AdbDe oppervlakte, berekend volgens de onder a aangegeven methode, is niet do oppervlakte, die werkelijk nodig is. Deze is namelijk lager en wol naarmate de frequentie waarmede het terrein bespeeld wordt hoger is. De volgende factoren bepalen de mogelijke frequentie van bespeling: - 4 - Gebleken is dat het aantal beoefenaren der hier/oor genoemde uer- roinsporten in Leeuwarden'procentueel hoger ligt dan iet landelijk per centage, te weten in Leeuwarden 15»50$ en in Nederland 12.65$ van de be volking van 10 tot cn met 34 jaar. Handbal, Hockey kaatsen en korfbal worden in Leeuwarden door relatief meer personen beoefend, terwijl voet bal en de overige terreinspelon in ploegvorband in geheel Nederland meer wordt, beoefendHot aantal sportbeoefenaren beneden do leeftijd van 10 en boven die van 34 jaar, is op hot geheel te verwaarlozen. Bovenstaande cijfers worden nader geïllustreerd in do volgende tabel. Tak van sport Aantal beoefenaren in procenten van de bevolking van 10 t/m 34 jaar. Nederland (jan.1959) M Vr Handbal Ho cl cy Kaatsen Korfbal Yo o tb al Overige terrein- spelen in ploegvorband 1 Totaal 0,50 0,92 0,67 0,49 0,51 0,92 0,95 19,61 0,42. .0,05^ 2,41 22,63 1) Cricket, rugby, honkbal, softbal. Totaal 0,71 0, 58 0,26 0,93 9,94 12,65 Leeuwarden 1961 Totaal 0,83 1,05 2,83 1,79 8,91 0,09 Buiten deze verenigingen worden nog de nodige activiteiten op sport gebied aan de dag gelegd voor verenigingendie buitensporten buiten ploegverband en zaalsporten beoefenen. Op de positie van deze verenigingen komen wij in het laatste hoofdstuk van deze nota nog terug. - 5 - Hoofdstuk II. Factoren, welke de behoefte aan sportterreinen bepalon. De factoren, welke de behoefte aan sportterreinen bepalon, zijn de volgende a. do sport technisch noodzakelijke oppervlakte per speler; b. de frequentie van bespeling; c. hot aantal beoefenaren van terrein sport on Ad.a.Yoor elke te onderzoeken tak van sport kan do sport technisch nood zakelijke oppervlakte per speler als volgt worden berekend. Yoor elke sport is voorgeschreven, welke oppervlakte het terrein dient te hebben. Deze oppervlakte kan vervolgens gedeeld worden door het aantal spelers, dat naar de aard van de betreffende tak van sport ge lijktijdig aan een wedstrijd deelneemt. Het sporttechnisch oppervlak dat per speler nodig is, is aldus vastgesteld. Het in totaal nodige sport- technische oppervlak is nu in principe te bepalen, door de berekende op pervlakte por speler te vermenigvuldigen mot het aantal beoefenaren van elke tak van sport. 1do aard van het te bespelen terrein; 2. de tijd, die de sportbeoefenaren aan hun sport kunnen en willen be steden Ad.1.Bij de aanleg en het onderhoud van sportterreinon is men sterk af hankelijk van de plaatselijke situatie met betrekking tot grondsooi-t en waterhuishouding. Deze factoren zijn min of meer gegeven, weliswaar kan hierin soms verandering worden aangebracht, doch het hangt af van de te maken kosten, in hoeverre dit verantwoord zal zijn. In principe zal er naar dienen te worden gestreefd een zo goed mogelijke bospelingsnoge- lijkheia te verkrijgen, bij redelijke kosten. Er dient niet uit hot ocg te worden verloren, dat door een overmatige frequentie van bespeling, bijv. in verband met een tekort aan sportterreinen, de kosten van onder houd, die ondor normale omstandigheden reeds hoog zijn, nog eons extra v/orden opgevoerd. Ad2Een andere factor, die van invloed is op de frequentie van bespeling is do tijd, die de sportbeoefenaren aan hun tak van sport kunnen en willen besteden. Op zaterdagmiddag en zondag worden in vele gevallen de verplicht tc speler wedstrijden in competitie-verband gespoeld. Laarnaast worden do volden ook gebruikt voor training. Bovendien komt hot meermalen voor, dat eenzelfde sportterrein voor do beoefening van verschillende takken van sport wordt gebruikt, bijv. vootbalterreinen voor hand- en honkbal. Ook wordt van do aanwezige sportvelden voel gebruik gemaakt door do scholen. Bovengenoemd verschijnsel vindt niet alleen zijn oorzaak in con bestaand tekort aan sportterreinen, maar is vaak ook gelegen in het streven naar oen zo gunstig mogelijk exploitatieresultaat van do volden. Particuliere verenigingen zijn veelal financieel niet draagkrachtig genoeg om eon complex sportvelden aan to leggen en te ondci'houden, zodat zij zijn aangowe zon op de gemeente, Do Gemeente zal van haar kant echter ode trachten de aangelegde velden zo rendabel mogelijk to exploiteren. Dit is mode haar eigen belang, gezien dc behoefte aan volden, die voortvloeit uit de school sportbeoefening. Uit het vorenstaande blijkt wel, dat hcJ" niet eenvoudig is, een norm voor de bospelingsfrequentio vast tc stellon. Na ovorleg mot deskundigen in vele plaatsen is het N.E.I. tot de conclusie gekomen, dat de optimale bospelingsfrequentio bij de noeste sporten ligt tusser 2.5 on 3 maal per 3 NP

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Schriftelijke vragen) | 1963 | | pagina 8