Aanhangsel nr. 6
Antwoorden op schrlftellike vragen als bedoeld in artikel 47, eerste
lid, van het Reglement van orde voor de vergadering van de Raad der
gemeente Leeuwarden, ingediend door de raadsleden P. Meerdink en
G. Heins, namens de Pal-fractie, inzake uitspraken directeur
Patrimonium.
Vraag:
Antwoord:
2.
Aannemende dat het College 1,
van Burgemeester en Wethouders
kennis genomen heeft van de
uitlatingen van de heer
G. Oostijen, deelt het
college onze opvatting, dat de
uitlatingen van de heer
Oostiien erop wijzen, dat het
Centrale Registratiesysteem
Woningzoekenden en de
woningtoewijzing niet geheel
(of geheel niet) volgens de
gemaakte afspraken functioneren
en dat er zelfs ongerechtvaar
digde discriminatie van woning
zoekenden, althans woningtoe
wijzing op ongerechtvaardigde
gronden, zoals familiebetrek
kingen en seksuele voorkeur,
plaats vindt?
Als het college onze opvatting 2. Zie onder 5.
deelt, wil het dan een onaf
hankelijk onderzoek doen in
stellen naar het functioneren
van het CRW en de woningtoe
wijzing?
Wij hebben kennis genomen van de
door U bedoelde publikatie in de
Leeuwarder Courant.
Daarin wordt inderdaad de indruk
gewekt dat het Centrale Registra
tiesysteem Woningzoekenden niet
conform de afspraken functioneert.
3.
Welke maatregelen zal het
college nemen - al of niet na
het verrichten van onderzoek -
om het CRW en de woningtoe
wijzing (meer) conform de
afspraken te laten verlopen?
Wat vindt het college van de
opvatting van de heer
Oostijen dat de overheid ver
antwoordelijk is voor de zoge
naamde onplaatsbaren en niet de
(sociale) woningbouwcorpora
ties, mede in verband met
plaats en functie van het
Gemeentelijk Woningbedrijf
bij het CRW?
3. Zie onder 5.
4. Wij delen deze opvatting van de
heer Oostijen niet. Naar onze
mening hebben ook de woningcor
poraties in dezen een eigen verant
woordelijkheid. Het Gemeentelijk
Woningbedrijf beschouwen wij in
dezen als een normale participant
in het CRW en zeker niet als het
bij voorbaat aangewezen vangnet
voor alle woningzoekenden die door
de corporaties als minder gewenst
worden beschouwd.