j
rt
Continu-bouw van woningen
Aanhangsel no. 16387 van 1958.
Schriftelijk beantviroorde vragen
Vragen van de heer K.J. de Jong.
Antwoorden van burgemeester
en wethouders.
1. Hoeft Uw college kennisgenomen van
de mededeling van de directeur-
generaal van het Ministerie van
Volkshuisvesting en Bouvmij verheid,
de heer ir. H.M. Buskes, tijdens
zijn speech ten stadhuize hedenmor
gen, waaruit enerzijds een duidelij
ke voorkeur voor continuïteit in de
woningbouw en anderzijds een zekere
terughoudendheid voor onnodige ver
snippering door inschakeling van te
veel aannemers voor kleinere projec
ten werd uitgesproken?
2. Heeft Uw college de indruk, dat door
deze mededeling, die wellicht zijn
oorsprong vindt in een zekere kente
ring in het economisch getij, de
kans om in het plan "'t Nijldn" door
de Uw college bekende groep Leeuwar
der aannemers in de vorm van continu-
bouw vfoningen te bouv/en, zeer be
langrijk is toegenomen?
3. Is Uw college bereid, voor het geval
de beide voorgaande vragen in beves
tigende zin zouden worden beantvroord,
alsnog krachtige pogingen aan te
wenden, om zodra dit mogelijk is, de
in punt 2 bedoelde continu-bouw te
doen realiseren?
1. Dit is inderdaad het geval. Of
hier sprake is geweest van een
concrete mededeling, menen wij in
twijfel te moeten trekken.
2. Het betreft hier een persoonlijke
uitlating van een hoofdambtenaar,
welke niet bepalend is voor het
standpunt van de Minister van
Volkshuisvesting en Bouwnijverheid
Wij zijn niet bevoegd hieruit te
concluderen, of hier van een wij
ziging van het beleid kan worden
gesproken en of continu-bouw van
woningen in het uitbreidingsplan
"'t Nijldn" op korte termijn kan
plaats vinden.
3. Los van het bovenstaande blijven
wij op iedere ontwikkeling terzake
bedacht
Leouvjardcn, 8 december 1958.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden
A.A.M. van der Meulen, Burgemeester
de Jong, Secretaris.