformuleerde mo
tie. Wat wij u kunnen rapporteren, dat is wan mij betreft
alles, en wij willen het woningbouwprogramma wel één keer
per jaar en niet eens in de twee jaar afzetten. Die eerste
zaken gaan er ook een beetje vanuit dat u de indruk hebt
dat wij nog steeds over een gemeentelijk woningbureau be
schikken, die we met instructies op pad kunnen sturen en
dat we hen daarop afrekenen. Zo werkt het niet meer op dit
moment
Over de bijdrage van de heer Feddema heb ik het gehad.
Meneer Noordanus werkt als vreemde ogen. Ik heb er destijds
al het nodige over gezegd. Ook in de commissie is het daar
over gegaan. Wij hebben het inderdaad als zeer positief ge-
interpreteerdDe aanbevelingen nemen we aan. Er is ook ge
vraagd of u daar nog een keer een terugkoppeling over kunt
krijgen. Het zal vooral moeten blijken natuurlijk hoe ef
fectief het is geweest uit onze woningmarktrapportage, wat
het allemaal heeft opgeleverd, maar wij zullen daar zeker
ook nog op terug komen en ook ons zelf afvragen wat we
hiervan nu geleerd hebben.
Mevrouw Veenstra stemt niet in, dat was niet zo'n veras
sing.
De heer Stoker heeft mij een bijnaam gegeven die niet lang
stand zal houden, want het lijkt helemaal niet op mijn ei
gen naam. U zegt dat ik realist ben geworden, 'mag het ook
iets minder zijn'. De organisatie op orde. Wij streven er
naar de organisatie op orde te hebben en inderdaad realis
tische streefcijfers te realiseren.
Mevrouw Dolstra, dat was heel verbazend. U vindt mij bij
het woonplan qua ambities wat mager. Daar hebt u een hele
korte herinnering toch, want eerder is er in de raad, toen
was het Woonplan niet eens aan de orde, toen riep u in ver
voering, mag ik wel zeggen, uit dat ik toch verreweg de
verstandigste van het college was, want ik matigde mij ten-