the, Overijssel en de Flevopolder ten einde
gebruik te mogen maken van aldaar nog
aanwezige stortlokaties.
Er moet overigens rekening mee worden
gehouden, dat daaruit een tariefstijging per
ton afvalstoffen zal voortvloeien. Het is
denkbaar dat het tarief verdubbeld gaat
worden van 10,per ton naar 20,
per ton. De gemeente levert maandelijks
circa 2.500 ton afvalstoffen aan het OLAF,
Leeuwarden, 21 augustus 1990.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
Burgemeester.
Secretaris.
Aanhangsel no.8.
Antwoorden op schriftelijke vragen als bedoeld in artikel 47, eerste lid van het
Reglement van orde voor de vergaderingen van de Raad der gemeente Leeuwarden,
ingediend door het raadslid G. Heins namens de PAL-fractie over het complex Van
Slooten aan de Emmakade
Naar aanleiding van de laatste berichten over de perikelen rond de overname van
het terrein Van Slooten aan de Emmakade, willen wij u enkele schriftelijke vragen
stellen.
Eerst een aantal feiten:
Sinds 1986 hebben de bewoners geklaagd over de hinder en het gevaar dat dit
leegstaande, half uitgebrande gebouw voor de buurt veroorzaakt. Dat er nog geen
ongelukken zijn gebeurd mag een wonder worden genoemd.
De onderhandeling hebben erg lang geduurd. Vanuit de raad en commissie hebben wij
herhaaldelijk aangespoord om de onderhandelingen te bespoedigen. Men was voor de
zomervakantie tot overeenstemming gekomen. De uiteindelijke prijs van nagenoeg
een half miljoen is eigenlijk aan de hoge kant.
Het is een gebruikelijke zaak dat bodemonderzoek plaatsvindt als er grond door de
gemeente wordt gekocht. Het oriënterend onderzoek geeft aan dat de bodem zodanig
verontreinigd is, dat sanering onvermijdelijk lijkt. De voorgenomen koop is
terecht uitgesteld. De directie van Van Slooten wil als gevolg daarvan geen zaken
met de gemeente doen.
Vragen
Antwoorden
1. Waarom heeft het college al
niet veel eerder een oriën
terend bodemonderzoek uit
gevoerd? Daar was in de
afgelopen 4 jaar toch alle
gelegenheid voor geweest?
In de moeizame en langdurige onderhandelingen
met R.G. van Slooten's Suikerwerkfabriek B.V.
lagen de standpunten omtrent de hoogte van de
koopsom zover uit elkaar, dat alleen al op dat
punt geen overeenstemming mogelijk leek. Het
uitvoeren van een bodemonderzoek in dat sta
dium zou, in het bereiken van een akkoord, dan
ook geen enkele bijdrage hebben kunnen leve
ren. Dit onderzoek had eerst zin toen omtrent
de hoogte van de koopsom (in principe) wèl
overeenstemming bestond. Uiteraard is in de
onderhandelingen steeds een voorbehoud gemaakt
ten aanzien van een eventuele bodemverontrei
niging
In de op 10 juli 1990 door partijen getekende
koopakte is geregeld, dat het resultaat van
het indicatief bodemonderzoek uiterlijk op 15
september 1990 - zijnde de uiterste datum
waarop de akte van eigendomsoverdracht diende
te worden verleden - bekend dienden te zijn en
dat de daaraan verbonden kosten, ieder voor de
helft, voor rekening komen van partijen.
1