Bestudering van de diverse publikaties
heeft ons geleerd, dat in de diverse
discussies n.a.v. de elders gehouden on
derzoeken en steekproeven niet altijd
een juist onderscheid wordt gemaakt
tussen een melding van een te onder
zoeken vermoeden van fraude enerzijds
en geconstateerde bewezen fraude
anderzijds.
Wij zijn daarom van mening, dat uiter
ste voorzichtigheid moet worden be
tracht ten aanzien van de publikatie
van voorlopige onderzoeksgegevens.
Bij de behandeling van de begroting
1993 annex het beleidsplan in de ver
gadering van de Commissie Economi
sche en Sociale Zaken op 14 december
1992 is de kwestie van (de publikaties
over) de onderzoeken en steekproeven
in andere gemeenten besproken. Naar
aanleiding daarvan hebben alle fracties
zich uitgesproken tegen het opzetten
van een vergelijkbaar onderzoek in
Leeuwarden. Er zijn geen redenen om
hierop thans terug te komen.
De Dienst Economische en sociale
Zaken zal uiteraard wel gegevens vast
leggen over het aantal ontvangen
werkopdrachten, het aantal verrichte
onderzoeken en over de resultaten van
de onderzoeken in de vorm van het
aantal getroffen maatregelen en opge
maakte processenverbaal.
6.
Indien zou blijken dat onverhoopt de
resultaten van een door onze dienst
ingesteld onderzoek even "onthutsend"
zouden zijn als elders is het college
dan bereid om terug te komen van het
voornemen om vooralsnog het aantal
sociale rechercheurs niet uit te brei
den, hoewel daar van rijkswege wel de
middelen voor worden verstrekt; maar
te komen met een voorstel om het
Naar ons oordeel past het niet in het
beleid van deze gemeente om bij vast
stelling van een grote omvang van
fraude direct over te gaan tot uitbrei
ding van de formatie sociaal recher
cheurs. Het inzetten van sociaal re
chercheurs zien wij als ultimum reme-
dium. Indien mocht blijken dat de be
strijding van fraude meer capaciteit
vraagt denken wij dan ook eerder aan