I
■I
Aanhangsel no. 9»
Schriftelijke vragen van de raadsleden ir. C.L. Rijpma, P.J.Engels en
O.Heidinga met betrekking tot de vestiging van een bijkantoor van de
Coöp. Raiffeisenbank Leeuwarden in het woonhuis Marowijnestraat 13»
Vragen;
1. Heeft het College van B-. en V.
vergunning verleend tot het
vestigen van een bijkantoor van
de coöp. Raiffeisenbank
Leeuwardenin een woonhuis,
Marowijnestraat 13?
2. Indien vraag 1 bevestigend wordt
beantwoord, willen B. en W.
dan mede delen welke over
wegingen of motieven tot het
geven van deze vergunning
hebben geleid?
3. Is het geven van deze vergunning
niet een doorbreken van het
beleid dat gevoerd wordt op het
gebied van de ruimtelijke
ordening?
4. V/as er voor deze vestiging geen
plaats in één van de beide
reeds tot stand gekomen winkel
centra in dit stadsdeel?
5. Als nu straks aanvragen binnen
komen tot het vestigen van b.v.
een boekhandel, een lectuurhal,
een koffiebar, een snackbar, een
autoshop o.i.d., in een woonhuis,
gelegen in diezelfde stadswijk,
is het dan mogelijk, rekening
houdend met do rechtsgelijkheid
van do burger, een dergelijke
aanvraag af te wijzen?
Antwoorden Burgemeester en Wethouders:
Wij hebben medegedeeld in principe
bereid te zijn mode te werken aan het
plan om in het perceel Marowijnestraat
13 een bankfiliaal te vestigen.
V/ij zijn van mening, dat ten behoeve
van het verlenen van diensten aan de
bewoners van de onderhavige wijk mede
werking dient te worden verleend bij
het zoeken naar vestigingen van bij
kantoren van banken, vooral gelet op
de snelle ontwikkeling in de laatste
jaren van dit dienstverlenend instituut
voor een steeds breder wordende laag
van do bevolking.
Dit is niet het geval.
Voor het onderhavige filiaal was in
bedoelde winkelcentra geen plaats
te verkrijgen.
Gelet op het motief, dat ten grondslag
heeft gelegen aan het verlenen van
medewerking voor het vestigen van een
bankfiliaal, zijn de in de vraag be
doelde consequenties niet te vrezen.
Dergelijke aanvragen zullen op hun
eigen merites worden beoordeeld.