- 2 - van kiesrecht - geen zwaarwegende redenen bestaan om zulke belem meringen op te werpen Het stellen van een zekere verblijfster- mijn stoelt op het uitgangspunt dat naarmate van de verblijfsduur de binding met onze samenleving toeneemt. De keuze voor de lengte van die termijn, zo zegt de regering zelf is uiteraard arbitrair. 5. Zo ja, is het college van B. en W. bereid om deze bezwaren tegen een wachttijd kenbaar te maken aan de Minister van Binnenlandse Zaken en de Tweede Kamer der Staten-Generaal? Wij zijn van oordeel dat hier niet gesproken kan worden van een aangele genheid die direct verband houdt met de gemeentelijke huishouding van Leeuwarden. Overeenkomstig de algemene gedragslijn zal in dergelijke gevallen de V.N.G. indien nodig optreden als woordvoerder van alle gemeenten. Wij zien geen aanleiding in dit geval hiervan af te wijken door ons zelf met mogelijke bezwaren te richten tot de in de vraag genoemde organen. Leeuwarden, 23 oktober 1984. Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden, mr. G.J. te Loo Burgemeester. mr. W.J.G. Reumer Secretaris. Aanhangsel nr. 16. Vragen van de leden van de Gemeenteraad, de heren P. van der Wal en J.W. Duyvendak, inzake de ontruiming van het gekraakte pand Spanjaardslaan 166, alsmede de daarop door de Burgemeester gegeven antwoorden. Op 8 oKtober jl. is het, al ander en half jaar, leegstaande pand op de hoek van de Spanjaardslaan en Pelikaanstraat door ongeveer twintig mensen gekraakt. Enige uren (-later) is het pand aoor een politiemacht ontruimd. Hierover de volgende vragen: Vragen: 1Nadat het pand gekraakt werd is de eigenaar van het pand, Boomsma, in onderhandeling gegaan met de krakers. Boomsma wilde een akkoord bereiken met de krakers en wilde liever niet dat het pand ontruimd zou worden door de politie, dit zou alleen maar extra schade aan het pand veroorzaken. De politie was op de hoogte van de onderhandelingen tussen Boomsma en de krakers (zie L.C. 8-10). Waarom hebt U toch opdracht gegeven tot ontruiming van het pand door de politie? 2. Bent U met ons van mening dat het politie-ingrijpen niet nodig was geweest en dat de politie het overleg tussen krakers en Boomsma door kruist en gefrustreerd heeft? Antwoorden: 1. De eigenaar van het pand, de heer Boomsma heeft de politie gevraagd het pand te ontruimen. In overeenstemming met zijn verzoek is de politie opgetreden. Zij heeft daarover tevoren overleg gepleegd met het openbaar ministerie en het kabinet van de Burgemeester 2. Het optreden van de politie was nodig om een eind te maken aan een situatie, waarin krakers tegen de wil van de eigenaar het pand hadden betrokken en dit op vorde ring van de eigenaar weigerden te verlaten. 3. Bent U op de hoogte van het feit dat de krakers in eerste instantie het pand vrijwillig en geweldloos wilden verlaten en dat de zaak pas escaleerde toen de politie de krakers sommeerde mee te gaan naar het politieburo? Bent U verder op de hoogte van het feit dat de krakers met handboeien en plastic strips geboeid werden en dat de krakers 3^4 uur in de politiecellen hebben gezeten, det twee krekens met- knuppels zijn geslagen en dat medische behandeling voor één van hen geweigerd is? Bent U met ons van mening dat dit politie-optreden buiten alle proporties is gezien de opstelling van de krakers? 3. De politie werd geconfronteerd met de situatie, waarin artikel 138 WvSr werd overtreden en trad in overeenstemming met artikel 27 WvSr op. Over dit politie-optreden is door het Justitieel Klachtenburo Friesland een klacht ingediend bij de commissaris van politie te Leeuwarden. Omdat in deze klacht sprake was van verwijten aan de politie, die neerkomen op een beschuldiging van mishandeling, heeft de commissaris van politie, zoals dat in voorkomende gevallen de gebruikelijke gedragslijn is_, de officier van justitie verzocht de rijksrecherche in te schakelen. Deze willigt het verzoek in. Onder getekende is het hiermee eens en wacht de uitkomst van dit onderzoek af.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Schriftelijke vragen) | 1984 | | pagina 16