V-
v.
4.
Is het college voorts bereid
de heer J. de Boer, directeur
Gemeentelijke Sociale Dienst,
er op te wijzen, dat ook bij
artikelen die op persoonlijke
titel worden geschreven door
ambtenaren een bij de functie
passende (wijze) terughou
dendheid dient te worden
betracht, ten einde te voor
komen, dat de bestuurlijke
verhouding college/directeu
ren van dienst onder te grote
druk zou komen te staan?
Is het college ten slotte
bereid te overwegen of het
zinvol en uitvoerbaar is om
in het algemeen afspraken te
maken met het gemeentelijk
management over politieke
uitingen.
In het verleden is dit reeds
enkele malen gebeurd.
Wij zullen de heer J. de Boer
nogmaals herinneren aan de ter
zake eerder gemaakte afspraken.
Gelet op het incidentele karakter
van deze gebeurtenissen, achten
wij dit niet noodzakelijk.
Leeuwarden, 29 augustus 1989.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
Burgemeester.
Secretaris,
-loco
Aanhangsel nr. 5.
Antwoorden op schriftelijke vragen als bedoeld in artikel 47, eerste
lid, van het Reglement van orde voor de vergadering van de Raad der
gemeente Leeuwarden, ingediend door de raadsleden A. Jongedijk-Welles
en R. Terpstra, namens de PvdA-fractieinzake uitspraken directeur
Patrimonium.
Vraag:
Antwoord:
1. Is het college met ons eens 1. Wij betreuren met U de wijze
dat over verschillende bevol- waarop de heer Oostljen zijn
kingsgroepen onnodig grievende mening naar buiten heeft gebracht,
opmerkingen zijn gemaakt en
met ons haar afschuw over het
lage niveau hiervan wil uit
spreken?
2. Hoe denkt het college over de 2
openlijke belijdenis dat met
het toewijzingssysteem de hand
wordt gelicht, waarmee
overigens destijds de corpo
raties zelf hebben ingestemd en
daarmee medeverantwoordelijk
heid dragen.
Worden hierdoor niet de argu
menten aangedragen om een vol
strekt onafhankelijk toewij
zingssysteem aan de corpora
ties op te leggen?
3. In hoeverre kan het stelling 3. Naar ons oordeel bevordert het CRW
onderbouwen dat door het de criminaliteit noch de
systeem van de vrije inschrij- drugshandel,
ving de criminaliteit en drugs
handel in de stad toeneemt?
In het artikel in de L.C. van 5
oktober wordt de indruk gewekt dat
het CRW niet conform de afspraken
werkt. Wij hebben daarom besloten
nu snel tot evaluatie van het
systeem over te gaan.
Wij willen niet vooruitlopen op
eventuele uit die evaluatie
voortvloeiende conclusies.
Is het college met ons van
mening dat de gedane uitspra
ken van de directeur discri
minerend en grievend zijn voor
verschillende bevolkings
groepen. Ondersteund het
college onze melding van deze
uitspraken bij het landelijk
anti-discriminatie-meldpunt?
Zie onder 1. Overigens komt het
ons voor dat - nu U het landelijk
anti-discriminatie-meldpunt al op
de hoogte hebt gesteld - een
zodanige melding onzerzijds over
bodig is. Immers het meldpunt
dient de gewraakte uitspraken te
onderzoeken los van het aantal
daarover ingediende klachten.
Leeuwarden, 17 oktober 1989.
Burgemeester/en Wethouders van Leeuwarden,
Burgemeester.
Secretaris.