Aanhangsel nr. 3
Vragen aan College van Burgemeester en Wethouders ingevolge artikel 47 van
het Reglement van Orde namens de D'66-fractie met betrekking tot de vorming
van brede scholengemeenschappen.
Vraag:
2.
Is het juist dat onlangs in een
gezamenlijke vergadering van de
beide stuurgroepen is besloten
tot de vorming van één be
stuurscommissie voor het open
baar en algemeen bijzonder
voortgezet onderwijs in
Leeuwarden?
Indien de eerste vraag bevesti
gend wordt beantwoord, bent u
dan met ons van mening dat de
vorming van één bestuurscommis
sie in strijd is met het door
de Gemeenteraad op 27 mei 1991
genomen intentiebesluit tot
fusie?
3.
Is het juist dat verwacht kan
worden dat aan de werkgroepen
aanvullende onderzoeksopdrach
ten worden verstrekt, die uit
gaan van één bestuur en die
vervolgens kunnen leiden tot
bijvoorbeeld één schoolconcept
en één afvloeiingslijst?
Antwoord:
1. In een gezamenlijke vergadering
op 8 januari 1992 hebben de
beide stuurgroepen, naar aan
leiding van een (tussen-)rap
portage van de gezamenlijke
Werkgroepen Bestuur, het voor
lopige besluit genomen dat een
bestuurscommissie voor de twee
te vormen scholengemeenschappen
wenselijk is.
2. Een dergelijk besluit behoeft
niet in strijd te zijn met het
door de Gemeenteraad op 27 mei
1991 genomen intentiebesluit.
Er is thans sprake van onder
zoek naar de uitwerking van dit
intentiebesluit. Als op basis
van dit onderzoek blijkt dat
beargumenteerd een anderslui
dend voorlopig besluit wense
lijk wordt geacht in een geza
menlijke stuurgroepvergadering
behoort dit ten principale tot
de mogelijkheden.
3. De projectleiding heeft aan de
coördinatoren van de werkgroe
pen het voorlopige besluit van
de stuurgroepen medegedeeld en
verzocht met dit gegeven reke
ning te houden. Uitgangspunt is
verder dat er twee scholenge
meenschappen ontstaan met elk
een eigen schoolconcept. Onaf
hankelijk van dit concept zul
len er tussen beide scholenge
meenschappen wel afspraken over
doorstroming etc. moeten be
staan. Of er sprake is van één
of twee afvloeiingslijsten voor
het personeel is mede afhanke
lijk van de vraag of gekozen
wordt voor een aanstelling per