- 2 -
Tevens zal een afstemming moeten
plaatsvinden met de andere in het
Collegeprogramma 1982-1986 geformu
leerde beleidsvoornemens.
Het is ons echter niet mogelijk om
thans reeds een concreet standpunt
terzake in te nemen. Het ligt daarom
in ons voornemen binnen afzienbare
tijd een afzonderlijke nota over de
ze problematiek in de Raad aan de
orde te stellen.
B. Vragen gesteld door het raadslid mevrouw J. van der Werf.
1Heeft het College van B W
kennis genomen van het voorstel
van de gemeente Opsterland om op
grond van "kwijtschelding wegens
onvermogen" inwoners voor wie het
betalen van gemeentelijke belas
tingen gelet op hun inkomen be
zwaarlijk is, vrij te stellen van
betaling van deze belastingen?
Deze vraag wordt bevestigend beant
woord.
2. Bent U met ons van mening dat
het in de lijn ligt van de
in het Collegeprogramma en be
leidsplan 1983-1987 gestelde
uitgangspunten en criteria ("so
lidariteit met en bijzondere aan
dacht voor financiële en sociale
bestaansvoorwaarden van de zwak
keren"; "het benutten van moge
lijkheden op gemeentelijk niveau
om te streven naar een meer ge
lijke verdeling van arbeid, ken
nis, inkomen en macht"; "de zwak
keren en de minst draagkrachtigen
moeten zoveel mogelijk ontzien
worden en zullen bijzondere aan
dacht krijgen") om voorstellen zo
als die van de gemeente Opsterland
in Leeuwarden over te nemen?
2. en 3.
Verwezen wordt naar het antwoord dat
is gegeven op vraag 3, onder punt A.
3- Indien U voorgaande vraag ontken
nend beantwoordt, welke zijn hier
voor dan Uw overwegingen en argu
menten?
Indien U voorgaande vraag bevesti
gend beantwoordt, bent U dan be
reid een dergelijk voorstel aan de
Raad voor te leggen in het kader
van het beleidsplan en begroting
1984?
Leeuwarden, 16 september 1983-
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
mr. G.J. te Loo Burgemeester,
mr. W.J.G. Reumer Secretaris.
Aanhangsel nr. 3.
Anti.oorden op door leden van de Raad gestelde schriftelijke vragen als bedoeld in arti
kel 47 van het Reglement van orde voor de vergaderingen van de Raad der gemeente Leeu-
,vat den
l'ragen gesteld door de raadsleden de heer S. Siemonsma en mevrouw 3. van der Werf.
)p de raadsvergadering van 12 april - tijdens de behandeling van het beleidsplan 'SB
'S? - heeft wethouder de Vries de toezegging gedaan dat in het raam van het onderzoek
naar het schoonmaken van schoolgebouwen tevens zal worden nagegaan of en zo ja in wei-
te mate nadere arbeidsvoorwaarden gesteld moeten worden indien deze werkzaamheden wor
den uitbesteed.
1. Is dit onderzoek - en met name het
aspect van de nadere arbeidsvoor
waarden - al afgerond?
Zo ja, op welke termijn kan de Raad
de resultaten van dit onderzoek te
gemoet zien?
Zo nee, op welke termijn denkt het
college dit wel te doen en verslag
hiervan uit te brengen aan de Raad?
2. Is het college met ons van mening
dat zinvolle discussie en besluit
vorming over het al dan niet uit
besteden van het schoonmaakwerk in
het voortgezet onderwijs - zoals ge
pland voor '84 - pas mogelijke is
wanneer de resultaten van het on
derzoek bekend zijn en duidelijk
wordt of en zo ja welke arbeids
voorwaarden door de gemeente ge
steld kunnen worden?
3. Is het college ook bereid om de
uitbesteding van het schoonmaak
werk voor het lager onderwijs terug
te draaien (zoals vorig jaar al
door PAL bepleit) of althans de dis
cussie daarover opnieuw te starten
in het licht van de resultaten van
het onderzoek?
1. Het bedoelde onderzoek is nog niet
afgerond. Voor het einde van dit ka
lenderjaar hopen wij de Raad het
rapport van de desbetreffende werk
groep aan te bieden.
2. De besluitvorming over het uitbe
steden van schoonmaakwerk in het
voortgezet onderwijs heeft plaatsge
vonden in het kader van het beleids
plan en de herwaardering 1982-1986.
Aangezien de hiermee gemoeide bespa
ringen in 1984- gerealiseerd moeten
zijn, zijn inmiddels de overeenkom
sten met het betreffende schoonmaak
bedrijf herzien.
3. Tot het terugdraaien van de betref
fende uitbesteding lijkt ons voorals
nog geen reden te bestaan. Uiteraard
kan desgewenst in het licht van boven
bedoelde rapportage een discussie
plaats vinden.
Wil de gemeenteraad reëel de moge- 4.
lijkheden hebben om te discussiëren
over het al dan niet uitbesteden van
het schoonmaakwerk en wil het voor
stel voor het weer in eigen beheer
nemen van de schoonmaakwerkzaamheden
in gemeentelijke scholen een serieu
ze rol kunnen spelen in deze discus
sie, dan moeten we niet wachten tot
de a.s. beleidsplanbehandeling ('84-
'S8) (De Raad loopt dan immers het
risico voor het financiële blok ge
zet te worden als ze op ad hoe basis
andere bezuinigingen moet ophoesten,
wil ze de uitbesteding van het schoon
maakwerk niet verder uitbreiden of
zelfs stoppen).
Wij geven de voorkeur aan een even
wichtige afweging binnen het kader van
de beleidsplanbehandeling. Hierbij stre
ven wij er naar de Raad een zo groot mo
gelijk pakket aan keuzemogelijkheden
aan te bieden.