4. partijen doen afstand van het recht tot het vragen van ontbinding, als bedoeld in de artikelen 1302 en 1303 van het Burgerlijk Wetboek; 5. alle kosten vallende op de rechtsgeldige totstandkoming van deze afstanddoening, komen voor rekening van de gemeente Leeuwarden; III. de onder I bedoelde boerderij onder te brengen in het Grondbedrijf van de Dienst Stadsontwikkeling. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van Voorzitter. Secretaris. Aanhangsel no. 1. Antwoorden op de vragen van de raadsleden, de heren M. de Greef en P.D. van der Wal, naar aanleiding van de verwijdering van een schilderij van Sjoerd de Vries van de expositie bij galerie Eewal. Is het college met ons van oordeel, 1. en 2. dat kunstwerken die in het kader van Deze vragen kunnen bevestigend worden de Beeldende Kunstenaars Regeling zijn beantwoord, aangeschaft zoveel mogelijk publieke lijk tentoongesteld moeten worden? 2. Is het college met ons van oordeel, dat de spelregels met betrekking tot het tentoonstellen van in het kader van de B.K.R. aangekochte werken zoveel mó gelijk toegepast moeten worden in over eenstemming met de bedoeling van ge noemde regeling? 3» Is het ooilege, met het oog op het ge stelde in bovengenoemde punten, met ons van oordeel, dat de handelwijze van de G.S.D. die geleid heeft tot een bevel tot verwijdering van een schil derij van Sjoerd de Vries van de ex positie bij galerie Eewal in strijd is met de bedoelingen van de Beelden de Kunstenaars Regeling en dat de op stelling van de G.S.D., waar het be treft het in het geding brengen van de persoon van de kunstenaar en diens positie in de B.K.R. veroordeeld dient te worden als een staaltje van arro gant bureaucratisch handelen? 3. Deze vraag wordt ontkennend beant woord. Het betreffende kunstwerk was krachtens overeenkomst in gebruik gegeven aan het Frysk Letterkun- dich Museum en Dokumentaesjesin- trum ten behoeve van diverse ex posities. In de bruikleenovereen komst is o.m. bepaald, dat het kunstwerk niet zonder toestemming van de directeur van de G.S.D. het gebouw, waarin het P.L.M.D. geves tigd is, mag verlaten, zulks met het oog op de verzekering en een goede beheersadministratie. Overigens is van de kant van de G.S.D. de mogelijkheid opengelaten dat de heer S. de Vries, aan wie het P.L.M.D. het werk in gebruik had afgestaan, een bruikleenover eenkomst zou sluiten met de dienst, nadat hij had aangetoond het werk verzekerd te hebben. Van deze mogelijkheid is geen gebruik ge maakt. 4. Is het college bereid om in overleg met de commissie voor de G.S.D. en de plaatselijke commissie Complementaire Arbeidsvoorziening Beeldende Kunste naars zich te beraden over een uit leencontract van B.K.R. werken, waar door in de toekomst meer gehandeld zal kunnen worden in de geest van de B.K.R. en minder naar de letter van een aan tal ambtelijke spelregels, zodat onno dige strubbelingen vermeden kunnen wor den? 4. Op zeer korte termijn zullen alle kunstwerken, die in het kader van de Beeldende Kunstenaars Regeling zijn verworven, in bruikleen wor den afgestaan aan de Stichting Beeldende Kunst Friesland, die de verspreiding van het werk op meer professionele basis ter hand zal kunnen nemen. Op deze wijze zal worden bereikt dat het publiek op ruimere schaal kennis kan nemen van deze kunstwerken. Leeuwarden, 18 februari 1977. De burgemeester van Leeuwarden, J.S. Brandsma.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Schriftelijke vragen) | 1977 | | pagina 1