Aanhangsel nr. 6
Antwoorden op schriftelijke vragen als bedoeld in artikel 47 van het
Reglement van orde voor de vergaderingen van de Raad der gemeente
Leeuwarden, ingediend door de raadsleden P.E.J. den Oudsten en
J. van der Kloet, over kwijtschelding van een aantal gemeentelijke
belastingen.
Inleiding
Eén van de mogelijkheden die het
gemeentelijk minimabeleid biedt
aan mensen met een inkomen op bij
standsniveau is kwijtschelding van
een aantal gemeentelijke be
lastingen.
De nieuwe Invorderingswet 1990
bepaalt in artikel 26, dat richt
lijnen voor kwijtschelding bij
ministeriële regeling vastgesteld
zullen worden en dat die
regeling - die ingegaan is op 1
januari 1991 - van toepassing is
op het gemeentelijk beleid.
Vragen
1
Is het juist, dat o.g.v. de nieuwe
Invorderingswet kwijtschelding pas
kan plaatsvinden bij een inkomen
dat 10% lager is dan het
bijstandsniveau, met als gevolg
dat veel mensen met een minimum
inkomen niet meer voor kwijt
schelding in aanmerking komen?
Het is juist dat de gemeente per 1
januari 1991 gebonden is aan de
uitvoeringsregeling
Invorderingswet 1990, waarin
regels zijn gesteld voor kwijt
schelding van rijksbelastingen.
Dit heeft belangrijke gevolgen
voor mensen met een laag inkomen
omdat de mogelijkheden voor de
gemeenten om een eigen, soepel
kwijtscheldingsbeleid te voeren
zijn weggenomen. De gemeenten
mogen wel een strakker maar geen
soepeler kwijtscheldingsregeling
hanteren voor de gemeentelijke
belastingen.
Antwoorden
1
In 1987 is als uitgangspunt voor
het rijksbeleid bepaald dat de
kwijtscheldingsnormen moeten
worden vastgesteld op 90% van de
bijstandsnormen. Deze beleids
wijziging had tot gevolg dat de
toenmalige kwijtscheldingsnormen
werden bevroren omdat deze op een
hoger niveau lagen. Er heeft al
leen een aanpassing van de normen
plaatsgevonden per 22 maart 1990
en 1 juli 1990 om de effecten van
de "Oort-maatregelen" niet geheel
teniet te laten gaan. Ook thans
liggen de normen nog op een iets
hoger niveau.
De normen die gelden voor kwijt
schelding van belastingen zijn
overigens niet zonder meer ver
gelijkbaar met de bijstandsnormen.
Bij de beoordeling of kwijt
schelding kan worden verleend,
wordt uitgegaan van het netto in
komen verminderd met ondermeer de
woonlasten - binnen bepaalde
grenzen - en de voor eigen
rekening blijvende premies
ingevolge de Ziekenfondswet.
Deze variabele factoren spelen in
beginsel geen rol bij de vast
stelling van de hoogte van de bij-