2 Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1938. AANHANGSEL. 3= g^ond van het voren staande heeft mej. Prinsen met het maken van de gebruikelijke bezoeken aan B. en W. en aan de Raadsleden gemeend te moeten en te kunnen wachten totdat zij van B. en W, bericht zou heb ben gekregen van haar defini tieve plaatsing op de voor- drachtDe mogelijkheid bestond immers, dat zij op den zevenden dag nog bericht zou krijgen, dat zij niet goedgekeurd was. I4.2Voordat mej. Prinsen het bericht van definitieve plaat sing met recht kon verwachten, had reeds op den zesden dag na de keuring de Raadsvergadering plaats, waarin de benoeming aan de orde werd gesteld! 5=Aan mej. Prinsen is niet alleen geen mededeeling gedaan van haar definitieve plaatsing op de voordracht, doch B. en W. hebben het zelfs niet de moeite waard geacht haar bericht te zenden van den uitslag haror sollicitatie; althans op 9 April, dus 12 dagen na de ge vallen beslissing, had mej. Prinsen hieromtrent nog niets van B. en W. vernomen, zoodat aangenomen kan worden, dat ook daarna geen bericht is gezonden. Al deze feiten geven mij aan leiding Uw College de volgende vragen te stellen: 1. Zijn B. en W. bereid bij volgende gelegenheden aan de sollicitanten zoo tijdig mede deeling van hun definitieve plaatsing op de voordracht te doen, dat dezen behoorlijk tijd hebben om hun opwachting bij B. en W. en de Raadsleden te maken, zoodat die sollicitanten alleen bij niet-gebruikmaking van de geboden gelegenheid het verwijt zou kunnen treffen, dat zij niet voldoende initiatief getoond hebben? 2. Zijn B. en W. bereid in die mededeeling tevens te ver melden op welk nummer van de aanbeveling de sollicitant is of zal worden geplaatst? 1 en 2. Tegelijk met het ver zenden aan den Raad van het des betreffende voorstel, zal in de vervolge, zoo noodig, aan de sollicitanten, die op een voor dracht of aanbeveling voorkomen van die voordracht of aanbeve ling mededeeling worden gedaan. 3 Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1938* AANHANGSEL. 3. Zijn B. enWbereid voortaan nog voor het verzen den van die mededeeling of uiterlijk tegelijk daarmede den Raadsleden kennis te geven van haar inhoud en hen tevens in de gelegenheid te stellen inzage van de op die sollici tatie betrekking hebbende stukken te nemen? 3. Ingevolge het bepaalde in artikel 62 van het Regle ment van Orde voor de verga deringen van den Raad liggen de stukken, betrekking heb bende op voorstellen die bij de leden zijn rondgezonden, voor hen gedurende de gewone bureau-uren ter secretarie ter inzage. Is eenmaal de Raadsagenda verschenen, dan liggen zij daarna op de be kende wijze ten Stadhuize ter visie. Leeuwarden, 5 Mei 1938. Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden, J.M. VAN BEIJMA, Burgemeester. E. SCHOTMAN Secretaris. Verzonden 6 Mei 1938* 62. De Raadsleden hebben van de voordracht pas drie dagen (de Zondag inbegrepen) voor de vergadering kennis gekregen.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Schriftelijke vragen) | 1938 | | pagina 2