No. 2. Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1932. Aanhangsel. SCHRIFTELIJK BEANTWOORDE VRAGEN. Vragen van den heer M. Molenaar (ingekomen 5 Juli 1932): I. Zijn Burgemeester en Wethouders bekend met de toestand van het afzonderlijke, aan het Rijk behoo- rende, uitbouwsel op de Oldehove. II. Zijn Burgemeester en Wethouders niet van oordeel, dat vooral na de daar plaats gehad hebbende brand, dit uitbouwsel, van zeer lichte constructie, ten eenenmale ongeschikt is tot verblijfplaats van veel be zoekers, die zich daar dikwijls verdringen. III. Zijn Burgemeester en Wethouders bereid, in afwachting van een grondig herstel, de toegang tot dit uitbouwsel te verbieden ANTWOORD VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS. I. Ja. II en III. Het hier bedoelde uitbouwsel is gedurende vele jaren voldoende stevig geweest om zonder gevaar voor de veiligheid van de bezoekers dienst te doen. De tand des tijds heeft intusschen ook hieraan geknaagd, met het gevolg dat, in het bijzonder na de aan den vloer toegebrachte brandschade, de toestand van het plat form zeer onsoliede en voor het doel niet langer zonder gevaar bruikbaar is geworden. Wij hebben den toegang daartoe dan ook verboden en bereids de noodige stappen gedaan om zoo spoedig mogelijk tot het maken van eene nieuwe, veilige en het aanzien van de Oldehove minder ontsierende, gelegenheid tot uitzicht te geraken. Leeuwarden, 14 Juli 1932. Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden J. M. VAN BEYMA, Burgemeester. E. SCHOTMAN. Secretaris.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Schriftelijke vragen) | 1932 | | pagina 2