3. Kunt U verklaren hoe de Officier van Justitie (mr. Riemersma) ter zitting kon verklaren dat de gebruikte formulieren in de betreffende strafzaak de normale formulieren waren, hetgeen hem verzekerd was door de politie van Leeuwarden? Leeuwarden, 13 augustus 1984. De Burgemeester van Leeuwarden, (mr. G.J. te Loo) Aanhangsel nr. 10. Antwoorden op schriftelijke vragen als bedoeld in artikel 47 van het Reglement van Orde voor de vergadering van de Raad der Gemeente Leeuwarden, ingediend door het raadslid mw. H.J. de Haan-Laagland, inzake de in het Collegeprogram 1982— 1986 vastgestelde voornemens m.b.t. de ontwikkelingssamenwerking en de voorbe reiding van activiteiten in het kader van de daklozen in 1987. Blijkens perspublikaties (o.a. Binnenlands Bestuur 31-8-1984) hebben de Minister van Ontwikkelingssamenwerking en de Staatssecretaris van Volkshuisvesting recen telijk 1.360.000,beschikbaar gesteld voor activiteiten ter voorbereiding van het internationale jaar van de daklozen in 1987. Bedoelde minister zal de VNG uitnodigen voor een gesprek over de manier waarop gemeentelijke initiatieven op dit vlak kunnen worden gestimuleerd. Daaruit blijkt, dat de gemeentelijke overheden niet alleen in de visie van de vragenstelster, maar ook in die van de rijksoverheid een eigen taak en verantwoordelijkheid (kunnen) hebben als het er om gaat een bijdrage te leveren aan de internationale solidariteit. Vraag. 1Bent U bereid om op korte termijn - in nauw overleg met lokale/ regionale organisaties, die actief zijn op het terrein van de ontwikkelingssamenwerking - na te gaan, welke activiteiten in onze gemeente in het kader van het jaar van de daklozen kunnen wor den georganiseerd? 2. Bent U tevens bereid na te gaan op welke wijze de onder 1 bedoelde activiteiten gefinancierd kunnen worden uit de eerder genoemde middelen, die voor de voorbereiding van het jaar van de daklozen ter beschikking zijn ge steld? 3. In het Collegeprogram '82-'86 is in het hoofdstuk Algemeen Beheer (par. 1.4.vredesopvoeding en ontwikkelingssamenwerking, sub 2) het volgende vastgelegd: "Er wor den op de begroting middelen vrij gemaakt van waaruit activiteiten in de sfeer van de internationale solidariteit worden gefinancierd en gesubsidieerd". Tevens is het streven vastgelegd, dat een vriendschapsrelatie wordt aange gaan met een andere gemeente in Antwoord 1/ In principe worden de beide vragen 2. bevestigend beantwoord. Zoals ook uit de inleiding blijkt is het de bedoeling van de betreffende bewindslieden om met de VNG te over leggen op welke wijze gemeentelijke initiatieven op dit vlak kunnen wor den gestimuleerd. Het lijkt ons derhalve gewenst eerst de conclusies van dit overleg af te wachten alvórens op lokaal/regionaal niveau stappen te ondernemen. 3. In de Memorie van Antwoord bij het Beleidsplan 1984-1988 deelden wij U mede, dat aan het gestelde in de hier aangehaalde paragraaf van het College program 1982-1986 nog geen nadere in houd was gegeven en dat wij ons nog beraadden over de mogelijkheden van de concrete vormgeving van een vriendschapsrelatie met een gemeente in een ontwikkelingsland. Teneinde op een juiste wij1?© invulling te kunnen geven aan het in het col legeprogram terzake gestelde, hebben - 2 -

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Schriftelijke vragen) | 1984 | | pagina 10