- 2 -
Is het college daarom bereid om op
korte termijn - in ieder geval vóór
de beleidsplanbehandeling - deze
zaak opnieuw aan de orde te stellen?
Leeuwarden, 27 september 1983.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden
Aanhangsel nr. 4
Antwoorden op schriftelijke vragen als bedoeld in artikel 47 van het Reglement
van orde voor de vergaderingen van de Raad der gemeente Leeuwarden, namens de
PAL-fractie ingediend door het raadslid mevrouw J. van der Werf, inzake de si
tuatie bij de kinderboerderij en de manege.
Naar aanleiding van publicaties in de
pers (o.a. de LC van 12, 13 en 14 sep
tember jl.) willen wij U de volgende
vragen voorleggen over de situatie bij
de Kinderboerderij en de manege:
1Heeft het college kennis genomen
van genoemde publicaties en
2. Zo ja, kan het college een verkla
ring geven voor het feit dat deze
problemen (die naar het lijken ook
gevolgen hebben voor de financiële
exploitatie en dus de gemeente ra
ken als één van de financieel be
trokkenen - en aansprakelijke! -)
niet in een eerder stadium naar
buiten zijn gekomen (b.v. via de
gemeentelijke waarnemer in het
Stichtingsbestuur) en dus eerder
aangepakt hadden kunnen wor
den?
1Wij hebben van de bedoelde publica
ties kennis genomen.
2. Wij waren reeds in een eerder sta
dium o.m. door de gemeentelijke
waarnemer van problemen bij de ma
nege op de hoogte gesteld. Terzake
heeft meermalen, op bestuurlijk en
ambtelijk niveau, overleg met het
Stichtingsbestuur plaatsgevonden
Overigens merken wij op, dat het be
leid dat ten aanzien van de manege
wordt gevoerd, een verantwoor
delijkheid van het Stichtingsbestuur
is. De gemeente is hierbij slechts
direct betrokken voorzover het ge
voerde of te voeren beleid aantoon
baar zou leiden tot financiële pro
blemen.
3. Uit genoemde publicaties en eigen
informatie is ons duidelijk gewor
den dat op korte termijn stappen
ondernomen moeten worden om weer
tot een werkbare situatie - m.n.
in de manege - te komen. Deelt het
college onze mening dat het wense
lijk is om te komen tot een club
van onafhankelijke "wijze mensen"
die een onderzoek instellen naar
de ontstane problemen om met sug
gesties te kunnen komen voor oplos
singen voor de problemen?
3. Het creëren van een werkbare situa
tie is in de eerste plaats een ver
antwoordelijkheid van het Stich
tingsbestuur. Overigens bezien wij
in overleg met het Stichtingsbestuur
of in de bestaande opzet, uitvoering
en activiteiten van de manege zoda
nige wijzigingen kunnen worden aan
gebracht dat financiële tekorten
worden vermeden. Ook alternatieve
maatregelen zullen daarbij, indien
noodzakelijk, in de overwegingen
worden betrokken.
Gelet op het vorenstaande achten wij
de instelling van een "club van on
afhankelijke wijze mensen" voors
hands niet opportuun.