Aanhangsel nr. 8 Antwoorden op schriftelijke vragen als bedoeld in artikel 47 van het Reglement van Orde voor de vergaderingen van de Raad der gemeente Leeuwarden, ingediend door de raadsleden de heren T. Herrema, E. Janssen, J. van Olffen en W. Schade inzake het orkestenbestel Vraag. 1. Ons is ter ore gekomen dat bij de uitwerking van de samenvoeging van Frysk Orkest en NFO o.a. door de druk van de bezuinigingen van de Minister van WVC het zgn. bi- lokatiemodel uit beeld dreigt te raken. Leeuwarden zou dan geen "mede-basis" voor het nieuw te vormen orkest zijn. Is het college op de hoogte van deze ontwikkeling? Antwoord 1. Het is ons bekend, dat er momenteel een werkgroep bezig is om in opdracht van WVC na te gaan op welke wijze een zo optimaal mogelijke orkestvoorziening kan worden ge realiseerd, waarvan de kosten niet meer mogen bedragen dan f 10 miljoen per jaar. In dit kader is door de werkgroep een tweetal modellen nader onder zocht, te weten het zgn. bi- lokatiemodel en een één- lokatiemodel. Daar wij het bi-lokatiemodel nood zakelijk achten en ook de Tweede Kamer bij motie de wens daartoe heeft uitgesproken verwachten wij dat de minister op basis van de in het rapport aangedragen argumentatie alsnog bereid zal zijn de financiële randvoorwaarden zodanig ten posi tieve bij te stellen dat realisering van het bi-lokatiemodel mogelijk wordt. 2. Wij hechten zeer aan het zgn. bi- lokatiemodel, vanwege: versterking positie conser vatorium; bredere basis voor toekomstige concertzaal; - behoud arbeidsplaatsen. Kortom: belangrijk onderdeel van de centrumfunctie die Leeuwarden heeft en die onzes inziens nog versterkt zou moeten worden. Hecht Uw college evenzeer aan het bi-lokatiemodel? 2. De door U genoemde argumenten die pleiten vo^r een bi-lokatiemodel onderschrijven wij volledig. 3. In klein comité wordt nu fusie en financiering uitgewerkt. Verwacht wordt als uitkomst onzerzijds een geknipt en genaaid voorstel tot in detail uitgewerkt onderschreven door de besturen van de betrokken orkesten en WVC. Deelt Uw college onze angst dat bovengenoemd voorstel geen mili- meter onderhandelingsruimte zal bevatten? 3. Uit het overleg dat de beide betrokken overheden (provincie en gemeente) met het bestuur van het F.O. hebben gehad, is ons geble ken dat dit bestuur uitsluitend akkoord zal gaan met een voorstel gebaseerd op het bi-lokatiemodel.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Schriftelijke vragen) | 1988 | | pagina 13