Bijlage tot het verslag der handelingen van de gemeenteraad van Leeuwarden, 1951. AANHANGSEL. No. 4. SCHRIFTELIJK BEANTWOORDE VRAGEN. Vragen van de heer M. Beuving (ingekomen 7 December 1951). 1. Is het burgemeester en wethouders bekend, dat het waterverbruik voor de gemeentewoningen in de Zeeheldenbuurt met 0,25 per week is verhoogd, zulks met terugwerkende kracht? 2. Indien het bovenstaande juist is, zijn burgemeester en wethou ders dan ook niet van mening, dat dit een verlaging inhoudt van het levenspeil der betrokken bewoners? 3. Zo ja, zijn burgemeester en wethouders dan ook niet van mening, dat deze maatregel van het gemeentelijk woningbedrijf ongedaan moet worden gemaakt? Antwoord van burgemeester en wethouders. 1De kosten, die de bewoners van de 71 gemeente-woningen in de omgeving van de M.H. Trompstraat voor de waterleiding moeten betalen, zijn niet verhoogd. Wel moet voor deze woningen, die in 1948 met steun uit 's Rijks kas zijn gebouwd, met terug werkende kracht 0,25 huur per week meer worden betaald. Dit is een gevolg van het feit, dat bij het ingebruiknemen van de woningen, omstreeks Januari 1949? Je huurprijs, die de minister van wederopbouw en volkshuisvesting krachtens artikel 24a van het Woningbesluit vaststelt, nog niet bekend was. Op grond van een gemaakte berekening is de huur toen voorlopig bepaald op 5?55 per week, exclusief de kosten van waterleiding, en zijn de huurders er mondeling op gewezen, dat de huurprijs voor wij ziging vatbaar is, in welk geval navordering plaats zou vinden. Bij brief van 12 Februari 1949 heeft de minister medegedeeld, dat de huur van de woningen voorlopig is vastgesteld op 5,80 per week, exclusief de kosten van waterleiding. De gemeente is verplicht deze huur aan zijn huurders in rekening te brengen en is niet gerechtigd van de door de minister vastgestelde huur af te wijken. Zo is onder andere in de voorwaarden, waaronder het rijk voor het bouwen van de woningen subsidie heeft verleend nog eens uitdrukkelijk bepaald, dat de woningen moeten worden verhuurd tegen de prijs die de minister vaststelt. Tengevolge van een administratieve fout, welke burgemeester en wethouders ten zeerste betreuren, is echter na de ontvangst van de mede deling van de minister, doorgegaan met hst innen van een huur van 5?55 per week. Buiten hun schuld hebben de huurders hier door huurachterstand gekregen. Hoewel burgemeester en wethouders de moeilijkheden van de huurders ten volle begrijpen, is het hen niet mogelijk de ver plichting tot het met terugwerkende kracht betalen van de hoge re huur ongedaan te maken. De huurders zullen de achterstand derhalve moeten inhalen. Uit de aard der zaak zullen burgemees ter en wethouders hierbij de nodige soepelheid betrachten. Zij zijn bereid toe te staan, dat de betaling van het achterstalli ge gescniedt m wekelijkse termijnen van tenminste 0,25. Het is niet uitgesloten, dat te zijner tijd bij het vaststel len van de definitieve stichtingskostan de minister de huren nog iets hoger vaststelt. Ben dergelijke verhoging gaat dan echter in met de huurweek, volgende op de beschikking van de minister.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Schriftelijke vragen) | 1951 | | pagina 4