provincie zijn overgeheveld,
de overblijvende
archiefstukken als doop- en
huwelijksregistersklooster
archieven, oorkonden, verdra
gen e.d. naar Groningen zullen
verdwijnen, gelet op de
culturele en wetenschappelijke
contrumfunctie die Leeuwarden
in Friesland pretendeert te
hebben, c.q. probeert na te
streven?
6. Is - indien de voorgaande vla
gen positief worden beant
woord - het college met de
D'6o raadsfractie van mening
dat, gelet op ervaringen in
het verleden, nog vóórdat de
minister op 15 januari 1984
zijn definitief standpunt zal
gaan innemen, zij over deze
kwestie een standpunt dient
te formuleren, op straffe
de boot na die datum te mis
sen?
Naar aanleiding van het voorlopig
standpunt heeft de archivaris van
het Rijksarchief te Leeuwarden de
vrees uitgesproken dat het door
hem beheerde archief daardoor van
onvoldoende omvang zal worden om
een zelfstandig voortbestaan te
kunnen waarborgen. Hoewel de
minister wel wijst op mogelijke
consequenties voor de
rijksarchiefdienst in zijn huidige
gedeconcentreerde vorm, acht hij
dit een kwestie die
'volledigheidshalve wel wordt ver
meld, maar op dit moment nog niet
beantwoord behoeft te worden'.
Afgezien van het feit dat een
overdracht naar de provincie eerst
mogelijk is wanneer daarvoor in de
plaats provinciale archiefdiensten
zijn opgericht en gehuisvest, is
het naar ons oordeel prematuur om
te veronderstellen dat juist het
Rijksarchief in Leeuwarden zou
worden verplaats naar, bijvoor
beeld Groningen. Overigens wijzen
wij er op dat de minister eerst
enige tijd na 15 januari 1984
(zijnde de sluitingsdatum voor de
reacties op zijn voorlopig
standpunt) zijn beslissing zal
nemen, waarna een wetsontwerp zal
- 3 -
worden opgesteld dat dan de
gebruikelijke procedure nog geheel
zal moeten gaan doorlopen. Indien
nodig zullen wij dan ook in dat
kader stappen ondernemen.
Leeuwarden, 15 november 1983-
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
mr. G.J. te Loo Burgemeester.
mr. W.J.G. Reumer Secretaris.