Aanhangsel nr. 1
Antwoorden op de schriftelijke vragen als bedoeld in artikel 47, eerste
lid van het reglement van orde voor de vergaderingen van de Raad der
gemeente Leeuwarden, ingediend door de raadsleden Rienk Terpstra en
Tjeerd Herrema, beide lid van de PvdA-fractieover het project-idee
Terrassenplein van de stichting Vijzel.
1. Heeft het college kennis genomen Ja.
van het project-idee van de
Stichting De Vijzel om het
Gouveneursplein in te richten
als terrassenplein?
2. Deelt het college de opvatting
dat dit plan veel aantrekkelijke
elementen bevat en uitstekend
past binnen de doelstellingen
zoals verwoord in de gemeen
telijke notitie over het toeris
tisch beleid?
In de gemeentelijke notitie "Aanzet tot
toeristisch beleid" wordt aangegeven
dat de doelstelling van de notitie is
te komen tot een aantal op korte ter
mijn uit te voeren activiteiten, onder
meer als doel het dagtoerisme te stimu
leren. Als randvoorwaarde om de aan
trekkelijkheid van de stad te accen
tueren wordt de uitbreiding van het
aantal terrassen genoemd, omdat hiermee
de gezelligheid van de stad vergroot
kan worden. Aangezien er in dit plan
sprake is van uitbreiding van het
aantal terrassen past het plan voor het
Gouveneursplein in de doelstellingen
van de notitie.
Wij delen de opvatting dat het plan
aantrekkelijke elementen bevat, maar
zijn van mening dat ook locaties voor
terrassen in andere delen van de bin
nenstad moeten worden onderzocht,
waarbij andere, uit toeristisch en
functioneel oogpunt wellicht betere
plekken, kunnen worden gevonden.
Het terrassenplan kan dus een rol gaan
spelen bij de opzet van een totaal
terrassenplan voor de gehele binnen
stad.
Is het college met ons van mening dat
het gebied Raadhuisplein-Hofplein-
Gouveneursplein veel culturele en
recreatieve mogelijkheden bezit en
is het college bereid voor dit gebied
een plan te ontwikkelen, waarbij de
suggesties van de Stichting de Vijzel
worden betrokken?
Het gebied bevat cultuur-toeristische
potenties, doch dit hoeft niet te
betekenen dat hier horeca-recreatieve
zaken moeten worden ontwikkeld. Een
dergelijke ontwikkeling zal moeten
worden afgewogen tegen de huidige
aanwezige functies en culturele waar
den. Daarbij willen wij erop wijzen dat
voor het betreffende gebied relatief
recent vastgestelde bestemmingsplannen
gelden.