ihangsel no, 15. ariftelijke vragen ex art. 47 Reglement van orde door het raadslid de heer Vellenga. gen: Antwoorden van Burgemeester en Wethouders: Heeft het college, althans de "betrok- 1. Deze vraag wordt bevestigend beant- ken wethouder, hetzij via persberich- woord, ten, hetzij door directe contacten, Inderdaad wordt hier het Wilhelnina- kennis genomen van plannen om het Zaai- plein bedoeld, land te bebouwen, en kan worden aangenomen, dat met Zaailand het IWilhelminaplein wordt bedoeld? Acht het college de eventueel voor genomen bebouwing (winkels, kantoren, parkeergarage) niet zo duidelijk in tegenspraak met gebleken opvattingen over het Wilhelminaplein, zoals die leven in college en gemeenteraad, althans bij een meerderheid in de !i raaddat stellig in deze raadsperiode geen medewerking aan bedoelde plannen kan worden verwacht? Als vraag 2 bevestigend wordt be antwoord, dient dan niet aan betrok kenen mededeling van deze opvatting Ite worden gedaan, opdat men zich tijd, noeite en kosten kan besparen? 2, 3 en 4- De betreffende plannen sullen op hun eigen merites moeten worden beoordeeld Het lijkt ons niet juist thans reeds uit te spreken of aan de plannen al dan geen medewerking kan worden ver leend. Wij gaan er van uit dat een dergelijke principe-uitspraak het beste kan worden gedaan bij de be handeling van het structuurplan voor de binnenstad. Wij streven er naar dat dit plan op korte termijn bij de raad in behandeling komt. Hocht het college onvoldoende zekerheid hebben over de in vraag 2 bedoelde opvattingen, wil het dan bevorderen, dat de gemeenteraad in de gelegenheid vordt gesteld, op korte termijn een [principe-uitspraak te doen over het l/ilhelminaplein en/of over deze plan nen, eveneens net het doel, o.a. deze betrokkenen zekerheid te verschaffen over de bestemming van dit fraaie plein? Leeuwarden, 7 september 1972. Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden, J.S. Brandsma Burgemeester. de Jong Secretaris

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Schriftelijke vragen) | 1972 | | pagina 16