gende
a. het reservefonds wordt beheerd door de krachtens dit be
sluit voorschot verkrijgende vereniging, op aanwijzing
van burgemeester en wethouders en is bestemd om te voor
zien in de dekking van tekorten op de exploitatie van de
onderhavige woningen, welke zich in enig jaar mochten
voordoen en van onvoorziene kapitaalsuitgaven;
b. over deze reserve mag niet worden beschikt zonder toestem
ming van burgemeester en wethouders;
c. de vereniging kan worden verplicht deel te nemen in de
jaarlijkse stortingen tot ten hoogste 3? van de op het
tijdstip van storting geldende jaarhuur. Het bedrag van
deze storting mag niet ten laste van de exploitatie der
woningen worden gebracht. Burgemeester en wethouders be
palen nader het percentage der deelneming;
d. de hierboven genoemde stortingen mogen achterwege blijven,
indien de reserve een omvang heeft bereikt, gelijk aan
viermaal het bedrag van de jaarhuur. Be storting wordt her
vat, zodra de reserve daalt beneden de in de vorige zin
aangegeven omvang. Zolang de reserve de hiervoren genoemde
omvang niet heeft bereikt, worden overschotten op de exploi
tatie van de woningen aan de reserve toegevoegd.
V. Be gemeente draagt in eigendom aan de woningbouwver
eniging over^het onder I vermelde bouwterrein tegen de prijs,
welke de minister van wederopbouw en volkshuisvesting voor
de vaststelling van de rijksbijdrage in het exploitatietekort
der woningen in aanmerking neemt, onder nader voor burgemees
ter en wethouders te bepalen voorwaarden.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van
voorzitter.
secretaris.
Bijlage tot het verslag der handelingen van de gemeenteraad
van Leeuwarden, 1951. AANHANGSEL
No. 1.
SCHRIFTELIJK BEANTWOORBE VRAGEN.
Vragen van de heer H.Slaterus Antwoord van Burgemeester
(ingekomen 2 Juni 1951). en Wethouders.
1. Kunnen Burgemeester en Wet
houders mededelen of er
een onderzoek is of wordt
ingesteld naar de oorzaken
van.de in de laatste weken
optredende verontreiniging
van de stadsgrachten en zo
ja, of dit onderzoek reeds
enig positief resultaat
heeft opgeleverd?
1. Burgemeester en Wethou
ders hebben onmiddellijk
nadat het in deze vraag
bedoelde verschijnsel
zich voordeed, daarnaar
een onderzoek doen in
stellen.
Het resultaat van dit on
derzoek is thans nog niet
bekend. Zodra zulks echter
het geval is, zullen Bur
gemeester en Wethouders
de Raad daarmede op de
hoogte stellen.
2. Indien vraag no.l bevesti
gend wordt beantwoordkun
nen Burgemeester en Wethou
ders dan mededelen of deze
verontreiniging bestreden
kan worden en zo ja, of
maatregelen hiertoe reeds
genomen of in voorberei
ding zijn?
2In verband met het ant
woord gegeven op vraag
no.l, menen Burgemeester
en Wethouders, dat beant
woording van vraag no.2
voorlopig achterwege moet
blijven.
Leeuwarden, 4 Juni 1951.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
A.A.M. VAN BER MEULEN, Burgemeester.
T.BAKKER, Secretaris.
Verzonden 4 Juni 1951.