ULWUJ -1
i
No.
Schriftelijke vragen van het raadslid K. Weide over vuilstorting aan de
Dammelaan
Inhoud van de brief d.d. 29 augustus j.l. van de heer Weide:
Ongetwijfeld sal het Uw College bekend zijn, dat een gedeelte terrein
gelegen in het uitbreidingsplan Bilgaard, aan de Dammelaan, gebruikt wordt
als stortplaats voor vuilnis. Vooral voor de jeugd is dit een gelegenheid
om tot allerlei niet verantwoorde daden te komen. Reeds enkele malen heeft
de brandweer dan ook enkele brandjes moeten blussen. Deze brandjes ver
spreiden een dermate onwelriekende geur (rubber enz.), dat vooral de be
woners in de bijgelegen wijken van de stad hier hinder van endervinden.
Bovendien maakt een stortplaats voor vuilnis aan de rondweg, welke een
onderdeel is van de Europaweg 10, een slechte indruk op het vele doortrek
kende verkeer. Het krijgt hierdoor een onjuist beeld van de stad Leeuwarden.
Een en ander is voor ondergetekende aanleiding om aan Uw College de na
volgende vragen te stellen.
Vraag
Is het College van mening dat
deze plaats voor* het storten
van vuilnis de juiste is?
Indien vraag 1 bevestigend
wordt beantwoord, dan graag
een nadere motivering, waarom
juist deze plaats is uitgeko
zen.
Wanneer de stortplaats op de
huidige plaats in de huidige
toestand wordt gehandhaafd, ie
hot College dan niet van me
ning dat gevaar voor de Volks
gezondheid aanwezig is?
Het is U bekend, dat tot voor kort op
verschillende plaatsen in de stad on
rechtmatig vuil werd gestort. Hiertegen
werd zoveel mogelijk opgetreden, doch
dit sorteerde onvoldoende effect. Mede
met het oog op voortdurende klachten over
de vervuiling van diverse gemeentelijke
terreinen hebben wij ten slotte opdracht
gegeven een kuil te graven, waarin met
name puin en boomstronken zouden kunnen
worden gestort. Nadrukkelijk hebben Wij
bepaald dat ander afval naar het terrein
van de Eeinigings- en Ontsmettingsdienst
aan de Greunsweg moet worden afgevoerd.
Het vinden van een plaats, vaar een kuil
als bovenbedoeld kan worden gegraven,
bleek niet eenvoudig. Een dergelijke
plaats zou in of zeer nabij de stad
moeten Zijn gelegen. Van een verder ver
wijderde plaats zou naar alle waarschijn
lijkheid toch niet voldoende gebruik
worden gemaakt met als gevolg, dat de
vuilstorting op diverse plaatsen in de
stad zou v/orden gecontinueerd. Verder zou
vast moeten staan, dat op die plaats niet
zal worden gebouwd. Met name terreinen,
bestemd voor plantsoenaanleg komen der
halve voor dit doel in aanmerking. Uit
eindelijk hebben wij voor het graven van
een kuil aangewezen een voor plantsoen
bestemd terrein aan de Dammelaan, een
plaats derhalve, dio voldoet aan de boven
vermelde voorwaarden.
Nadrukkelijk herhalen wij, dat ter
plaatse alleen puin, boomstronken e.d.
dienen te worden gestort. Ander vuil
dient naar de stortplaats van de Reini
gingsdienst aan de Greunsweg te worden
vervoerd. Een en ander is in Ce plaatselijke