Aanhangsel no. 3 van 1965-
Schriftelijke vragen van het raadslid de heer J,
geluidshinder straaljagers vliegbasis.
Klijnstra betreffende
Vraag
Zijn Burgemeester en Wethouders
met ons van mening, dat het
lawaai, veroorzaakt door straal
jagers van de Vliegbasis Leeu
warden, vooral ook als gevolg
van de veelvuldige doorbreking
van de geluidsbarrière, ont
stellend groot is?
Is het aan Burgemeester en Wet
houders bekend, dat, volgens
verklaringen van medici, bij
een aantal inwoners van deze
gemeente een soort van neurose
optreedt?
Zijn Burgemeester en Wethouders
bereid, de belangen van onze
gemeentenaren behartigende,
zowel bij de Commandant van de
Vliegbasis, als ook bij de
Minister van Defensie hiertegen
te protesteren en bij genoemden
een verzoek in te dienen, be
helzende het te willen bevorde
ren, dat het boven land, ons
inziens, overtollige lawaai
wordt gestaakt, althans
drastisch wordt beperkt?
Achten Burgemeester en Wethou
ders thans niet de tijd gekomen,
om bij het betreffende Ministe
rie te pleiten voor opheffing
van de vliegbasis bij Leeuwar
den, zulks in verband met de
voortschrijdende stadsuitbrei
ding naar het westen?
Antwoord Burgemeester en Wethouders;
1. Het is ons uiteraard niet ontgaan,
dat de vliegtuigen van de Vliegbasis
Leeuwarden veel lawaai maken.
Het is ons niet gebleken, dat het la
waai, hoewel uiteraard hinderlijk,tot
het optreden van neurose heeft ge
leid.
3Het is ons wel bekend, dat de
Minister van Defensie en de Comman
dant van de Vliegbasis Leeuwarden
bij de uitvoering van hun taken in
deze naar een zo sterk mogelijke be
perking van het geluid streven.
Voor een protest en een verzoek, als
in deze vraag bedoeld, bestaat dan
ook geen reden.
Naar ons is medegedeeld verhinderen
de N.A.T.0.-bepalingen deze ophef-
f ing.