Aanhangsel no. 1.
Antwoorden op vragen van de raadsleden de heren L. Visser en A. Klomp.
1. Is het College bekend met de
verkeerssituatie, welke op het
Zuiderplein in de noordelijke
rijrichting is ontstaan na de
onlangs aangebrachte wegmar
kering?
2. Is het College met ons van
mening, dat deze markering een
gevaarlijke situatie heeft doen
ontstaan voor met name de voor
het centrum bestemde fietsers,
die na het verlaten van de
voor hen bestemde rijstrook
terecht komen in de rijstrook
voor (alle) afslaand verkeer
naar rechts?
1. Deze vraag kan bevestigend worden
beantwoord.
Op advies van de Verkeerscommissie
is met behulp van een geschilderde
markering getracht om op dit rela
tief verkeersonveilige plein enige
duidelijkheid te scheppen in het
grote aantal verkeersbewegingen.
2/5/4.
Wij hebben de Verkeerscommissie
inmiddels verzocht ons te adviseren
over de vraag, of ten behoeve van de
fietsers de situatie op dit gedeelte
van het Zuiderplein nog kan worden
verbeterd.
3. Beschikt het College verder
over informatie dat in laatst
genoemde rijstrook zich herhaal
delijk gemotoriseerd verkeer
beweegt, dat in strijd met de
verkeerswetgeving zijn weg
zoekt naar het centrum en het
zich, op reglementaire wijze
voorsorterende langzaam ver
keer derhalve ernstig hindert?
4. Indien vorenstaande vragen be
vestigend worden beantwoord,
is het College dan bereid om
de geschetste situatie als
gevolg van de aangebrachte
markering te toetsen aan het
belang van de verkeersveiligheid
en de naar onze mening minder
gevaarlijke situatie in het
verleden eveneens in de over
wegingen te betrekken?
Leeuwarden, 6 januari 1976.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
J.S. Brandsma Burgemeester.
de Jong
Secretaris.