Aanhangsel nr. 4.
Vragen aan het College van Burgemeester en Wethouders Ingevolge artikel 47 van
het Reglement van Orde van de heer H. Brinks namens de PAL-fractie Inzake een
ingezonden stuk van een ambtenaar over "wooncriminelen"
Vragen:
1. Wat vindt het college van het
feit dat een ambtenaar, i.e.
de heer J. de Boer, in zijn
functie als algemeen direc
teur van de Dienst Welzijn
van de gemeente Leeuwarden,
stukken schrijft in de krant
over politiek zeer gevoelige
onderwerpen, die geen deel
uitmaken van bestaand gemeen
telijk beleid?
2. Is het college met ons van
mening dat ambtenaren de no
dige voorzichtigheid in acht
moeten nemen met het in de
publicitiet brengen van poli
tiek gevoelige onderwerpen?
3. Wordt het geen tijd hierover
gedragsregels af te spreken
en deze regels ook ter dis
cussie te stellen in de daar
voor meest geschikte raads
commissie?
4. Wordt de heer De Boer ook
direct betrokken bij de voor
bereiding van nieuw gemeente
lijk beleid inzake de woon
ruimteverdeling binnen het
kader van de voorgenomen eva
luatie?
Antwoorden:
Het ingezonden stuk van de hand van
de heer De Boer is door "de Volks
krant" bij de ondertekening ten
onrechte voorzien van de functie
van de heer De Boer. Door betrokke
ne zijn inmiddels stappen onderno
men om te komen tot rectificatie
van zijn ingezonden stuk op dit
onderdeel
Wij zijn het met de vragenstellers
eens dat ambtenaren de nodige te
rughoudendheid in acht moeten nemen
met het in de publiciteit brengen
van politiek gevoelige onderwerpen.
Wij zijn niet voornemens hierover
gedagsregels vast te stellen. De
Centrale Raad van Beroep heeft uit
gesproken dat ambtenaren een zekere
terughoudendhied dienen te betrach
ten, maar dat ook ambtenaren recht
hebben op de zoveel mogelijk onge
stoorde uitoefening van het hen
toekomende grondrecht inzake de
vrijheid van meningsuiting. Juist
ten behoeve van het waarborgen van
dit grondrecht heeft de Centrale
Raad een aparte toetsingsnorm ont
wikkeld, waarbij het er om gaat of
gezegd moet worden, dat de desbe
treffende ambtenaar door de bewuste
publicatie(s) de goede vervulling
van zijn betrekking dan wel de goe
de functionering van de dienst op
ontoelaatbare wijze heeft aangetast
of had kunnen aantasten. In voorko
mende gevallen zullen wij het ge
drag van ambtenaren j.r» onze dienst
hieraan toetsen.
Neen.
