Aanhangsel nr. 5 Antwoord van Burgemeester en Wethouders op schriftelijke vragen als bedoeld in artikel 47, eerste lid, van het Reglement van Orde voor de vergaderingen van de Raad der gemeente Leeuwarden, ingediend door de raadsleden G. Krol en A.P. Terpstra. Het OLAF is een openbaar lichaam opgezet door de Friese gemeenten met als doel de belangen van deze gemeenten op het terrein van de afvalverwerking te behartigen. Dat een instelling wel eens negatief in beeld komt zou niet moeten, maar is helaas niet altijd te voorkomen. Bij het OLAF dreigt deze negatieve publiciteit echter eerder regel dan uitzondering te worden. Wij hebben het gevoel, dat het OLAF niet alleen de risee dreigt te worden van de Nederlandse afvalverwerking, maar ook van de noord-Nederlandse openbare bestuursorganen. De druppel die in dezen bij ons de emmer doet overlopen, is de "onverwacht" grotere capaciteit van "de Wierde", mede afgezet tegen de discussie die gevoerd wordt over het al of niet heropenen van de AVI-Leeuwarden. In dit verband hebben wij de volgende vragen: Vragen 1. Bent u met ons van mening, dat gezien het opereren van het Olaf, geconstateerd kan worden, dat er grote vraagtekens ge plaatst moeten worden bij het kwalitatieve niveau van de directie van dit openbaar lichaam. Antwoorden 1. Onlangs is door Twijnstra Gudde een organisatie-onderzoek uitgevoerd, daarin wordt geconcludeerd: 'de directie heeft zich te veel opgesteld als directie van het On dernemend Olaf, terwijl zij (nog) functioneert binnen de kaders van een Openbaar Li chaam' Over de kwaliteit van de directie zijn geen uitspra ken gedaan. 2. Bent u met ons van mening, dat als het dagelijks bestuur nog langer deze zaak accepteert, zoals zij schijnbaar doet, nu c.q. eventueel binnenkort het moment is aangebroken, dat er ook vraagtekens geplaatst moeten worden bij de ge loofwaardigheid van dit dagelijks bestuur? 2. Naar onze mening is de ge loofwaardigheid van het dage lijks bestuur hierdoor niet in het geding.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Schriftelijke vragen) | 1993 | | pagina 11