MOTIVERING:
IInleiding
Er is een aantal ontwikkelingen, dat aanleiding geeft de toekomstige
besteding van het beschikbare budget voor woonsconsumentensubsidies aan de
orde te stellen. In deze nota wordt daarom eerst ingegaan op deze ontwikke
lingen alvorens het verdeelbesluit 1992 uit te werken.
a. Subsidiebudget versus kostenontwikkeling.
In het kader van het verdeelbesluit sociale vernieuwing 1992 is voor de
subsidiering van woonconsumentenorganisaties een bedrag van afgerond
f 67.000,-- beschikbaar. Het jaarlijkse gemeentelijke budget voor wooncon
sumentensubsidies binnen het verdeelbesluit sociale vernieuwing is tot nu
toe redelijk constant gebleven. Bij de toekenning van strukturele subsidies
hanteert de gemeente naar de gesubsidieerde instellingen toe een jaarlijkse
indexering op basis van kostenontwikkelingen.
Het spreekt vanzelf dat deze ontwikkeling op den duur onhoudbaar is. Te
meer daar de omvang van de structurele subsidies het door de gemeentelijke
verordening aangegeven maximum van 75% heeft bereikt. De subsidiëring van
incidentele aktiviteiten komt daardoor in gevaar.
Genoemde ontwikkeling vraagt dus om een herbezinning op het tot nu toe
gevoerde toekenningsbeleid
b. Schrappen beroepskracht Huurdersserviceburo a.g.v. bezuiniging SWL.
De bezuinigingen die de stichting Welzijn Leeuwarden zijn opgelegd hebben
(indirekt) zijn weerslag op de aan het Huurdersserviceburo verleende
ondersteuning door middel van het aantal uren toegekende beroepskrachten-
tijd. Hot aantal reeds eerder teruggebrachte uren bedroeg bedroeg in 1992
nog 32. Met ingang van 1 januari 1993 is dit aantal uren volledig ge
schrapt. Dit brengt het voortbestaan van het HSB in gevaar. Deze instelling
ontvangt via de woonconsumentenregeling het leeuwendeel (ongeveer de helft)
van het structurele subsidie-budget, waarmee ook tevens het belang van deze
organisatie binnen het woonconsumentennetwerk is getypeerd. De verdere
ontwikkelingen op het terrein van de decentralisatie volkshuisvesting,
waarbij de positie van de woningcorporaties verder wordt verzelfstandigd
vragen juist om een verdere versterking van de positie van huurdersor
ganisaties en woonconsumentenorganisaties in het algemeen.
c. Stijging huisvestingskosten binnen het structurele subsidie-budget
Een andere ontwikkeling is de tendens tot stijging van de huisvestingskos
ten bij zowel het HSB als het PEL. Er dient daarom gezocht te worden naar
een manier om deze kosten te drukken. Het ligt voor de hand na te gaan in
hoeverre gezamenlijke huisvesting tot een besparing kan leiden.
d. Mogelijkheden bundeling informatie- en advieswerk op gebied van wonen.
In het kader van gezamenlijke huisvesting dringt zich ook de vraag op of op
het terrein van het informatie- en advieswerk niet beter gekomen kan worden
tot een zekere bundeling. De dienst Welzijn bereid op dit moment een nota
voor die deze kwestie integraal aan de orde stelt. Daarbij speelt ook de
vraag of op het terrein van de volkshuisvesting bundeling gewenst is.