- 2 -
In 1976 is aan de erfpachter van
het Molenaarshuisje 322 centiare
grond in erfpacht uitgegeven.
Feitelijk zijn centiares grond
meer in gebruik genomen. Kunt U
aangeven hoeveel ca. grond werke
lijk in gebruik is?
is dit gebeurd met toestemming
van het College van B. en W.?
Krachtens raadsbesluit van 16 februari
1976, nr. 1646 (akte 1 juli 1976)
is op basis van de erfpachtsbepalingen
1965 aan de heer ir. L. Eringa 322 m2
grond in erfpacht uitgegeven voor een
periode van 75 jaar. Voor het inge-
bruiknemen van de nu in het geding
zijnde gemeentegrond ter oppervlakte
van plm. 150 m2 (plm. 41 m2 ondergrond
berging en plm. 109 m2 tuin) heeft het
college geen toestemming verleend.
Wel is over de ingebruikname van de
grond voor de bouw van de berging
tussen betrokkene en het Grondbedrijf
contact geweest, waarbij van de zijde
van het Grondbedrijf is toegezegd,
dat terzake aan ons college een voor
stel tot uitgifte in erfpacht van de
nodige grond zou worden gedaan.
Wij zullen hierover overleg plegen
met betrokkene en zonodig aan de Raad eei
voorstel doen tot uitgifte in erfpacht,
Welke maatregelen denkt het
college te nemen, indien er on
rechtmatig is gehandeld?
Wij menen dat, gelet op de toedracht
van deze zaak hier van onrechtmatig
handelen niet kan worden gesproken.
Leeuwarden, 13 augustus 1985.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
mr. G.J. te Loo Burgemeester.
mr. W.J.G. Reumer Secretaris.
Aanhangsel nr8
Vragen van de heer J. Buurman, lid van de Gemeenteraad en het antwoord daarop
van de Burgemeester.
1. Bent U er zich van bewust, dat het
onbehagen van de burgerij toeneemt,
wanneer zij in de zaak v.d. Meulen
c.s. eerst verneemt, dat de politie
haar onderzoek stopt en dan vervol
gens na reactie van v.d. Meulen c.s.
weer verklaart dit onderzoek voort
te zetten?
2. Is de mededeling van de politie in
gegeven door de behoefte het gebrek
aan mankracht te illustreren? Zo ja,
had dan de politie niet moeten beden
ken dat deze mededeling allesbehalve
geschikt was om het vertrouwen in de
Leeuwarder politie op te vijzelen?
Of moet ik aannemen dat de politie
deze gevolgtrekking niet eens heeft
voorzien?
3. Kunt U zich de reactie van de burgerij
indenken dat de politie zich een bre
vet van onvermogen geeft, wanneer zij
herhaaldelijk aangeeft niet over de
benodigde mankracht te beschikken,
hetgeen ook nog als een uitnodiging
voor het begaan van de z.g. kleine-
lees: massale-criminaliteit kan worden
opgevat?
4. Mijn fractie verlangt van de politie,
dat zij weliswaar beheerst maar vast
beraden optreedt. Kunt U aangeven
waarom de politie bij het eerste tref
fen in de Schoolstraat daarvan geen
blijk heeft gegeven en de weg van de
minste weerstand heeft gekozen?
5. Zou U willen bevorderen dat de leiding
van de politie nu eens eindelijk op
houdt het gedrag van de burgerij te
bestuderen, de hierdoor vrijgekomen
tijd en mankracht nuttiger besteedt,
de weg van pappen en nathouden ver
laat, kortom tegen het plegen van mis
drijven met kracht gaat optreden, zo
als het overgrote deel van de burgerij
van de politie verwacht?
1 en 2:
In de aanvankelijk in deze zaak ver
strekte voorlichting is
onvoldoende duidelijk gemaakt dat
het desbetreffende onderzoek slechts
tijdelijk was opgeschort. Binnen de
politie zijn inmiddels nadere af
spraken gemaakt over de wijze van
informatieverstrekking. Overigens
dient te worden bedacht dat het
Openbaar Ministerie de verantwoor
delijkheid draagt voor het beleid
ter zake van de opsporing en ver
volging van strafbare feiten.
Hoewel een dergelijke reactie inci
denteel niet uitgesloten kan worden
geacht, mag daartegenover worden
aangenomen dat veruit de overgrote
meerderheid van de bevolking op de
hoogte is van en begrip heeft voor
de moeilijke positie van de politie.
Uitleg verstrekken over die moeilij
ke positie is geenszins gelijk aan
het uitreiken van een brevet van
onvermogen.
Voor het antwoord op deze vraag kan
worden verwezen naar het verslag dat
over deze gebeurtenissen is opge
maakt
Om met succes tegen diverse vormen
van criminaliteit te kunnen optreden
zijn bepaalde vormen van onderzoek
onontbeerlijk. Dit geldt ook voor de
Leeuwarder politie. In dit kader
wordt dan ook op bescheiden, doch
verantwoorde wijze hierin geïnves
teerd in de vorm van beschikbaar
stelling van een beperkt gedeelte
van mankracht en tijd van de poli
tieleiding.