Aanhangsel no. 2 van 1963-
Antwoord van Burgemeester en Wethouders op vragen van de raadsleden P. Ytsma en
J. Bootsma.
Vraag:
1. Is het Uw College hekend of er om
trent het plan voor de bouw van
bovengenoemd project bij de eigena
res van het bouwterrein n.l. de
Maatschappij voor Kapitaalgoederen
te Amsterdam nog steeds volledige
overeenstemming bestaat, zoals door
U is vermeld op blz. 15 in de aanbie
dingsbrief bij de Ontwerp-gemeente-
begroting en begrotingen takken van
dienst voor net dienstjaar 1965?
2. Indien deze overeenstemming niet
meer bestaat, is Uw College dan in
staat en bereid inlichtingen te ver
strekken omtrent mogelijk gewijzigde
plannen?
3Indien deze overeenstemming nog wel
bestaat wat zijn dan de redenen dat
nog steeds niet met de bouw is aan
gevangen?
4. Is Uw College het met de ondergete
kenden eens dat hier sprake is van
een wel zeer betreurenswaardige gang
van zaken bij de tot standkoming van
bedoeld winkelcentrum?
5- Welke pogingen zijn er door Uw Col
lege, vóór en na het verschijnen van
bovengenoemde aanbiedingsbrief onder
nomen om de bouw van het winkelcen
trum c.a. in 't Fijian, waaraan nu
toch wel grote behoefte bestaat, te
bespoedigen?
6. Is Uw College alsnog bereid op on
middellijke uitvoering van meerge
noemd plan bij betrokkenen aan te
dringen en welke dwingende maatrege
len kunnen hierbij worden aangewend?
7- Kan Uw College t.a.v. de plannen voor
de bouw van het winkelcentrum in
het uiterste Noordwesten van t
Nijlan ook nadere inlichtingen ver
strekken?
Antwoord Burgemeester en Wethouders:
Het bouwplan staat inderdaad vast.
De eigenares van het bouwterrein is
evenwel momenteel niet genegen opdracht
te geven tot uitvoering van het plan.
Gewijzigde plannen zijn niet gemaakt
en het ligt ook niet in het voornemen
dergelijke plannen te laten ontwerpen.
De eigenares van de grond heeft tot nu
toe geen opdracht gegeven tot uitvoe
ring van het bouwplan, omdat de ver
huur van alle te stichten winkels niet
is verzekerd.
V/ij delen deze mening volkomen. In
verschillende besprekingen heeft het
College zijn teleurstelling en misnoe
gen over de gang van zaken uitgespro
ken.
Wij hebben vóór en na het verschijnen
van de aanbiedingsbrief verschillende
pogingen gedaan om tot een spoedige
bouw van het zuidoostelijke winkelcen
trum te komen. Daartoe zijn diverse be
sprekingen gevoerd, zowel met de eige
nares van de grond als met geïnteres
seerden.
3ij herhaling is dezerzijds aandrang
uitgeoefend - en dat geschiedt ook nu
nog - om tot een spoedige realisering
van het plan te komen. Andere maatre
gelen dan door overleg om tot een
gunstig resultaat te komen zijn niet
mogelijk.
In dit stadium zijn hierover geen mede
delingen te doen.