Nee, wel hebben wij afgesproken één woordvoerder aan te wijzen, te we ten de wethouder van Cultuur. In voorkomende gevallen verwachten wij van betrokkenen dat bij vragen van externen naar de woordvoerder wordt verwezen. Ja, op bedoeld tijdstip was het moment van het daadwerkelijk kappen van de plataan nog niet vast gesteld. Derhalve kon wethouder Janssen de gevraagde informatie toen niet verstrekken. Leeuwarden, 28 april 1992. jnrgnn<-ani-»ir -on Wethouder van Leeuwarden, Burgemeester 2. Heeft het college aan ambtenaren en particulieren een zwijgplicht opgelegd? Zo ja, op grond van welke wetgeving kan het college ambtenaren en particulieren een zwijgplicht opleggen omtrent het tijdstip van uit voering van (democratisch en in de Gemeenteraad) genomen besluiten? Zo nee, wilt u dan nagaan wat de redenen waren om de ge vraagde informatie nie-t aan de genoemde actiegroep te geven? 3. Wil het college uitleggen wat de redenen van wethouder Janssen waren om de gevraagde informatie (het tijdstip van het kappen van de plataan) niet te geven, toen hem daar expliciet om gevraagd werd? Aanhangsel nr. 11. Antwoorden op schriftelijke vragen als bedoeld in artikel 47, eerste lid van het Reglement van orde voor de vergaderingen van de Raad der gemeente Leeuwarden, ingediend door de heer H. ten Hoeve namens de PvdA-fractie naar aanleiding van de staat van beheer en onderhoud van de Prinsentuin. "De Leeuwarder Prinsentuin is één van de mooiste en wat de geschiedenis betreft één van de interessantste stadsparken van Nederland. De geschiedenis van de Prinsentuin begint eigenlijk al in 1604, toen stad houder Willem Lodewijk het Tournooiveld bij de stadswallen tot "eene ren en picqueurplaetse" in gebruik kreeg. In 1648 vroeg stadhouder Willem Frederik graaf van Nassau-Dietz aan het stadsbestuur of hij een deel van de Doeledwinger mocht gebruiken voor de aanleg van een lusthof. Op 25 februari 1648 werd bij raadsresolutie besloten: omme dieselve plaets bij Sijn Exel.tie tot een lusthoff, ofte andersins nee welbehagen van Sijn Exel.tie geimploijeert te worden". In het bijna 350-jarig bestaan van de "lusthoff" is de tuin meerdere malen aangepast aan de mode van de tijd. Het huidige karakter van de Prinsentuin is vooral bepaald door de bekende 19e-eeuwse tuinarchitect L.P. Roodbaard. In 1798 werd de Prinsentuin opengesteld voor "fatsoenlijke lieden" en in 1818 gaf koning Willem I de tuin terug aan de stad onder de voorwaarde, dat hij bestemd werd voor de Leeuwarder ingezetenen. Stadsarchivaris W. Eekhoff schrijft over de negentiende-eeuwse tuin: "Voor de bewoners van Leeuwarden is voorzeker geene plek het voorwerp van meer belangstelling en genot dan de Prinsentuin". In zijn roman "De koperen tuin" beschrijft Simon Vestdijk de tuin aan het begin van de 20e eeuw: "Schaduwrijker kon men zich al geen tuin op glooiend verbrede stadswallen voorstellen. Onder de bomen was het niet alleen groen en koel, maar hier en daar zwart; daar moest het haast wel koud zijn, meende ik, en op de plekken waar armdikke klimopstammen kronkelden rondom beuken, gebarsten van de ouderdom en door ijzeren hoepels omringd, zeker ook vochtig. Daar naderden olmen, de machtige schaduwwerpers van onze eigen straat, tientallen ervan, niet enkel maar langs de wegen, doch ook op grasperken, waar men lopen mocht""Wat zich aan mijn voeten openbaarde was de meest verrassende, meest charmante, meest chinezige dalkrater, die men zich denken kan. De diepte van deze grote, ronde kuil kan niet meer dan acht meter hebben bedragen, de hoogte van de rotswand vlak onder mij nauwelijks vijf, doch mij leek dit ensemble even peilloos als de afgronden in het Beierse hoogland, waarvan mijn vader foto's in zijn werkkamer had hangen. Aan de overkant, in de hoogte, begon het eigenlijke park opnieuw. Midden in het dal lag een vijver, omgeven door borders met rode bloemen en zilveren tuin bollen. Een rustieke brug van berkestammen, wat vermolmd in zijn bovenste delen, doch buitengewoon lang, - zo lang dat hij op een sterk buiten zijn oevers getreden vijver berekend scheen te zijn, - leidde naar een enorme, vooral enorme hoge houten tent met een gebogen achterwand, waarvan zich van mijn plaats maar een klein gedeelte liet overzien". De sfeertekeningen van Vestdijk en ook prenten, foto's en prentbriefkaarten geven een goed beeld van hoe de Prinsentuin er rond de eeuwwisseling uitzag. Beschrijvingen en prenten maken in verge?.ijking met de huidige ituatie ook duidelijk, dat in de twintigste eeuw veel fraaie en

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Schriftelijke vragen) | 1992 | | pagina 26