Blad 2
punt Groningen met alle economische consequenties van dien. Hoe belangrijk
Groningen en Leeuwarden hun onderlinge samenhang vinden, heeft ons college
mogen merken in het overleg dat op 12 juli j.l. gevoerd is met het college van
Groningen.
Vanuit onze verantwoordelijkheid als bestuurders van de centrale knooppuntge
meente, doen wij een-zeer klemmend beroep op uw taak om als provinciaal
bestuur ÜeH op de meest krachtige manier daadwerkelijk invulling te (blijven)
geven aan het realiseren van het knooppuntconcept. De keus die u nu gemaakt
hebt met betrekking tot de infrastructuur staat daar volstrekt haaks op. Hoewel
het niet onze gewoonte is om dingen te eisen, komen wij bijna op dergelijke
formuleringen vanwege de verantwoordelijkheid die wij hebben met betrekking
tot de realisering van het knooppuntconcept. Voor de realisering van dat concept
is het een basisvoorwaarde dat er een goede hoofdinfrastructuur is tussen de 13
stedelijke knooppunten. Voor Friesland betekent dit voor de weginfrastructuur
een zo snel mogelijke ombouw tot autosnelweg van de Rijksweg nabij Midlum
en van de weg Leeuwarden-Drachten alsmede het realiseren van een kortsluiten
de route tussen Marssum en Werpsterhoek. Daarmee ontstaat een goede
verbinding tussen de noordelijke Randstadvleugel, via de stedelijke knooppunten
Leeuwarden en Groningen, naar Noord-Duitsland.
Wij doen daarom een zeer dringend beroep op uw college om terug te komen
op uw in noordelijk verband ingenomen standpunt.
Een afschrift van deze brief hebben wij gestuurd naar de coördinerend minister
voor het Knooppunt beleid, (de minister van VROM), de minister van Verkeer en
Waterstaat, de gemeentebesturen van Groningen, Harlingen, Franeker, Smallin-
gertand en Sneek, alsmede naar de gemeentebesturen die participeren in het
Stadsgewest Leeuwarden en de Regio Friesland-Noord.
Hoogachtend,
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
rgemeestbr
burgemeester (loco).—
Secretaris.
Aanhangsel nr. 8
Antwoorden op schriftelijke vragen als bedoeld in artikel 47, eerste lid van
het Reglement van orde voor de vergaderingen van de Raad der gemeente Leeuwar
den, ingediend door mevrouw F.J. van Ulzen-Hakker (VVD), de heer P. de Jong
(D'66), mevrouw M.J. Garms (PAL) en de heer J.E. Greving (GPV/SGP/RPF) naar
aanleiding van een voorstel van wethouder B. Bilker inzake de invulling van
de Herwaardering 1992-1996 aangaande de nieuwe welzijnsinstelling.
Vragen
1. Naar aanleiding van een gesprek
met vertegenwoordigers van de
nieuwe welzijnsinstelling is ons
gebleken dat wethouder Bilker
het voorstel aan de betrokken
instellingen heeft gedaan om de
taakstelling voor de instellin
gen zijnde f 5 ton ingaande 1994
middels de kaasschaafmethode te
bereiken
Betekent dit dat het raadsbe
sluit van 15 en 16 januari 1993
over de totstandkoming van een
nieuwe welzijnsinstelling per
1 januari 1994 niet wordt uitge
voerd
Antwoorden:
1. In een overleg op 14 juni 1993
met het bestuur van de nieuwe
welzijnsinstelling, heeft wet
houder Bilker het bestuur meege
deeld dat wij, in het kader van
de bezuinigingen 1993-1997 heb
ben besloten de Raad voor te
stellen het budget ten behoeve
van de nieuwe welzijnsinstelling
met ingang van 1995 te korten
met f 1 miljoen.
Tijdens dit overleg heeft het
bestuur van de nieuwe welzijns
instelling de wethouder in een
eerste reactie laten weten zeer
geschokt te zijn door ons
besluit. Wethouder Bilker heeft
hiervoor begrip getoond en het
bestuur de tijd gegund de ge
dachten te laten gaan over de
consequenties en de daaruit
voortvloeiende knelpunten van
ons besluit. Het overleg is af
gesloten met de afspraak dat
zowel van de kant van het
bestuur als van onze kant de
knelpunten zouden worden ge
ïnventariseerd ter verdere
bespreking in een volgend over
leg.
Naar aanleiding van bovengenoemd
overleg heeft het bestuur van de
nieuwe welzijnsinstelling ons
per brief van 25 juni 1993 onder
andere verzocht de huidige
situatie in 1994 te handhaven om
zodoende opeenvolgende reorgani
saties te voorkomen.
Per brief van 7 juli 1993 heeft
wethouder Bilker het bestuur van
de nieuwe welzijnsinstelling
uitgenodigd voor een overleg op
12 juli als vervolg op het over
leg van 14 juni. Ook is het be
stuur van de SWL (welke instel-
1