2 - Verder werd gesuggereerd, dat in de quaran taineafdeling alleen dieren zouden worden opgenomendie door de afdeling Leeuwarden van de Nederlandse Vereniging tot bescher ming van dieren zouden worden aangeboden. Daartegenover zou genoemde afdeling zich moeten verplichten om de dieren, waarvoor geen quarantaine meer nodig is, terug te nemen. Net Bestuur van de afdeling Leeuwarden bleek mot deze suggestie zeer gelukkig te zijn en verklaarde zich gaarne bereid een regeling in deze zin te aanvaarden. Bij brief van 7 april 1965 hebben wij deze regeling schriftelijk ter kennis van hot afdelingbestuur gebracht. Son afschrift van deze brief hebben wij ter kennis van de Raad gebracht. Nadat wij de voor de bouw van het quaran- tamogebouw benodigde vergunning hadden verleend is met de bouw begonnen. Intussen had reeds op 10 februari 1965 een bespreking plaats gehad tussen verte- J genwoordigers van het afdelingsbestuur en de directeur van het Slachthuis en de Veemarkt over de inrichting van het quaran-l tainegebouw. Laarbij is door genoemde directeur duidelijk gesteld aan welke eisen] deze inrichting zou moeten voldoen. Leze eisen hadden betrekking op de water-,gas- en elektriciteitsvoorziening, de vloeren en wanden en de buitenloop. Nadere besprekinl gen vonden plaats op 28 juni en 30 augus tus 1965. Helaas moot worden geconstateerd, dat hot genoemde afdelingsbestuur tot nu toe in gebreke is gebleven de gemaakte afspraken over de inrichting geheel na te komen. Zo ontbreekt in hot gebouw nog steeds do gasaansluiting in de keuken ten behoeve van oen geyser en een kooktocstol en voor een wandgeysor voor centrale verwarming. Tengevolge van deze nalatigheid is het nog steeds niet mogelijk de dieren te verzorgen, Om do dieren gedurende de ongeveer 3 weken durende quarantaine enige bowcgingsmogc- lijkheid te geven word bij do gehouden besprekingen voorts overeengekomen, dat aan do oostzijde van het gebouwtje een betege ling met afrastering zou worden aangebracht. Helaas is het aanbrengen van deze afraste ring tot dusver achterwege gebleven. Le in de publikatie in de pers op functio narissen van do gemeente geuite kritiek heeft ons bijzonder bevreemd en bovendien onaangenaam getroffen, omdat zowel ons College als de genoemde functionarissen steeds zeer positief hebben gestaan tegenover de onderwerpelijke aangelegenheid en steeds hebben gezocht naar een voor de a_Ldeling Leeuwarden van de bierenbescher ming alleszins bevredigende regeling. Onze bevreemding is des te sterker, nu de afspraken over de inrichting van het quarantainegebouwtje reeds in februari 1965 zijn gemaakt, terwijl in februari 1966 bij het opnemen van do situatie ter plaatse is geconstateerd, dat de evcn- vormelde voorzieningen overeenkomstig de een jaar oorder gemaakte afspraken nog moesten worden getroffen. ■Volledigheidshalve moeten wij hier nog aan toe voogen, dat personeel van het Openbaar Slachthuis roods in januari 1966 een aantal kieren in do scheidings wanden tussen do diverse hokken hoeft weg gewerkt, terwijl de kooien van binnen werden geverfd mot een speciaal voor dit doel geschikte verfsoort. Het voorgeno men oliën van de wanden v/as in hygiënisch opzicht namelijk bepaald onvoldoende. Wij zijn er van overtuigd, dat het quaran- ta.inogobouw roods lang geheel opgeleverd en in gebruik genomen had kunnen worden. Lat dit niet gebeurd is, is volledig te wijten aan het bestuur van de afdeling Leeuwarden van de Nederlandse Vereniging tot bescherming van dieren. Het heeft ons dan ook bijzonder onaange naam getroffen, dat men nu hiervan een verwijt wil maken aan de gemeente of enke le van haar ambtenaren. 3. V/elke stappen denkt het College Le mogelijkheid om het quarantainege- te nemen om ingebruikneming van bouw in gebruik to nemen hangt geheel af het quarantainegebouw op korte van het aanbrengen van enkele voorzieningen tormijn te doen plaatsvinden? door het meergenoemde afdelingsbestuur. Verder staat aan de ingebruikneming niets in de weg. Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden, Harmsma Burgemeester. de Jong Secretaris

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Schriftelijke vragen) | 1966 | | pagina 4