- 2 - 4. Hoe zal volgens U beleidsmatig invulling kunnen worden gegeven aan de lacune die dan (evt.) tussen de intramurale en extra murale zorg zal ontstaan? (Zeker t.b.v. mensen op de wachtlijst.) 4. Wij hebben reeds tot een bedrag van 840.000,aan voorstellen in het kader van het flankerend beleid ingediend bij het College van Gede puteerde Staten. Ook indien volle dige toekenning plaatsvindt zal de door U gesignaleerde lacune nog niet geheel zijn opgevuld. Wij zijn dan ook van mening, zoals wij de provincie inmiddels hebben bericht, dat de extramurale hulp verleningsinstellingen de druk die gaat ontstaan alleen dan kunnen opvangen indien daarvoor voldoende financiële middelen beschikbaar wor den gesteld. Als mocht blijken dat de rijksoverheid hiertoe niet bereid is, staan wij op het standpunt dat de provincie daaraan zou moeten bijdragen. Daarenboven is uit onder zoek gebleken, dat in het geval van zwaar-verzorgingsbehoevende ouderen er geen sprake kan zijn van substitutie-mogelijkheden van intra- naar extramurale instellingen. Wij zullen voortgaan ons in overleg met de betrokken instellingen te beraden op de situatie, die zal zijn ontstaan nadat Provinciale Staten het uitvoeringsplan definitief zullen hebben vastgesteld. Welke consequenties heeft deze voorgenomen maatregel van het College van G.S. voor de per soneelsleden in genoemde Leeuwarder verzorgingstehuizen? 5. Het verminderen van 143 ver zorgingsplaatsen betekent voor Leeuwarden een verlies van rond 53 full-time arbeidsplaatsen in deze sector. Dit houdt in dat ongeveer 70 personen hun baan zullen verliezen. Leeuwarden, 25 november 1986. Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden, V Burgemeester. Secretaris. Aanhangsel nr. 12 Antwoorden op schriftelijke vragen als bedoeld in artikel 47 van het Reglement van Orde voor de vergaderingen van de Raad der gemeente Leeuwarden, ingediend door de heer G. Ybema, namens de fractie van D'66, inzake het Uit voeringsprogramma Plan Ouderenvoorzieningen. Het meest ingrijpende voorstel van Gedeputeerde Staten van Friesland voor de ge meente Leeuwarden in het Uitvoeringsprogramma Plan Ouderenvoorzieningen is de voorgestelde sluiting van het verzorgingshuis Sonnenborgh. De discussie over het uitvoeringsprogramma in de Statencommissie voor Welzijnszaken op 27 november 1986 heeft echter enige ruimte geboden, waardoor de sluiting van Sonnenborgh wellicht kan worden voorkomen. Dat nieuwe politieke feit is de aanleiding voor onderstaande vragen. Vraag. Antwoord 1Is het Uw college bekend dat de Statencommissie voor Welzijnsza ken op 27-11-86 het Uitvoerings programma Plan Ouderenvoorzienin gen in de provincie Friesland 1986-1993 heeft besproken? 2. Is het Uw college bekend dat, na aandrang vanuit verschillende fracties, gedeputeerde mevrouw Bruinsma ruimte heeft gelaten voor gemeenten waar zich speciale problemen voordoen, om nog met eigen alternatieven te komen? Het schuiven met plaatsen tussen ver schillende tehuizen binnen een gemeente zou zo'n alternatief kunnen zijn. 1. Dat is ons bekend. Wij hebben begrepen dat de betrokken gedeputeerde tijdens de vergadering van de Statencommissie Welzijnsza ken, zich bereid heeft verklaard alternatieven van "probleemgemeen ten" in overweging te willen nemen. Uit navraag bij de griffie is ons echter gebleken dat de betrokken gedeputeerde te kennen heeft gegeven dat - de sluiting van tehuizen, die daarvoor zijn aangewezen in het uitvoeringsprogramma (waaronder Sonnenborgh), door gaat; - in de dan nog resterende, door middel van reduktie in te leveren verzorgingsplaatsen (in het geval van Leeuwarden: 64 plaatsen) nog geschoven mag worden, mits aan de taakstelling met betrekking tot het te bezuinigen bedrag én het aantal in te leveren plaatsen wordt voldaan. 3. Is Uw college met D'66 van mening dat deze "ruimte voor alternatie ven" mogelijkheden biedt om de dreigende sluiting van Sonnen borgh te voorkomen? Zo nee, waar om niet?

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Schriftelijke vragen) | 1986 | | pagina 15